Oriënterend lezenJe kijkt wat het onderwerp van de tekst is, je kijkt wie de schrijver is, je bekijkt de titel, de omslag en een eventuele inhoudsopgave en eventuele plaatjes.
Oriënterend lezen
Als je wil kijken of de tekst interessant of bruikbaar voor je is, lees dan de tekst oriënterend. Dan weet je wat het onderwerp is en waar specifieke informatie in de tekst staat. Je kunt dan bepalen of je verder wil lezen en of de tekst bruikbaar voor je is.
Bij oriënterend lezen krijg je een duidelijk beeld van de tekst zonder de tekst intensief te gaan lezen. Als je de tekst vervolgens helemaal door gaat lezen kun je beter eerst beginnen met globaal lezen. Bij globaal lezen kijk je naar de kopjes, titels en fotos van de tekst.
Oriënterend lezen → gebruik je als je het onderwerp van de tekst wil achterhalen. Je bekijkt de tekst van van een afstandje. Globaal lezen → gebruik je als je de deelonderwerpen van de tekst wil bepalen. Precies lezen / studerend lezen → is handig als je de hele tekst wil begrijpen.
Oriënterend lezen wordt ook wel globaal lezen of zoekend lezen genoemd, omdat je je een indruk vormt van de tekst en op zoek gaat naar de structuur. In de praktijk is deze techniek vooral handig voor een eerste kennismaking met de tekst.
Niveau 1 oriënterend lezen: het hele boek
Begin met de titel, de inhoudsopgave en het voorwoord. Zo krijg je een idee van wat je kan verwachten. Als er een conclusie in het boek staat, is het handig om deze eerst te lezen. Zo weet je waar de auteur wil eindigen en heb je meteen de rode draad van het boek te pakken.
Oriënterend lezen Lees eerst de titel en kijk naar de afbeeldingen. Nu kun je vaak voorspellen wat het onderwerp van de tekst is. Kijk ook wat voor soort tekst het is. Globaal lezen Lees de inleiding en het slot, de tussenkopjes en de eerste en laatste zin van iedere alinea.
Als er door problemen met lezen veel leesfouten worden gemaakt, wordt het ook moeilijk om de inhoud van de tekst te begrijpen. Tip: Oefen begrijpend lezen eerst mondeling! Als er teveel woorden in een tekst staan die je niet kent, wordt het moeilijk om de algemene strekking van de tekst te kunnen volgen.
Vervolgens ga je te tekst globaal doorlezen. Je let hierbij bijvoorbeeld op de kernzinnen. De kernzin is de belangrijkste zin die in een bepaalde alinea staat. Door deze zin te lezen, weet je al veel informatie over wat er in die bepaalde alinea te lezen is.
Lees de tekst snel door zonder te noteren of markeren.
Zo krijg je een globaal idee waarover de alinea gaat. Laat je ogen snel over de tekst glijden.
Als je in reactie op je brief bent uitgenodigd voor een eerste gesprek noemt men dit ook wel een oriënterend gesprek. Tijdens dit gesprek wil de werkgever een globale indruk krijgen van wie je bent en of je past bij het bedrijf en het profiel van de vacature.
Met globale inhoud kun je een gedeelte van de inhoud, zoals een koptekst of voettekst, herhalen op meerdere pagina's van je website.
Tijdens het lezen gaan voorspellingen bijvoorbeeld over wat er in de volgende alinea of het volgende tekstgedeelte zal staan. De leesstrategie voorspellend lezen zou lezers moeten helpen om de tekstinhoud te koppelen aan hun voorkennis.
De 7 tekstdoelen
Nou: informeren, instrueren, adviseren, overtuigen, activeren, emotioneren en inspireren.
bepalen op welke plaats je bent vb: in deze wijk kun je je moeilijk oriënteren zoveel mogelijk informatie verzamelen vb: ik wil me eerst goed oriënteren voordat ik een ...
Het intensieve lezen kan allerlei concrete leesactiviteiten omvatten (herlezen, markeren, annoteren, notities maken, opzoekingen verrichten, samenvatten, enz.) om betrokkenheid en begrip te vergroten. Het zijn vaak complexere teksten en/of teksten uit het verleden die aan een intensieve lectuur onderworpen worden.
De hoofdgedachte geeft antwoord op de vraag: 'Wat is het onderwerp en wat wordt er over het onderwerp gezegd?'. Vaak kan de hoofdgedachte in één zin worden weergeven. Vaak staat de hoofdgedachte in de inleiding óf in het slot van een tekst.
Om begrijpend lezen te onderwijzen zijn er veel manieren. Drie daarvan zijn: Strategisch leesonderwijs, waarbij aandacht wordt besteed aan het aanleren en gebruiken van leesstrategieën. Inhoudsgericht leesonderwijs, met veel aandacht voor het maken van een mentale representatie van een tekst.
Middels verkennend lezen probeer je een eerste indruk te krijgen van het idee en de structuur van de tekst.
Een tekstdoel is het doel waarom de tekst is geschreven. Een leesdoel is het doel waarom je een tekst leest.