Wat is lineaire uitzetting? De lineaire uitzetting is het krimpen of uitzetten van een materiaal door een temperatuurverandering. Door een temperatuurstijging krijgen atomen een grotere onderlinge afstand, hierdoor verandert de product lengte. Bij een temperatuurdaling vindt precies het tegenovergestelde plaats.
Uitzetting van vloeistoffen
De beste benadering is het gebruik van de kubieke uitzettingscoëfficiënt. Bij gassen is dit een constante, maar voor vloeistoffen is die afhankelijk temperatuur. Hoe warmer de stof, hoe groter of kleiner de uitzettingscoëfficiënt kan worden.
De vloeistof die het sterkst uitzet, heeft de grootste waarde van γ. Voor ether is dat 0,0017 1/K. De factor waarmee het volume toeneemt, is 1+γ×Δt.
Bijna alle materialen zetten uit bij een temperatuurstijging en krimpen weer bij een temperatuurdaling. De mate waarin dit gebeurt wordt de uitzettingscoëfficiënt genoemd. Stoffen waarin de moleculen beter verbonden zijn, zullen minder uitzetten. Dit is bijvoorbeeld het geval bij diamant en wolfraam.
Kou doet materialen krimpen en warmte doet ze uitzetten.
Hoe water beweegt, is mede afhankelijk van de temperatuur. De meeste materie zet uit wanneer het wordt verwarmd, en krimpt als het afkoelt. Voor water geldt dit alleen bij temperaturen tussen 4°C en 100°C (kookpunt). Tussen het vriespunt (0°C) en 4°C zet water uit, wanneer het wordt afgekoeld.
Elk materiaal (staal, koper, PE, PVC, etc.)heeft zijn eigen specifieke uitzettingscoëfficiënt. Ondanks dat metalen leidingen onderhevig zijn aan thermische bewegingen, wordt algemeen erkend dat kunststof materialen meer uitzetten en krimpen dan metalen varianten.
Hoeveel stikstof stoot Nederland uit? De Nederlandse stikstofuitstoot is de hoogste van Europa: per hectare stoten we ongeveer 4 keer zo veel uit als het EU-gemiddelde. Van de Nederlandse uitstoot naar de lucht bestaat ongeveer 65% uit ammoniak (NH3) en 35% uit stikstofoxiden (NOx).
Ieder metaal heeft zijn eigen fysische eigenschappen en dat betekent dat het ene metaal veel meer of minder uitzet dan de andere. Aluminium bijvoorbeeld zet wel drie keer zoveel uit als titaan zodra het warmer wordt. Maar het gebeurt allemaal door hetzelfde mechanisme van atoomtrillingen.
Vanwege de dreiging op terroristische aanslagen door middel van chemicaliën zijn er sinds 2006 strenge regels op het meenemen van vloeistoffen in je handbagage tijdens de vliegreis.
Staal heeft een expansiecoëfficiënt van 0,012 mm/C° en PE een expansiecoëfficiënt van 0,200 mm/C°. Met andere woorden: een 10 meter lange stalen buis zal bij een temperatuurschommeling van 50 C° 0,6 mm uitzetten. Een 10 meter lange PE buis daarentegen zal 10 mm uitzetten.
Zoals elk materiaal zet aluminium uit wanneer het warm wordt: hoe warmer, hoe meer het materiaal uitzet. Aluminium zet zo'n 1mm per meter uit bij een temperatuurverschil van 40°C.
De uitzettingscoëfficiënt van aluminium bedraagt 28,8. 10-6/ºC, hetgeen bij een temperatuurverschil van 50 ºC een lineaire uitzetting van ± 1 mm per meter profiel betekent.
Door de uiterst fijne structuur ervan kan de keramiek heel gelijkmatig uitzetten en krimpen. Daardoor is de kans op scheurtjes klein. Toch kan het gebeuren dat er een scheurtje ontstaat.
De dichtheid van een stof zegt je hoeveel gram de stof per 1 cm3 weegt. Dit is een stofeigenschap en kun je niet veranderen. De dichtheid van lood is 11,3 gram per kubieke centimeter of 11,3 g/cm 3.
Geoxideerd koper: een groene patina
Het bevat simpelweg te weinig ijzer. Hoewel het niet roest, kan koper na verloop van tijd wel een doffe corrosielaag krijgen op het oppervlak. Die laag is vaak groen van kleur en wordt ook wel aangeduid als patina, oftewel koperroest.
Voor beton is de thermische uitzettingscoëfficiënt afhankelijk van het gebruikte toeslagmateriaal: voor gewoon grindbeton: 12 x 10-6 per °C;voor beton met harde kalksteen: 8 x 10-6 per °C;voor beton met licht toeslagmateriaal: 7 tot 11 x 10-6 per °C.
Wanneer de dichtheid van zeewater verandert, zal het water uitzetten of inklinken. Hetzelfde gebeurt met de vloeistof in een ouderwetse thermometer: wanneer het warmer wordt zet de vloeistof uit, waardoor het vloeistofniveau stijgt.
Bij het bevriezen vermindert de dichtheid van water: water zet uit bij bevriezing. De meeste andere stoffen hebben in vaste vorm juist een hogere dichtheid dan in vloeibare vorm: bij stolling krimpen ze in.
Wanneer water verwarmt, zet het uit omdat de watermoleculen harder gaan bewegen en dus meer volume innemen. Warm water neemt dus meer plaats in. Dit fenomeen ('thermische uitzetting' genoemd) ligt aan de basis van de stijging van de zeespiegel.
Nikkel is vele malen duurder dan staal en de prijs van RVS wordt dus grotendeels bepaald door de nikkelprijzen. Staal bevat weinig van deze grondstof en wordt hierdoor minder sterk beïnvloedt. Globaal is de prijs van rvs een factor 4 - 5 hoger dan de prijs van staal.
Hittebestendige eigenschappen van roestvast staal
De meeste roestvast staalkwaliteiten die in aanmerking komen voor bouwtoepassingen -dat wil zeggen de 304 (1.4301) en 316 (1.4401) types- hebben een nuttige, langdurige oxidatieweerstand bij temperaturen boven 800° C en beginnen niet te smelten onder de 1375° C.