Objectiviteit zijn alle feiten, zonder dat ze op een bepaalde manier worden ingekleurd door mensen. Je zou bijvoorbeeld kunnen zeggen dat 'de lucht is blauw' een feit is. Ook dingen als wiskundige formules kun je als feiten zien.
Iets is objectief als het onafhankelijk is van de waarneming of voorkeuren van mensen: als er geen interpretatie bij nodig is. Dit staat tegenover subjectief.
Andere woorden voor objectief zijn feitelijk, lens, onpartijdig en waarneembaar.
Objectief betekent: gebaseerd op feiten en niet op een mening. Een beoordeling van het functioneren van de medewerker zou zich dus moeten beperken tot de feiten.
Subjectief houdt in dat iets vanuit persoonlijk oogpunt wordt beoordeeld of gezien. Het heeft betrekking op de eigen smaak of voorkeur. Wanneer iemand subjectief antwoordt, is het antwoord van die persoon beïnvloed door zijn of haar eigen meningen en ervaringen.
objectief, onbeschroomd, onbevooroordeeld, ongedwongen, onpartijdig, vrijmoedig. onpartijdig (bn) : neutraal, objectief, onbevangen, onbevooroordeeld, onvooringenomen.
Pas op voor je persoonlijke mening. Houd je zo goed mogelijk aan de feiten en theorieën. Blijf tijdens een interview neutraal (door bijvoorbeeld niet 'mee te praten' met de respondent). Als je voorbeelden moet noemen, benoem er dan een paar die van elkaar verschillen.
Objectiviteit zijn alle feiten, zonder dat ze op een bepaalde manier worden ingekleurd door mensen. Je zou bijvoorbeeld kunnen zeggen dat 'de lucht is blauw' een feit is. Ook dingen als wiskundige formules kun je als feiten zien.
Argumenten zijn objectief wanneer ze feitelijk zijn en subjectief wanneer ze een mening, een gevoel, een vermoeden of een waardeoordeel bevatten. Subjectieve argumenten worden ook wel waarderende argumenten genoemd. Objectieve (feitelijke) argumenten kun je altijd controleren op hun juistheid.
Beschrijf je iemands voortgang waar geen cijfermatig bewijs voor is, maar bijvoorbeeld iemands gedrag of gesteldheid, dan doe je dat zo objectief mogelijk. Je beschrijft wat er gebeurd is en wat je gezien hebt en niet jouw interpretatie daarvan. Het gaat dus om de feiten en niet om jouw persoonlijke mening of smaak.
2: Beoordeel op basis van objectief te meten gedrag
Beoordeel op basis van waarneembaar, objectief gedrag. Een goed voorbeeld van een objectieve beoordeling is: Zelden of nooit deadlines gemist." Dit is duidelijker en objectiever dan "Voldoet aan verwachtingen" of "overtreft verwachtingen".
Wat gebaseerd is op waarneembare en onafhankelijk verifieerbare feiten, en niet op persoonlijke indrukken of meningen. Een objectieve vaststelling, is een vaststelling die door verschillende individuen, die onafhankelijk van elkaar iets waarnemen, op precies dezelfde manier kan worden gedaan.
Door scherp te zijn op vooronderstellingen in taal kunnen we steeds objectiever waarnemen: Objectief: als het onafhankelijk is van de mening van mensen, zonder interpretatie. Subjectief: als er wel een mening of een interpretatie is.
objectief wil zeggen dat je enkel de feiten vertelt: wat dus echt gebeurd is, geen twijfel mogelijk. je mening komt niet te pas. Als je je dan wel weer baseert op wat jij vindt, je mening dus (ookal vertel je extra dingen die wel echt gebeurd zijn) is het subjectief.
Objectief is onpartijdig, onbevooroordeeld ("Geschiedschrijving is zelden objectief").
In een verslag beschrijf je een gebeurtenis of activiteit. Als je dicht bij de feiten blijft, is je verslag objectief. Een voorbeeld van een zo objectief mogelijk verslag is het proces-verbaal dat door politieagenten van een ongeluk wordt gemaakt.
Objectief recht is het geheel van rechtsregels en normen, zoals die voortvloeien uit wetgeving, rechtspraak en gewoonten. Het begrip subjectief recht kan worden omschreven als een in het rechtssysteem erkende bevoegdheid om naar eigen goeddunken bepaalde handelingen te stellen.
Subjectief observeren van je doelgroep gebeurt wanneer er eigen meningen, gedachten en gevoelens worden verwerkt in de observaties. Subjectief observeren is eigenlijk mens-eigen: wanneer er drie mensen onafhankelijk naar een persoon kijken zullen ze alle drie weer een andere beschrijving geven.
Bij betrouwbaarheid gaat het om hoe consistent een methode iets meet. Hierbij is het van belang dat de uitkomsten hetzelfde zijn als je de meting of het gehele onderzoek op exact dezelfde wijze nog een keer uitvoert (reproduceert of repliceert).
Met definiërende vragen kun je uitzoeken hoe datgene wat je onderzoekt zich verhoudt tot het grotere geheel. Je kunt hiermee een verschijnsel typeren en indelen. Meestal zijn definiërende vragen deelvragen.
Een respondent is iemand die antwoordt op een responsiecollege. Iemand die een enquête beantwoordt wordt ook respondent genoemd. Een responsiecollege is een college waarin door de hoogleraar vragen gesteld worden aan de student. De student die deze vragen beantwoordt, wordt dus dan de respondent genoemd.
Objectief observeren
Objectief wil zeggen dat je van feiten uitgaat, en zo min mogelijk je eigen mening, gedachten of gevoelens mee laat spelen. Je observeert datgene wat je daadwerkelijk ziet, hoort, ruikt of voelt. Registreer en rapporteer vooral feiten en trek niet te snel conclusies.
onpartijdig (bn) : neutraal, objectief, onbevangen, onbevooroordeeld, onvooringenomen.
ambitie, bedoeling, bestemming, buut, doelstelling, doelwit, finaliteit, focus, mikpunt, oogmerk, oogwit, plan, richtpunt, streven, voornemen. doel (zn) : betekenis, doeleinde, intentie, nut, objectief, opzet, zin.