Volgens het Nibud is een huishouden in de ideale situatie niet meer dan 50% van het inkomen kwijt aan vaste lasten, afhankelijk van het inkomen en de woonsituatie. Echter zijn de uitgaven aan gas, energie, boodschappen en tanken op dit moment zo hoog dat ruim 70% van het inkomen op gaat aan vaste uitgaven.
Gemiddelde uitgaven per maand
Hoeveel Nederlanders gemiddeld per maand kwijt zijn vaste lasten blijkt uit onderzoek van Pricewise. 35% van de 2.000 respondenten is tussen de € 500,- en € 999,- kwijt aan vaste lasten. 32% geeft maandelijks tussen de € 1000,- en €1499,- uit aan vaste lasten.
De 50-30-20-regel verdeelt jouw inkomen als volgt: 50% voor vaste lasten, 30% voor persoonlijke behoeften en 20% voor sparen en schulden aflossen. Dit zijn de drie potjes waar je alles uit betaalt. Hoe je jouw geld vervolgens uitgeeft en wat je precies verstaat onder elk potje, bepaal je gewoon zelf.
In Nederland wordt de betaalbaarheid van wonen nogal eens berekend met woonquota. Daarbij worden de woonlasten afgezet tegen het inkomen. 30 procent wordt daarbij gezien als een acceptabele norm.
De 50/30/20-methode is een hele gemakkelijke budgetmethode: 50% van je netto-inkomen bewaar je voor je vaste lasten/benodigdheden, 30% voor hobby's en extra's en 20% voor sparen en het afbetalen van mogelijke schulden. Maar drie categorieën dus! Wel zo overzichtelijk.
Het Nibud adviseert om iedere maand tien procent van je netto-inkomen te sparen. Stel dat je 2500 euro netto per maand verdient, dan zet jij 250 euro op je spaarrekening. Maar wat als je het minder breed hebt? Misschien verdien jij wel niet genoeg om maandelijks 10 procent van je netto-inkomen te kunnen missen.
Als je op jezelf woont en alleenstaand bent, dan is het wenselijk dat je minimaal €40,- per week aan leefgeld krijgt. Voor elke extra persoon in het huishouden, komt er €10,- bij. Woon je samen, dan is het wenselijk dat je minimaal €50,- per week hebt.
Er zijn wel standaardnormen uitgaande van gemiddelden. Nederlanders willen gemiddeld niet meer dan 34 procent van het inkomen besteden aan woonlasten. Het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) vindt dit iets te hoog. Zij vinden 33 procent van het netto inkomen acceptabel.
Een traditioneel model beargumenteerd dat je 35-45% van jouw bruto inkomen kwijt kunt aan jouw huis lasten. Een meer conservatief model, gaat ervan uit dat je 25% van jouw netto inkomen kunt veroorloven voor jouw lasten.
Als het nodig is, maak je gebruik van geld uit je buffer. Hiervoor is dit bedrag ook bedoeld. Om je buffer op te bouwen én op peil te houden, adviseert het Nibud om minimaal tien procent van je netto maandinkomen te sparen. Zo vul je het bufferbedrag telkens weer aan.
Een algemene regel is dat een spaarbuffer moet liggen tussen zes tot twaalf maanden netto gezinsinkomen. Deze buffer is bedoeld om onvoorziene kosten of inkomensverlies op te vangen. Een kapotte wasmachine, schade die de verzekering niet dekt, langdurige ziekte, ontslag, enzovoort.
Huishoudens hebben gemiddeld ruim 46.000 euro aan spaargeld. Dit is echt heel scheef gedeeld. De doorsnee waarde van het spaargeld van een huishouden is ruim 18.000 euro. Ruim 1 op de 10 huishoudens heeft 100.000 euro of meer aan spaargeld.
Volgens het Nibud verdient een gemiddeld gezin €1861 per maand en zijn de uitgaven van een gemiddeld gezin €1797 per maand. dat houd in dat een gemiddeld nederlands gezin maar 64 euro per maand overhoud.
Wanneer je een gezin hebt met 2 kinderen zal je boodschappenbudget nog hoger liggen dan bij alleenstaanden en stellen. Gemiddeld geven gezinnen met 2 kinderen in Nederland tussen de €80 en €150 euro per week uit aan boodschappen. Dit is onder andere afhankelijk van de leeftijd van de kinderen en hun eetgewoonten.
Je vaste lasten zijn bijvoorbeeld je woonlasten, energie, zorgverzekering en abonnementen. Dit zijn uitgaven waar je niet zomaar op kunt bezuinigen en die meestal maandelijks terugkomen. Dagelijkse uitgaven zijn bijvoorbeeld boodschappen, kleding, vervoer en cadeaus. Bekijk hoeveel je hier elke maand aan uitgeeft.
Huizenkopers sloten in het laatste kwartaal van dit jaar fors lagere hypotheken af. Het gemiddelde hypotheekbedrag kwam uit op 298.000 euro volgens cijfers van hypotheekbemiddelaar De Hypotheker. Dat is voor het eerst in twee jaar onder de drie ton, en zo'n 37.000 euro lager dan in het slotkwartaal van 2021.
Bedrag van de Nationale Hypotheek Garantie (NHG) stijgt
De maximale koopprijs voor een hypotheek met Nationale Hypotheek Garantie bedraagt in 2023 € 405.000. Dit was €355.000. Je mag maximaal € 24.300 aan energiebesparende maatregelen meefinancieren met NHG.
De hypotheekverstrekker kijkt naar je bruto jaarinkomen. Meestal mag je hypotheek maximaal 4,25 keer zo hoog zijn als je bruto jaarinkomen.
De woonquote, de totale woonlasten als percentage van het besteedbaar inkomen, was in 2021 voor huurders gemiddeld 36,3 procent.Huiseigenaren waren met gemiddeld 23,4 procent een kleiner deel van hun besteedbaar inkomen kwijt aan wonen.
Hypotheeklasten of huur
Zo zijn er mensen die voor hun sociale huurwoning maar een paar honderd euro per maand betalen, maar er zijn ook mensen die in de particuliere sector wel € 1500 tot € 2000 per maand betalen. Om er toch een bedrag aan te koppelen, een gemiddeld bedrag voor huur is zo'n € 500 tot € 600 per maand.
De woonlasten zijn alle financiële kosten die je maandelijks kwijt zal zijn aan je huis. Dit zijn naast het betalen van de hypotheek of huur, ook andere verplichte kosten zoals belastingen en verzekeringen. Door op de hoogte te zijn van je woonlasten, krijg je grip op je maandelijkse uitgaven.
Voor het eerst sinds 2018 is het normbedrag in de werkkostenregeling (WKR) voor een lunch of andere maaltijd in de bedrijfskantine gestegen. Het normbedrag is per 1 januari 2023 € 3,55 per maaltijd.
Het bruto-inkomen van huishoudens bedroeg in 2020 gemiddeld 75 200 euro. Ruim driekwart van dit bedrag wordt gevormd door loon, inkomen uit eigen onderneming en vermogensinkomsten (het primaire inkomen). De resterende 22 procent bestaat bijna geheel uit uitkeringen (inclusief pensioen).
Gezinnen waar de referentiepersoon 40 tot 49 jaar is, gaven het meest uit (bijna 38.000 euro of 3.160 euro per maand. Twintigersgezinnen gaven een kleine 29.000 euro uit (2.411 euro per maand). Zestigplusgezinnen consumeren het minste: gemiddeld 27.715 euro per jaar of 2.310 euro per maand.