Overdracht: de cliënt draagt (onbewust) oude gevoelens over op de hulpverlener of op degene van wie de cliënt in zekere mate afhankelijk is. Als de hulpvrager het doet, noem je het overdacht. Tegenoverdracht: de hulpverlener draagt (onbewust) in zijn functie als autoriteit eigen oude (kind)gevoelens over op de cliënt.
Tegenoverdracht wordt zichtbaar in gedrag doordat je niet meer vanuit je neutrale, objectieve trainershouding of coachhouding handelt en geen optimaal contact met je deelnemers maakt. Uit de manier waarop je een interventie doet, wordt je emotie duidelijk.
Op het moment dat je bewust bent van de overdracht en tegenoverdracht, is het belangrijk om het bespreekbaar te maken. Dit kan in een intervisiegroep en met de coachee zelf. Intervisie helpt je als coach om bewust te worden van bepaalde (tegen)overdrachtsprocessen.
Positieve overdracht is de projectie van een reddersbeeld op de coach of leidinggevende, en bestaat uit prettige emoties als: Aandacht, volledige acceptatie, veiligheid, zorg, waardering, bewondering.
Projectie is iets anders dan Overdracht, bij projectie worden gevoelens die iemand op een bepaald moment voelt, geprojecteerd op een ander. Iemand denkt dan dat de ander precies hetzelfde als hij denkt en voelt over een situatie of persoon, terwijl dat helemaal niet zo hoeft te zijn.
Projecties zijn namelijk niets anders dan spiegelingen. De persoon aan wie jij je ergert, heeft je dus iets waardevols te vertellen over jezelf. Kijk de volgende keer dus eens met een mengeling van plezier en nieuwsgierigheid naar je eigen irritaties. En stel jezelf de vraag wat de projectie je wil vertellen.
Projectie is wanneer men zich niet bewust is van eigenschappen, motieven of emoties van zichzelf en deze bij een ander plaatst. Volgens de psychoanalyse functioneert projectie als afweermechanisme met als doel de gevoelens (o.a. schaamte, schuld , faalangst) niet te hoeven voelen of te (h)erkennen.
Overdracht is het overdragen van een recht (indien het een recht van. Eigendom is het recht om over een zaak (stuk grond, voorwerp, hoeveelheid geld enz.) naar eigen goeddunken te beschikken.
Tegenoverdracht: de hulpverlener draagt (onbewust) in zijn functie als autoriteit eigen oude (kind)gevoelens over op de cliënt. Veelal is de (tegen)overdracht van de hulpverlener een reactie op het gedrag van de cliënt: de hulpverlener reageert vanuit eigen oud (onbewust) gevoel op gedrag van de cliënt.
We spreken van projectieve identificatie wanneer een ondraaglijk gevoel of deel van het Zelf wordt geprojecteerd in de ander. De relatie is de drager van het fenomeen.
Het uitwisselen van patiëntgegevens bestaat uit grofweg drie stappen: vastleggen (1), overdragen aan collega's (2) en delen met de patiënt (3). Om dit proces goed te laten verlopen, is het belangrijk dat de gegevens voor iedereen te begrijpen en te hergebruiken zijn.
Om de continuïteit van zorg te waarborgen is het daarom belangrijk voor de patiënt dat relevante en juiste informatie goed wordt overgedragen vanuit het ziekenhuis naar de opvolgende zorgverlener. Een goede overdracht vraagt van het ziekenhuis inzet, tijd en een gestructureerde ontslagprocedure.
Deze drie elementen zijn (1) het ontwikkelen en creëren van een persoonlijke en emotionele band tussen cliënt en therapeut, (2) overeenkomst tussen cliënt en therapeut over de taken in de therapie, (3) en overeenkomst tussen cliënt en therapeut over de doelen van de therapie.
Volgens de definitie van Bordin houdt de therapeutische relatie in: (1) overeenstemming over de doelen van de therapie, (2) overeenstemming over de taken van de therapie, en (3) de kwaliteit van de persoonlijke band tussen patiënt en therapeut.
Autonomie en ruimte voor eigen regie in het werk zijn belangrijke ingrediënten voor een positief werkklimaat. De mate waarin medewerkers behoefte hebben aan autonomie verschilt per persoon, maar autonomie en de mogelijkheid om eigen regie te nemen in het werk komen in veel onderzoeken als belangrijke punten naar voren.
'Bij eigendomsvoorbehoud worden goederen geleverd, maar gaat de eigendom nog niet op de ontvanger over. Dat gebeurt pas als aan een aanvullende voorwaarde is voldaan. Indien en zolang niet aan de voorwaarde is voldaan, verkrijgt de ontvanger nog niet het eigendom.
Is het de of het overdracht
In de Nederlandse taal gebruiken wij de overdracht.
Narcisten gebruiken deze zinnen om je uit balans te halen, in verwarring te brengen waardoor je twijfelt zodat je alle aandacht op de narcist richt in plaats van op jezelf en op je eigen leven. Wat alle narcisten zeggen: “Ik heb dat nooit gezegd!” en: “Jij verdraaid ook echt alles wat ik zeg.!”
Pas als je de juiste context weet (moet je dan wel naar willen zoeken) zie je wat niet klopt. Narcistische mensen spiegelen dus continu. Met als doel: nooit ontmaskerd te worden. Als ze denken dat je nooit weg zult gaan, komt de ware negatieve aard naar boven.
Feitelijk is projectie een onbewuste manier om het bestaan van iets in jezelf te ontkennen en het aan anderen toe te kennen, het te externaliseren. De narcist projecteert omdat hij/zij eenvoudigweg geen verantwoordelijkheid voor zijn pathologie kan en wil nemen.
Je bent getriggerd. Als je merkt dat je zomaar overmatig gespannen of emotioneel wordt, dan ben je blijkbaar – wat we noemen- “getriggerd”. Een trigger is iets in je omgeving of in het contact met anderen, waar het onbewuste deel van je brein extra aandacht aan besteedt.
Binnen de psychologie is projectie een bekend begrip. Er is sprake van projectie, zodra iemand eigenschappen van zichzelf ontkent óf verbergt door deze te 'plakken' op de ander. Zodra je emotie ervaart kan er sprake zijn van projectie.