Weten waar ze aan toe zijn en welke ruimte ze hebben voor eigen initiatief;Weten wat ze moeten (of kunnen) doen, hoe en met welk doel ze dat moeten (of kunnen) doen.
Een leraar die vak- of beroepsinhoudelijk en didactisch competent is, creëert een krachtige leeromgeving, onder andere door het leren in verband te brengen met realistische en voor de leerlingen/deelnemers relevante toepassingen van kennis in beroep en maatschappij.
Interpersoonlijk competent
Hij/zij bevordert de zelfstandigheid van de leerlingen en zoekt in zijn/haar interactie met leerlingen een goede balans tussen: leiden en begeleiden, sturen en volgen, confronteren en verzoenen, corrigeren en stimuleren.
In het po en vo wordt vandaag de dag rekening gehouden met zeven competenties: Interpersoonlijk competent, pedagogisch, organisatorisch, vakinhoudelijk en didactisch competent als ook bekwaamheid in het samenwerken met collega's, samenwerken met de omgeving en competentie in reflectie en ontwikkeling.
De SBL competenties zijn:
Vakinhoudelijk en Didactisch Competent. Organisatorisch Competent. Competent in Samenwerken met collega's. Competent in Samenwerken met de omgeving.
Een bekwaamheidsdossier is een geordende verzameling documenten die inzichtelijk maken dat een leraar bekwaam is en zijn bekwaamheid in zijn professionele loopbaan onderhoudt in overeenstemming met het beleid van zijn school(bestuur).
De bekwaamheidseisen zijn vastgelegd in het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel. Ze beschrijven wat leraren minimaal moeten weten en kunnen. Deze eisen zijn opgesteld door lerarencommissies en beschrijven wat er nodig is om leraar te zijn.
Over 'De zes rollen van de leraar'
Martie Slooter maakt in haar nieuwe boek duidelijk dat iedere leraar in het voortgezet onderwijs zes rollen vervult: die van (1) gastheer, (2) presentator, (3) didacticus, (4) pedagoog, (5) afsluiter en (6) coach. Elke rol kun je aanleren en in elke rol kun je je verder ontwikkelen.
Er zijn wel enkele eisen. Bijvoorbeeld: je hebt minimaal een afgeronde hbo-opleiding óf een afgeronde mbo-opleiding met minimaal drie jaar praktijkervaring in het vak waarin je les wilt geven. Om te bewijzen dat je praktijkervaring hebt, kun je een ervaringscertificaat (EVC ) overwegen.
Een leraar in het primair onderwijs (po) verdient tussen € 3.500 en € 7.190 per maand. Dat is inclusief onder andere vakantiegeld en een eindejaarsuitkering. Het primair onderwijs bestaat uit het (speciaal) basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs.
Twee mensen communiceren betekent interpersoonlijk. Dit in tegenstelling tot intrapersoonlijke communicatie die alleen binnen de eigen geest wordt gedaan met de eigen gedachten, gevoelens en ideeën.
Hard skills zijn vaardigheden die je nodig hebt om de functie goed te kunnen uitvoeren. Denk bijvoorbeeld aan bepaalde technische vaardigheden zoals het beheersen van een computerprogramma.
Een leraar die competent is in reflectie en ontwikkeling, denkt regelmatig na over zijn beroepsopvattingen en zijn professionele bekwaamheid. Zo'n leraar streeft ernaar zijn beroepsuitoefening bij de tijd te houden en te verbeteren.
Tips om een goede instructie te geven:
Praat luid en duidelijk en geef aan hoe lang je instructie duurt. Houd het kort en bondig. Geef aan wat de leerlingen gaan doen. Geef aan hoe ze het moeten doen.
Vakdidactisch bekwaam wil zeggen dat de leraar de vak inhoud leerbaar maakt voor zijn leerlingen, in afstemming met zijn collega's en passend bij het onderwijskundige beleid van zijn school. Hij weet die vak inhoud te vertalen in leerplannen of leertrajecten.
Volgens het Salarisrapport 2021 van Jobat verdien je in het onderwijs gemiddeld 4.007 euro bruto per maand. Netto houd je daar ongeveer 2.455 euro van over. Het loon van een leerkracht varieert uiteraard volgens de anciënniteit en binnen de verschillende salarisschalen.
Minimum en maximum salaris voor Onderwijsassistenten - van € 1.490 tot € 3.972 per maand - 2022. Het aanvangssalaris van een Onderwijsassistenten bedraag meestal tussen de € 1.490 en € 2.506 bruto per maand.
– Lerarenopleiding basisonderwijs in het hbo (pabo). Duurt vier jaar in voltijd. Lesbevoegdheid voor alle klassen van de basisschool. – Tweedegraads lerarenopleiding in het hbo.
Het belangrijkste doel van een goede lesafsluiting is dat leerlingen leren nadenken over hun leerproces. Daardoor kunnen ze hun eigen leren steeds beter sturen. Dit leidt tot effectiever leren en betere leerprestaties.
De pedagoog geeft aan welke regels gelden in de klas, corrigeert leerlingen, geeft positieve feedback en reageert met behoud van de relatie. Leerlingen worden persoonlijk aangesproken op hun gedrag. In de rol van pedagoog komt de leraar tegemoet aan de emotionele en sociale behoeften van leerlingen.
Effectieve leraren vervullen in hun lessen vijf verschillende rollen. De leraar is: gastheer, presentator, didacticus, pedagoog en afsluiter. Het boek De vijf rollen van de leraar beschrijft voor elke rol op concrete, praktische wijze welk gedrag een effectieve leraar wel én niet vertoont.
Je bent bevoegd als je een opleiding hebt gevolgd die vereist is voor de zorg en handelingen die je verricht. Je bent bekwaam wanneer je naast het juiste diploma of certificaat de handeling beheerst. Dit betekent dat je beschikt over zowel de vaardigheden als de bijbehorende kennis en attitude.
In het algemeen geldt: heb je langer dan 5 jaar een handeling niet meer verricht dan ben je niet meer bekwaam. Je zult je dan onder begeleiding van bijvoorbeeld een docent of collega eerst weer de handeling eigen moeten maken. Daarna ben je weer bekwaam.
Medicijnen uitzetten is een ander verhaal, dat mag je als helpende-plus niet doen. Het toedienen van insuline (via subcutane injectie) is een voorbehouden handeling, dit mag je als helpende-plus ook niet doen. Voor de duidelijkheid: helpende-plus is geen erkende opleiding.