Wanneer de pleegouder van de werknemer overlijdt, heeft hij of zij recht op 3 dagen rouwverlof, op te nemen tijdens de periode tussen het overlijden en de begrafenis.
Soms zijn er in de cao aanvullende afspraken gemaakt over de verlofperiode tot de uitvaart en rouwverlof. Bij het overlijden van een familielid in de eerste graad (zoals een partner, ouder of kind) heb je recht op vier verlofdagen. Die gaan in van het overlijden tot en met de begrafenis of crematie.
De 10 dagen van rouwverlof worden door de werkgever betaald. De laatste 7 dagen van het rouwverlof kunnen aangerekend worden op de periode van gewaarborgd loon, waardoor de werkgever geen 30 dagen gewaarborgd loon moet betalen, maar slechts 23 dagen (30 – 7).
In de meest gevallen staat in de cao dat u voor het overlijden van een bloed- of aanverwant in de eerste graad vier dagen verlof krijgt (vanaf het moment van overlijden tot aan de uitvaart). De 'eerste graad' wil zeggen dat het om het overlijden van een vader, moeder of kind gaat.
Verlof bij overlijden familielid
Als een direct familielid overlijdt, heeft u recht op calamiteitenverlof. Dit verlof is om meteen de nodige zaken te regelen. Het calamiteitenverlof kan overgaan in bijzonder verlof.
Concreet heeft de werknemer voortaan recht op 10 dagen rouwverlof bij overlijden van: de echtgenoot/echtgenote of samenwonende partner van de werknemer; een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner.
De eerste 3 dagen zijn verplicht op te nemen in de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis. De overige 7 dagen mag de werknemer vrij opnemen binnen het jaar na het overlijden.
Cijfers laten zien dat bijna iedereen, binnen een maand na het verlies van een dierbare, zijn of haar werk weer oppakt (97 procent). Maar 15 procent geeft aan dat hij of zij hiertoe eigenlijk nog niet in staat was; bij iemand met een overleden partner of kind is dit 50 procent (bron: Krechting en de Jong, 2009).
Interpretatie VPS: geen verlies werkdag omstandigheidsverlof als begrafenis op een zaterdag valt. Vraag: Ten gevolge het overlijden van een bloed- of aanverwant in de tweede graad heeft een personeelslid recht op 1 werkdag omstandigheidverlof.
Meestal wordt rouw langzaam minder. Hoe lang het duurt is voor iedereen anders, maar na een jaar voelen de meeste mensen zich beter. Soms gaat de rouw niet vanzelf over. Het is dan na een jaar nog (bijna) net zo erg als in het begin.
Om van het rouwverlof te kunnen genieten, dien je een aanvraag in bij je sociaal verzekeringsfonds. Download hieronder het aanvraagformulier, vul het in, onderteken het en stuur het aangetekend naar je regionale Acerta-kantoor. Je heb hiervoor een jaar de tijd.
Jouw werkgever kan je deze dag klein verlet niet weigeren, maar hij kan natuurlijk wel een bewijs vragen. Wat heb je gestudeerd? Bedankt, je gegevens werden correct bewaard. Ben je ziek, dan is je arbeidsovereenkomst geschorst.
Op de site van ArboNed lees ik dat de gemiddelde verzuimduur na het overlijden van een dierbare wel 170 dagen is.
Voor een echtgenoot/partner of kind is dit 4 of 5 dagen vanaf de dag van overlijden tot en met de dag van de begrafenis of crematie. Betreft het ouders of grootouders dan krijg je twee dagen verlof. De wet bepaalt daarmee de tijd van rouwen terwijl rouw een volkomen natuurlijk proces is.
Het is niet zo dat een begrafenis of crematie pas na 5 dagen plaats MAG vinden. De termijn van 5 dagen wordt vaak genomen als compromis tussen het tijdig zo veel mogelijk mensen op de hoogte stellen van het overlijden en de zaak niet onnodig te rekken en het belang van de volksgezondheid.
Twee dagen voor het overlijden van een inwonende broer, zus, schoonzus, schoonbroer, grootvader, grootmoeder, kleinkind, van een overgrootvader, een overgrootmoeder, van een achterkleinkind, van een schoonzoon of schoondochter, van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner.
Als werknemer hebt u het recht om in welbepaalde gevallen afwezig te blijven van het werk met behoud van loon. Het gaat om een verlof bij bepaalde familiale gebeurtenissen, zoals een huwelijk of een overlijden, of voor het vervullen van bepaalde staatsburgerlijke verplichtingen of burgerlijke opdrachten.
Rouw hoort helaas bij het leven en mensen kunnen zich er echt ziek van voelen. Uit recent onderzoek blijkt ook dat 1 op de 10 mensen die een dierbare hebben verloren, een burn-out krijgt door de combinatie rouw en werk.
Rouw is geen ziekte. Verlieservaringen zijn onlosmakelijk verbonden met dit leven. Het verlies van ouders, partner, kind, kleinkind, broer of zus kan bijzondere impact hebben op het functioneren van jou als medewerker. En hoewel rouw dus geen ziekte is, kan er wel ziekteverzuim door ontstaan.
Als je rouwt kun je je geruime tijd erg moe, futloos of passief voelen. Ook kun je symptomen ervaren zoals slaapproblemen, hoofdpijn, buikpijn, spierpijn, hartkloppingen of druk op de borst en gebrek aan eetlust. Het kan ook zijn dat je juist overactief bent om maar niet met het verlies bezig te hoeven zijn.
Dit verlof is in principe onbetaald en wordt voor de sociale zekerheid gelijkgesteld met arbeidsactiviteit. Let wel: gebeurtenissen die wel voorzien zijn of ingepland kunnen worden, zoals een geplande ziekenhuisopname, zijn geen dwingende reden en vallen dus niet onder het familiaal verlof.
U mag een overledene niet eerder dan 36 uur na overlijden laten begraven of cremeren. En niet later dan 6 werkdagen na overlijden. Het weekend en feestdagen zijn geen werkdagen. Na de crematie moet het crematorium de as van de overledene 1 maand bewaren.
U heeft recht op twee dagen verlof wanneer het gaat om een overlijden van (schoon)broer, (schoon)zus, (over)grootvader, (over)grootmoeder, (achter)kleinkind, schoonzoon of schoondochter die op moment van overlijden bij u inwoont.
Elke werknemer kan gedurende de tijd die nodig is maximaal 10 dagen per jaar verlof om dwingende reden opnemen. Dit kan enkel mits afgifte van een gewettigd attest waaruit blijkt dat de aanwezigheid van betrokkene vereist is voor een onverwachte en hoogdringende gebeurtenis.