Het recht bestaat voor Hart fundamenteel uit sociale regels. De kern van een ontwikkeld rechtssysteem bestaat uit het samenspel tussen primaire en secundaire regels. Primaire regels zijn regels die vaak overeenkomen met morele regels en een bepaalde verplichting of verbod opleggen.
Hart was een aanhanger van het rechtspositivisme. Hij beschouwt het recht als een combinatie van primaire en secundaire rechtsregels. Hart zegt dat regels meer zijn dan alleen bevelen die kunnen worden afgedwongen en gewoonlijk worden gehoorzaamd. Hart kijkt ook naar de internal aspects of rules.
Primaire en afgeleide wetgeving
De verdragen zijn het uitgangspunt van de EU-wetgeving en worden "primaire wetgeving" genoemd. Alle wetgeving die is voortgekomen uit de beginselen en doelstellingen van de verdragen, wordt "afgeleide wetgeving" (of "secundaire wetgeving") genoemd.
Natuurrecht is het idee dat voor iedereen, ongeacht plaats of tijd, rechten gelden omdat ze door de 'natuur' zijn gegeven. Natuurrechten zijn aangeboren en onvervreemdbaar. Het natuurrecht wordt onderscheiden van positief recht, dat door nationale wetgevers wordt gemaakt en uitgevoerd.
De secundaire regels komen tegemoet aan de tekortkomingen van een prejuridische wereld, waar alleen primaire regels de samenleving beheersen. Deze zijn volgens Hart de rule of adjudication, rules of change en de rules of recognition.
De hartcyclus bestaat uit verschillende fasen: de systole (aanspanningsfase en uitdrijvingsfase) en de diastole (ontspanningsfase of vullingsfase). Nadat de ventrikels tijdens de systole het bloed hebben uitgepompt naar de aorta en de arteria pulmonalis (longslagader) ontspant de hartspier zich en begint de diastole.
Rechtspositivisme is een rechtsfilosofie die geldend recht ziet als de veranderlijke wet- en regelgeving die is uitgevaardigd door de overheid, zonder een noodzakelijk verband met moraal. Daarmee staat het tegenover de natuurrechtsleer dat uitgaat van onveranderlijk recht dat van nature gegeven zou zijn.
Volgens Karl Popper moet er bij elke theorie een experiment te bedenken zijn om de hele theorie op de proef te stellen. Als het experiment dan een andere uitslag heeft dan de theorie voorspelt kun je de hele theorie verwerpen. Dan is dus de hele theorie niet meer geldig.
In tegenstelling tot zulke paradigmatisch wetenschappelijke theorieën als GR, betoogt Popper dat niet-wetenschappelijke theorieën zoals de Freudiaanse psychoanalyse geen voorspellingen doen die het mogelijk zouden maken ze te falsificeren . De reden hiervoor is dat deze theorieën compatibel zijn met elke mogelijke observatie.
Falsificatie houdt in dat er situatie aantoont dat een theorie niet klopt. Volgens Popper is een theorie alleen wetenschappelijk als het in principe mogelijk is te weerleggen.
Falsifieerbaarheid is een belangrijk kenmerk van de wetenschap. Het is het principe dat een stelling of theorie alleen als wetenschappelijk kan worden beschouwd als het in principe mogelijk is om deze als onwaar vast te stellen. Een van de kritiekpunten op sommige takken van de psychologie, bijvoorbeeld Freuds theorie, is dat ze niet falsifieerbaar zijn .
Juridisch positivisme is een theorie van het recht die stelt dat de term "wet" identiek is aan de wetten die bestaan als een kwestie van conventie . Met andere woorden, er is geen ideale of natuurlijke wet waarop conventionele wetten zijn gebaseerd. Wetten worden simpelweg "geponeerd" door wetgevers, en dat zijn de wetten die mensen zouden moeten gehoorzamen.
Het positief recht, of het vigerende recht, is het recht dat op een bepaald tijdstip of op een bepaalde plaats geldt. Zo is het positief recht, het recht dat vandaag op een bepaalde plaats van kracht is. De Latijnse term is lege lata.
Juridisch interactionisme impliceert een pluralistische visie op recht. Sommige normen zijn recht omdat ze in handelingspraktijken als recht zijn gegroeid, andere omdat ze na overeenstemming in contracten of verdragen zijn vastgelegd en weer andere omdat ze door een wetgever of rechter gezaghebbend zijn geformuleerd.
Het hart ligt iets links van het midden in uw borstkas, achter uw ribben. Het hart is een spier, ongeveer zo groot als een vuist. Het hart is een zeer sterke pomp, hij pompt 4 tot 5 liter bloed rond per minuut. Per dag is dit ongeveer 7.000 liter, dat is een tankwagen vol.
Als een boezem of kamer samentrekt, wordt de ruimte kleiner en wordt het bloed automatisch naar buiten gepompt.Zo pompt het hart bij iedere samentrekking bloed de slagader in. Als het hart ontspant, vult het zich weer met bloed. Hier hoeft het hart geen moeite voor te doen; dit gebeurt vanzelf.
De equaliteit werd ingedeeld in equaal en inequaal. Inequaal was de pols met een onregeimatige vulling van (bijna) aile sla- gen.
Sinds 1948 zijn mensenrechten wereldwijd vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Je vindt ze terug in internationale verdragen en in de Grondwet.
Drie kenmerken voor rechtsregels Zijn gemaakt door de overheid Gelden voor iedereen. Bij overtreding kan je naar de rechter. Rechtsregels worden daarom ook wel overheidsregels genoemd. De rechtsregels staan in allerlei wetten en regelingen en vormen samen het Nederlandse recht.
Het wenselijk recht is het recht dat men wenst en nastrevenswaardig vindt. objectieve recht. Nationaal recht is het recht dat binnen nationale staten tot stand komt en gelding heeft. herkomst en het geldingsbereik, zij kunnen elkaar niet overlappen.
Hart is een rechtspositivist, maar hij is ook een kritische moraalfilosoof. Rechtspositivisme betekent over het algemeen dat het in geen enkel opzicht een noodzakelijke waarheid is dat wetten bepaalde eisen van de moraalreproduceren of bevredigen , hoewel ze dat in feite vaak wel hebben gedaan.
Recht is een verzamelnaam voor alle regels die er bestaan. In de regels staat wat je wel en wat je niet mag doen. Soms staat er ook in op welke manier je iets moet doen. Sommige regels zijn opgeschreven in wetten.
Verschil tussen natuurrecht en positief recht
Natuurrecht benadrukt menselijk gedrag met inherente ethische normen en wordt niet aan de maatschappij opgelegd. Positief recht daarentegen omvat door mensen gemaakte wetten die regels bevatten die kunnen worden toegepast op specifieke acties op bepaalde tijden of plaatsen.
Karl Poppers belangrijkste bijdrage aan de wetenschap was de theorie van falsificatie die onderscheid maakte tussen wetenschappelijke en niet-wetenschappelijke theorieën. Hij stelde voor dat wetenschappelijke theorieën potentiële falsificatoren hebben, terwijl niet-wetenschappelijke theorieën deze missen.
Psychologie profileert zich heden als wetenschap gebaseerd op empirisch onderzoek en wil niets meer hebben met metafysica, speculaties en religie. Anderzijds beschouwt filosofie psychologie als pseudowetenschap. Geneeskunde zou ook niet veel meer zijn dan toegepaste wetenschap. De band tussen beide is erg slecht.