Spijkers op laag water zoeken betekent 'vitten', 'zoeken naar kleinigheden die niet kloppen en daarover zeuren'.
d.w.z. hij voert deugdelijke bewijsgronden aan of hij neemt afdoende maatregelen; spijkers met koppen immers houden lat of plank, waar ze in gedreven zijn, sterker, dan spijkers zonder koppen (Nav.
Den spijker (of den nagel) op den kop (of het hoofd) slaan (of tikken), d.w.z. de zaak juist treffen, juist zeggen waar het op aankomt, het juiste middel aangeven.
Water naar de zee dragen: iets naar een plaats brengen, waar er al genoeg van is. iets overbodigs doen.
Trekken aan een dood paard is een uitdrukking voor een situatie waarbij: de ander het oneens is met veranderingen die je wilt doorvoeren. de ander niet openstaat voor nieuwe ideeën of voor jouw advies. de ander niet openstaat voor verbetering.
Wie de plank misslaat heeft het mis: hij beoordeelt iets verkeerd, geeft een verkeerd antwoord of maakt een opmerking die verkeerd valt.
d.w.z. niet langs slinksche wegen gaan, geen omwegen gebruiken, eerlijk en oprecht zijn.
d.i. voor iemand zich aan een groot gevaar blootstellen; uit genegenheid voor iemand alles, ook het gevaarlijkste, doen.
Als spreekwoord is 'hoog van de toren blazen' een mooi voorbeeld van figuratief verbeelden van wat je bedoelt. Namelijk iemand die veel te zeggen meent te hebben, maar daarbij volgens anderen geen enkele machtsbasis bezit op het punt waar hij iets over zegt.
d.w.z. zijne eischen matigen, inbinden 'omdat de omstandigheden, het welbegrepen eigenbelang, de macht of wil van derden daartoe dwingen'.
'Ieder huisje heeft zijn kruisje' betekent: 'in ieder gezin of iedere familie is (ook) narigheid'. Deze uitdrukking komt al vanaf de zeventiende eeuw voor. Varianten zijn 'Elk huisje heeft zijn kruisje' en 'Ieder/elk huis heeft zijn kruis.
De kogel is door de kerk wordt gezegd als er (meestal na lang overleg) ergens een beslissing is genomen; de knoop is (eindelijk) doorgehakt. Sommige spreekwoordenboeken vermelden dat deze uitdrukking voortkwam uit de ongeschreven regel om bij gevechten uit respect kerkgebouwen te ontzien.
Oude koeien uit de sloot halen betekent '(opnieuw) beginnen over iets (vervelends) wat vroeger is voorgevallen', 'bijna-vergeten, vaak vervelende gebeurtenissen oprakelen'. Het gaat in deze zegswijze oorspronkelijk om het opvissen van kadavers van verdronken koeien.
Als het paard al overleden is, kan het crematorium je paard ophalen. Indien het paard op het crematorium wordt geëuthanaseerd, dan komt het eerst in de speciale inslaapruimte. Soms is het een fijner idee als je eigen dierenarts meegaat om je paard te euthanaseren. Dit is mogelijk.
Een zo'n uitdrukking is: 'waar rook is, is vuur'. Een uitdrukking direct gekoppeld aan roddelen. En als feitelijkheid in zich heeft dat, als er iets naars over iemand wordt verteld is, er vast wel een kern van waarheid bij hoort.
Wie haar op de tanden heeft, is assertief en staat dus zijn mannetje in een discussie of een woordenwisseling. Volgens het Groot uitdrukkingenwoordenboek van Van Dale (2006) gaat deze uitdrukking terug op de gedachte dat het hebben van veel haar als een teken van kracht gold.
Met de deur in huis vallen is een spreekwoord en betekent: 'meteen zeggen waar het op staat'. Het wordt gebruikt om aan te geven dat iets heel direct gezegd gaat worden. Oorspronkelijk gaf dit spreekwoord aan dat iemand zonder te kloppen of te vragen bij iemand naar binnen stapte.
Als je iemand op de kast jaagt, maak je hem kwaad. Meestal gebeurt dat door een pesterige opmerking te maken waarvan je weet dat die een gevoelige snaar zal raken bij de ander. Je kunt ook iemand (lekker) op de kast hebben ('(lekker) kwaad gemaakt hebben').
Met zijn neus in het vet (of in de boter) vallen, d.w.z. een (onverwacht) fortuintje krijgen; vooral juist komen als men ergens feest viert of smult; een voordeelig huwelijk sluiten.
Een slag om de arm houden betekent 'een voorbehoud maken', 'iets niet stellig willen zeggen, bevestigen'.
Wat betekenen roken als een ketter en vloeken als een ketter vandaan en waar komen deze uitdrukkingen vandaan? Roken als een ketter betekent 'heel veel roken', 'roken als een schoorsteen' en vloeken als een ketter betekent 'heel veel vloeken', 'grof in de mond zijn'.