Patiënten met anorexia nervosa of boulimia nervosa kunnen proberen gewichtstoename door vreetbuien te compenseren door purgeren: braken of het gebruik van diuretica, laxantia of dieetpillen. Purgeren kan het gewicht doen dalen door volumedepletie, maar vermindert de opname van voeding nauwelijks.
Er worden 2 types anorexia onderscheiden: het beperkende type en het purgerende type. Bij het beperkende type anorexia ligt de nadruk op het onder controle houden van het gewicht door (te) weinig te eten en overmatig te sporten. Het purgerende type staat ook wel bekend als het gemengde type.
Anorexia nervosa
Met anorexia heb je geen goed beeld van je eigen lichaam: je vindt jezelf te dik, maar je bent heel erg mager. Je hebt wel eetlust, maar die negeer je het grootste deel van de tijd. Je lichaam luistert niet naar signalen van honger, of voelt geen honger meer.
Typen anorexia
Het restrictieve type; mensen met dit type anorexia eten niet, heel weinig of selectief om op die manier af te vallen, soms in combinatie met overdreven veel lichaamsbeweging.
anorexia nervosa. boulimia nervosa. eetbuistoornis (BED) eetstoornis Niet Anders Omschreven (NAO)
Bij anorexia vermager je meestal, terwijl je gewicht bij boulimia dikwijls niet veel verandert. Bij boulimia wisselen diëten, eetbuien en braken of laxeren elkaar af. Tijdens een eetbui eet je in een korte tijd overmatig veel. Hierna voel je je vaak schuldig.
Tijdens de gewichtshandhaving voor kinderen en adolescenten moet de energie-inname 40-60 kcal/kg/dag zijn. Deze adviezen worden gegeven voor patiënten met anorexia nervosa met ondergewicht.
De symptomen van anorexia
Als je de volgende symptomen herkent bij jezelf – of iemand in je omgeving – kan het zijn dat er sprake is van anorexia nervosa: Je hebt een normaal of te laag lichaamsgewicht, maar vindt jezelf toch te dik.
We speken van anorexia als iemand consequent het lichaamsgewicht op of onder de 85% houdt van het gewicht dat normaal verwacht mag worden. Bij volwassenen komt dit neer op een Body Mass Index (BMI) van maximaal 17,5. Eten en gewicht zijn een obsessie voor je.
Je hebt regelmatig eetbuien, waarna je wel of niet overgeeft. Je eet te weinig of te weinig verschillende dingen, waardoor je te weinig voedingsstoffen binnenkrijgt, afvalt of niet goed groeit. Eten heeft heel veel negatieve invloed op jouw sociale leven.
Er zijn verschillende oorzaken waardoor je minder trek kunt hebben, denk aan: verandering van smaak- en geurwaarneming, medicijngebruik, ziekte, weinig beweging, je alleen voelen en moe zijn.
Door ondergewicht of ernstige tekorten in de voedingsstoffeninname kan een depressie optreden, waarvan lichamelijk reacties het gevolg kunnen zijn zoals; vermoeidheid, concentratiezwakte, slaapproblemen en dagschommelingen in stemming; Tanden kunnen aangetast raken door maagzuur als gevolg van veelvuldig braken.
Anorexia bij ouderen
Eetproblemen op latere leeftijd kunnen ook leiden tot anorexia. De link tussen die problemen en anorexia wordt niet snel gelegd. Sommigen wisten niet eens dat op latere leeftijd nog anorexia kon ontwikkelen. Die signalen die kunnen wijzen op anorexia zijn vergelijkbaar met die van jongere mensen.
Anorexia nervosa: er is een wezenlijk verschil tussen anorexie en de eetstoornis anorexia nervosa. Anorexia nervosa betekent letterlijk gebrekkige of afwezige eetlust door psychische klachten. Anorexia nervosa patiënten onderdrukken de eetlust, zij hebben een gestoord eetgedrag.
Je dikke darm heeft voedingsvezels nodig om goed te kunnen functioneren. Als je onvoldoende voedingsvezels eet kan dat leiden tot darmklachten zoals winderigheid, harde ontlasting en een opgeblazen gevoel. Ook kun je last krijgen van verstopping of juist van diarree.
Mensen met anorexia hebben een vervormd beeld van hun lichaam. Ze vinden zichzelf te dik en eten zo min mogelijk om af te vallen. Ze proberen hun eetproblemen zo veel mogelijk te verbergen voor hun omgeving. Er ontstaat een dubbelleven met uitvluchten, trucs en leugens.
Iemand met anorexia nervosa kent net zoals iedereen het 'hongergevoel', maar onderdrukt dit gevoel op verschillende manieren. Het verlangen om mager te zijn overheerst bij iemand met anorexia nervosa. Tevens speelt er een angst om 'dik' te zijn of te worden.
Een normaal eetpatroon bestaat uit regelmatig en voldoende eten. Elke dag drie hoofdmaaltijden: ontbijt, lunch en diner inclusief twee of drie gezonde tussendoortjes zoals yoghurt, een mueslireep en fruit.
Dat zijn: een negatief zelfbeeld en erg weinig zelfvertrouwen, het gevoel tekort te schieten, de angst om afgewezen te worden en een neiging tot perfectionisme. Ook kunnen mensen met een eetstoornis vaak moeilijk hun emoties uiten of hebben depressieve gevoelens.
Snaaibuien door een schommelende bloedsuikerspiegel
Na het eten van deze koolhydraten (alsook suikers) stijgt je bloedsuikerspiegel, waardoor je je wel even lekker voelt. Maar daarop volgt een enorme snelle daling. En dat is exact het moment waarop je lichaam weer gaat vragen om koolhydraten en suikers.
De anorexiapatiënten bleken een grotere orbitofrontale cortex en insula te hebben. De orbitofrontale cortex heeft te maken met het krijgen van een verzadigd gevoel na het eten van een bepaald type voedsel. Vermoedelijk zorgt een grotere orbitofrontale cortex ervoor dat mensen met Anorexia sneller stoppen met eten.
Symptomen eetstoornis
Kieskeurig zijn met eten (bepaald voedsel ineens niet meer eten, of maaltijden gaan overslaan c.q. rigoureus lijnen). Eetbuien hebben. Niet meer kunnen stoppen met eten. Niet meer samen kunnen eten.
Er zijn geen medicijnen die je kunnen genezen van anorexia. Medicijnen zullen daarom alleen ingezet worden als ondersteuning van therapieën en andere behandelingen. Als je naast anorexia nog een andere ziekte hebt die je behandeling moeilijker maakt, dan kun je medicijnen krijgen tegen deze bijkomende ziekte.