Slaven hebben geen familienamen. Ze hebben alleen een voornaam, bijvoorbeeld Henriëtte of Kwakoe. Als er meer Henriëttes of Kwakoes zijn, komt er vaak wel iets bij: dan wordt het bijvoorbeeld Kwakoe van Maagdenburg (een plantage) of Henriëtte van Van Dijk (een slaveneigenaar).
Zo ontstonden namen als Vriesde (De Vries), Kenswil (omdraaiing van Wilkens), Bloemendaal of Bladheuvel. Voor nakomelingen is die naam belastend omdat die verwijst naar de slavernij, toen Afrikanen van hun eigen identiteit werden ontdaan en als naamloze werden onderworpen door Europeanen.
Slavernij betekent dat een mens eigenaar is van een ander mens. Degene die het eigendom is van de ander wordt gedwongen om voor de eigenaar zwaar werk te verrichten, tegen weinig of vaak zelfs helemaal geen loon. Zo iemand heet een slaaf en zijn lichaam is het bezit van de landeigenaar.
Soorten slaven
Huisslaven werkten in het huis van de meester. Veldslaven verrichtten arbeid op de plantage. Fabrieksslaven werkten in de nijverheid, bijvoorbeeld in de suikerfabrieken. Foetoeboys waren slaafgemaakten die altijd in de buurt van (de voeten van) de meester moesten blijven.
Naast Bantu-slaven maakten de Somaliërs ook tot slaaf van de Chamito-Semitische pastorale volkeren . Veel Oromo's werden dus gevangen genomen tijdens oorlogen en invallen. Er waren echter zeer duidelijke verschillen in de perceptie en behandeling van Oromo-slaven in vergelijking met Bantu-slaven.
500 jaar geleden begon de slavenhandel tussen Afrika en Amerika die miljoenen levens verwoestte. Een Vlaming speelde de hoofdrol. Augustus 1518 is een maand die misschien niet meteen een belletje doet rinkelen.
Zoals staat geschreven in het boek 'Disposable People: New Slavery in the Global Economy: “In 1850 kostte een gemiddelde slaaf in het zuiden van Amerika, omgerekend naar hedendaags geld, $ 40,000. Nu kost een slaaf wereldwijd gemiddeld $ 90.”
In Afrika kochten Nederlandse kooplieden slaven van Afrikaanse stamhoofden. Er werd in die tijd veel oorlog gevoerd tussen verschillende stammen in Afrika. Een stamhoofd nam zijn vijanden gevangen en voerde ze naar de kust. Daar verkocht hij ze als slaven aan een koopman.
Nederland was voor even de grootste slavenhandelaar ter wereld - De Correspondent. De Gouden Eeuw staat bekend als dé bloeiperiode uit de geschiedenis. Minder bekend is dat Nederland toen ook een grote ronselaar van werkkrachten voor Braziliaanse plantages was.
Ook Nederlandse kooplieden deden mee aan die handel. Ze haalden die mensen uit Afrika. In de 18e eeuw werd er veel oorlog gevoerd tussen verschillende stammen in Afrika. Het stamhoofd nam zijn vijanden gevangen en verkocht deze als slaven aan een Nederlandse koopman.
Michiel de Ruyter (1607-1676)
Die handelsroutes waren voor een groot deel gebaseerd op de slavenhandel waarmee de de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden veel geld verdiende. Aan de westkust van Afrika, waar de bevolking vaak tot slaaf werd gemaakt, vocht De Ruyter daarom verschillende oorlogen uit met Engeland.
Als laatste land ter wereld schafte Mauritanië de slavernij af, in 1980.
Hierdoor hebben Guyana (het voormalige Brits Guyana), Suriname, dat vroeger Nederlands Guyana heette en Frans Guyana (Cayenne) de omvang, die ze heden en dage hebben. Wat in Nederland een provincie wordt genoemd, heet in Suriname een district.
Suriname was van 1667 tot 1954 een Nederlandse kolonie in Guyana; het lag ten oosten van de eveneens Nederlandse kolonie Berbice en ten westen van Frans-Guyana. De Britse kolonie Willoughbyland werd in februari 1667 veroverd door de Zeeuw Abraham Crijnssen; Willoughbyland werd hernoemd naar Suriname.
Hoe lang duurde de slavernij? De slavernij duurde zo'n tweehonderd jaar en in die tijd werden meer dan 12 miljoen Afrikanen uit hun land verscheept naar Curaçao, Suriname en Brazilië. Om te vergelijken: Nederland heeft 17 miljoen inwoners.
Slavernij duurde tot ongeveer 1865 in ongeveer de helft van de Amerikaanse staten. Als economisch systeem werd de slavernij grotendeels vervangen door sharecropping en het convict leasing, het verpachten van gevangenen.
Ketikoti in Suriname
Op 1 juli 1955, onder premier Ferrier, werd 'Ketikoti' een officiële Surinaamse feestdag (vrije dag). Formeel heet deze dag Dag der Vrijheden. Informeel wordt de feestdag ook wel Kettingsnijden genoemd.
Hebben slaven geld? Slaven mogen volgens de wet geen loon ontvangen of geldzaken doen. Toch zijn slaven in Suriname, maar vooral ook op Curaçao, niet helemaal van financiën verstoken. Ze verdienen zelf geld door producten te verkopen of door voor zichzelf te werken met toestemming van de meester.
Daklozen, sekswerkers, alleenstaande moeders, grote arme gezinnen, langdurig werklozen. Dit is slechts een greep uit de zeer diverse groep mensen die tussen 1933 en 1945 van de nationaalsocialisten het stempel 'asociaal' kreeg.
De Arabische slavenhandel was de handel in slaven in het Midden-Oosten en Noord- en Oost-Afrika, voornamelijk tussen 650 en 1900. Het grootste deel van die handel betrof zwarte Afrikanen, maar ook blanken uit West-Europa en Zuid-Europa werden als slaaf verhandeld door onder meer Barbarijse zeerovers.
Op 1 juli 1863 schaft Nederland de slavernij af in zijn koloniën. Naar schatting 45.000 slaven, waaronder zo'n 34.000 mensen in Suriname, worden op die dag vrij man of vrouw. In 1848 had Nederland al besloten dat de slavernij zou worden afgeschaft.
De meeste tot slaaf gemaakten werden doorverkocht. Degenen die op Curaçao achterbleven, werden ingeschakeld voor allerlei soorten werk. In de stad en haven moesten zij onder meer goederen in- en uitladen en helpen op de werven. Ze hielpen bij bouwwerkzaamheden en deden huishoudelijk werk.
Er was veel zwaar werk te doen op de plantages. Afrikaanse mensen werden als slaven over de oceaan naar de koloniën gebracht. Zo begon de handel in slaven. Men zag slaven als normale handelswaar, net als wapens, textiel of specerijen.