Overtuigende stijl: deze gaat uit van een hoge taakgerichtheid en een hoge relatiegerichtheid. Deze leiderschapsstijl is inspirerend naar de groepsleden om een bijdrage te leveren aan het realiseren van de beoogde doelstellingen.
S4: Delegeren (ondersteunend)
Als leidinggevende reik je je team members alles aan wat ze nodig hebben, inclusief de bevoegdheden die nodig zijn om hun werk te doen. Zij krijgen alle verantwoordelijkheid binnen het project, maar jij blijft eindverantwoordelijke voor de output.
De ondersteunende stijl van leidinggeven is een mensgerichte stijl. Het gaat om het opbouwen van de relatie. Je maakt dus weinig gebruik van sturing, omdat de medewerker goed weet hoe hij of zij de taak moet uitvoeren. Deze medewerkers alsnog gaan uitleggen hoe de vork aan de steel zit werkt vaak averechts.
Een leider geeft andere mensen richting en ruimte en hij faciliteert hen om zelf verantwoordelijkheid en regie te nemen als het gaat om het creëren van een bevredigende toekomst.
Een goede manager bemoeit zich niet met alles. Hij of zij zet de grote lijnen uit, maar leunt op de expertise van anderen. Mensen vrijheid en vertrouwen geven om zelf de juiste keuzes te laten maken, zorgt in de regel voor het halen van betere resultaten en een fijne, creatieve omgeving.
Sturend gedrag
Dit houdt in dat jij als leidinggevende: Structureert; Je definieert de taak/het doel, geeft voorbeelden hoe een goede taakuitvoering er uit ziet, geeft aan hoe de resultaten worden gevolgd. Je vertelt wie, wat, wanneer en hoe iets moet gebeuren.
Autoritair leiderschap betekent dat de leider eenzijdig zijn/haar wil oplegt aan anderen. Hij/zij is heerszuchtig, niet gericht op het gesprek of overleg, niet gericht op consensus of democratisch genomen besluiten.
Strategische leiders stellen mensen op alle niveaus in de organisatie in staat beslissingen te nemen. Deze verdeling van verantwoordelijkheid geeft potentiële strategische leiders de mogelijkheid om te zien wat er gebeurt als mensen risico's nemen.
Leiderschap is het proces waarbij een individu anderen beïnvloedt om een bepaald doel te bereiken. Goed leiderschap is in staat om anderen te stimuleren en te inspireren. Deze leiders versterken motivatie, betrokkenheid en de prestaties van de organisatie.
Het antwoord is eigenlijk heel eenvoudig: Er is pas sprake van functionele aansturing als daar vooraf werkafspraken over zijn gemaakt met jou en/of jouw directe operationeel leidinggevende.
In het model van Hersey en Blanchard staat het onderscheid tussen taak- en mensgerichte managementstijlen centraal. Het taakgericht management kent een meer sturend karakter terwijl de mensgerichte benadering een meer ondersteunend karakter heeft.
Ze nemen beslissingen die volgens collega's en ondergeschikten niet in het beste belang van de organisatie zijn. Ze vermijden collega's, werken onafhankelijk en zien andere leiders als concurrenten. Ze leggen hun mensen normen en prestatieverwachtingen op waaraan zij zich zelf vervolgens niet houden.
Goede leiders zijn zelfbewust, communiceren doeltreffend, delegeren werk, moedigen strategisch denken aan en motiveren het team om het beste van zichzelf te geven.
Zie je in leiderschap en leidinggeven twee verschillende dingen, dan is het antwoord op de vraag natuurlijk volmondig ja, echt iedereen kan een leider zijn.
Een leidinggevende vindt het heel fijn en ervaart het als loyaal als mensen rechtstreeks iets tegen hem zeggen, in plaats van het tegen anderen te zeggen. Doorbreek dit, stap uit je comfortzone en/of zoek daarbij hulp van een mentor of coach, die je helpt bij je emoties en je weer op weg helpt.
Hij/zij staat niet open voor kritiek, suggesties of verbeteringen. Hij/zij begrijpt niet goed met welke materie wij bezig zijn. Hij/zij heeft geen of onvoldoende aandacht voor de teamleden. Hij/zij heeft onvoldoende overwicht binnen het team.
Visionair leiderschap: de bedenker van de koers
Het (samen met anderen) ontwikkelen van een visie is essentieel. Dankzij deze visie kan de leider de koers uitstippelen en de organisatie naar een stip aan de horizon leiden.
Leiderschap is meer visionair denken, identificatie van middelen en het vermogen om de voortgang naar de visie te beheren. Management is de planning, organisatie en controle over werkzaamheden.