Het IJsbergmodel van de Amerikaanse psycholoog David McClelland kijkt naar het zichtbare gedrag, kennis en vaardigheden van mensen en naar de onderliggende, onbewuste diepere lagen. Net zoals bij een ijsberg, bevindt het grootste deel zich onder water.
Het grootste gedeelte van de ijsberg bevindt zich onder de waterlijn. Hier bevinden zich de onbewuste en onzichtbare overtuigingen, normen en waarden, eigenschappen en motieven van mensen. Hier zit vaak wat niet uitgesproken wordt, het denken en willen.
Motieven en drijfveren
Termen als emotie, drijfveer, motief, beweegreden, zetten ons in beweging. Drijfveren zorgen ervoor dat we in actie komen en dingen doen.
Drijfveren zeggen iets over motivatie, houding, voorkeur en waarden. Drijfveren zijn dynamisch: ze kunnen bijvoorbeeld veranderen door de tijd heen of door de ervaring die je opdoet. Het is belangrijk inzicht te hebben in je drijfveren want ze geven aan wat je beweegt in je leven én je werk.
Je lichaamshouding, gezichtsexpressie, manier van bewegen, spreken en manier van kleden, maar ook je zelfbeeld, gevoel van eigenwaarde, zelfvertrouwen en je vertrouwen in anderen beïnvloeden je zichtbaarheid. En evengoed geven gevoelens, overtuigingen, verlangens, waarden en normen kleur aan je gedrag.
Verdiepingsvragen: Vragen door op het antwoord dat je hebt gekregen. Wat bedoel je met…, wat betekent…, wie bedoel je met…, etc. Ze dienen om de kern boven tafel te krijgen.
Normen en waarden zijn in een maatschappij van groot belang. Ze geven richting aan ons bestaan en scheppen richtlijnen voor onze gedragingen. We zijn bewust of onbewust steeds aan het kijken of ons gedrag, of het gedrag van de mensen om ons heen, voldoet aan de heersende normen en waarden.
Motivatie Theorie van McClelland (McClelland Theory)
McClelland stelt dat wanneer een individu eenmaal aan zijn basisbehoeften, zoals voedsel en onderdak heeft voldaan, het individu vier soorten motiverende behoeften heeft: prestatie, macht, aansluiting en vermijding.
Volgens Freud bestaat het onbewuste vooral uit verdrongen materiaal. We moeten daarbij denken aan gevoelens, gedachten en herinneringen die het daglicht niet goed kunnen verdragen doordat ze afwijken van hetgeen binnen de cultuur als acceptabel wordt gezien.
McClelland motivatie theorie: het IJsberg model
Gekoppeld aan de McClelland motivatie theorie, ontwikkelde David McClelland het ijsberg model. Dat kijkt naar het zichtbare gedrag, kennis en vaardigheden van mensen en de onderliggende onuitgesproken en onbewuste diepere lagen.
De Adams Equity Theory, ook wel billijkheidstheorie of equity theorie genoemd, is in 1963 ontwikkeld door de Amerikaanse psycholoog John Stacey Adams. Het draait om het evenwicht tussen wat een medewerker in zijn werk stopt (ook wel input genoemd) en wat hij als resultaat hiervoor terugkrijgt (de zogenoemde output).
De verwachtingstheorie van Victor Vroom is een wetenschappelijke theorie over motivatie. Volgens de verwachtingstheorie hangt de sterkte van motivatie voor een handeling af van drie factoren: verwachting, instrumentaliteit en valentie.
Haalbare doelen stellen, duurzame motivatie ontdekken, een plan hebben om te werken aan nieuwe gewoonten en leren volhouden spelen hierin een belangrijke rol. Om te veranderen heb je duurzame motivatie nodig. Het hoeft niet leuk te zijn, maar moet vooral belangrijk voor jou zijn. Dit is nodig voor gedragsverandering.
Gedrag wordt mede bepaald door het endocriene systeem en het zenuwstelsel. De complexiteit van het gedrag van een soort organisme hangt samen met de evolutionair bepaalde complexiteit van zijn zenuwstelsel. Organismen met complexe zenuwstelsels hebben een groter vermogen tot leren en daardoor tot gedragsaanpassing.
Wat zijn verhelderende vragen? Verhelderende vragen stel je om te vragen naar feiten. In principe zijn verhelderende vragen bedoeld om jouw verlangens een bepaalde vorm en grootte te geven. Hierdoor weet je beter wat je precies wil.
Een veel gemaakte fout is het stellen van een cocktailvraag. Dit zijn meerdere vragen in één zin. Voorbeeld: "Heeft u al een bestemming in gedachten en in welke periode gaat de reis plaatsvinden, om hoeveel personen gaat het precies?
Dit kunnen herinneringen, aangeleerd gedrag of onverwerkte gebeurtenissen, angsten en trauma's zijn. Ook boodschappen die we van huis uit hebben meegekregen zitten vaak in ons onderbewuste, maar ook datgene van onze persoonlijkheid wat maakt wie we in essentie zijn.
In je leven spelen je bewuste denken en gedrag en je onbewuste (dat deel dat gevormd wordt door alle ervaringen uit het verleden die je niet meer bewust kunt oproepen) de hoofdrol. In veel gevallen zijn je bewuste en je onbewuste het met elkaar eens.
De vijf gedragsgebieden van de Big Five zijn: (1) sociaal vaardig, (2) sympathiek, (3) werkinstelling, (4) stabiliteit en (5) toegankelijkheid. Dit zijn in beginsel geen competenties maar methodisch gedefinieerde, goed van elkaar te onderscheiden, zichtbare en meetbare gedragsvormen.
Volgens de zelfdeterminatietheorie (ZDT) wordt er onderscheid gemaakt tussen verschillende vormen van motivatie. De bekendste zijn intrinsieke motivatie en extrinsieke motivatie, maar volgens deze theorie zijn er ook nog tussenvormen, genaamd belang en interne verplichting.
Motivering én motivatie betekenen allebei 'onderbouwing' en 'reden waarom iemand iets wil of doet'. Daarnaast kun je motivatie gebruiken om aan te geven dat je iets graag wilt en er moeite voor wilt doen en voor iets wat je aanspoort die moeite te doen ('prikkel, stimulans').
Veel van de theorieën over motivatie hebben te maken met de verschillende factoren die motivatie beïnvloeden. Dit kunnen behoeften zijn, zelf geformuleerde doelen, de eigen mening over de moeilijkheidsgraad van het doel en de eigen vaardigheden, maar ook beloningen of straffen.