2 (volledig C1-niveau). Kan vrijwel alles wat hij hoort of leest gemakkelijk begrijpen. Kan informatie die afkomstig is van verschillende gesproken en geschreven bronnen samenvatten, argumenteren reconstrueren en hiervan samenhangend verslag doen.
Taalniveau C2
Beheersing – kan zonder moeite alles begrijpen wat hij/zij hoort of leest en kan zichzelf spontaan, zeer vloeiend, precies en genuanceerd uitdrukken, ook in meer complexe situaties.
Taalniveau A1 (heel eenvoudig)
Je bezit de basiskennis van de taal. Dat betekent: je begrijpt eenvoudige woorden en zinnen die gaan over vertrouwde onderwerpen. Je kan jezelf bijvoorbeeld voorstellen of uitleggen waar je woont.
Er zijn 6 taalniveaus: niveau A1 is het laagste niveau en taalniveau C2 is het hoogste. Overheden en bedrijven schrijven hun teksten meestal op taalniveau C1. Maar voor veel mensen zijn die teksten niet goed te begrijpen. Taalniveau B1, eenvoudig Nederlands, is niet alleen voor mensen met een lager opleidingsniveau.
Als je niveau B2 hebt bereikt, ervaar je vrijwel geen problemen met het communiceren in de nieuwe taal; jij begrijpt anderen en anderen begrijpen jou. Het kan zo zijn dat je bijvoorbeeld wat betreft lezen en begrijpen op een hoger niveau komt dan wat betreft spreken en schrijven.
Eindexamen Nederlands
Op het havo wordt je kennis van de Nederlandse taal getoetst op niveau 3F. Bijvoorbeeld soorten teksten noemen, drogredenen herkennen en teksten samenvatten. Informatie verzamelen en in een gesprek presenteren en reageren op bijdragen van luisteraars en gespreksdeelnemers.
Voor het vak Nederlands in het Nederlandse onderwijs gelden de referentieniveaus taal (1F, 2F, 3F en 4F). Niveau 2F geldt als eindniveau voor de opleidingen op niveau mbo-2 en -3. Het niveau B1 van ERK/CEFR is sterk vergelijkbaar met niveau 2F. Niveau 3F geldt als eindniveau voor havo en mbo-4.
basisonderwijs: niveau 1F; vmbo, mbo-1, mbo-2 en mbo-3: niveau 2F; havo en mbo-4: niveau 3F; vwo: rekenen niveau 3F en taal niveau 4F.
De taaltest van WEP geeft je een duidelijk idee van je niveau en kennis van de vreemde taal in kwestie. Op het einde van de test krijg je meteen het resultaat. We maken gebruik van het Europees Referentiekader voor Talen (ERK) om je resultaat te bepalen.
Polyglot = Een polyglot is iemand met een hoge graad van taalbeheersing in verschillende talen.
Op het cv geef je bij het onderdeel “Talen” of “Talenkennis” per taal aan wat je niveau is. Gebruik daarbij de volgende niveaus: moedertaal, vloeiend (uitstekend), goed, redelijk (voldoende). Gebruik in elk geval nooit woorden als zwak en slecht.
Taalniveau vwo
Op het vwo wordt je kennis van de Nederlandse taal getoetst op niveau 4F.
In het secundair volwassenenonderwijs kunt u cursussen volgen van de 2de en 3de graad BSO en TSO. Vroeger noemde men dit 'B2'. Het omvat ook het studiegebied 'Algemene Vorming' (het vroegere tweedekansonderwijs). Zo is het mogelijk om een volwaardig diploma secundair onderwijs te behalen.
Nederlands referentiekader van taalniveaus
Niveau 1F: "basisgebruiker", basisonderwijs. Niveau 2F: "onafhankelijke gebruiker", VMBO, MBO-1, MBO-2 en MBO-3. Niveau 3F: "onafhankelijke gebruiker", HAVO en MBO-4. Niveau 4F: "vaardige gebruiker", VWO.
Mensen met taalniveau B2 kunnen artikelen en verslagen over hun eigen interesse- en vakgebieden begrijpen. Hetzelfde geldt voor teksten over eigentijdse problemen. Ook literair proza begrijpen deze lezers meestal wel, zolang het eigentijds is.
Met een havo-diploma kan een leerling doorstromen naar het vwo. Hiervoor geldt geen doorstroom-eis. Maar als er geen plek is bij de vwo-afdeling, dan mag de school de leerling weigeren. De regels voor zittenblijven in vwo-5 zijn voor alle leerlingen gelijk, ook voor leerlingen die vanuit havo zijn ingestroomd.
Het is niet altijd noodzakelijk (en ook niet wettelijk verplicht) dat een leerling in de havo een tweede moderne vreemde taal moet hebben gevolgd om door te mogen stromen naar het vwo. Om het vwo-diploma te behalen zullen zij hierin uiteindelijk echter wel in voldoende succesvolle mate examen moeten doen.
3F, wat moet je kunnen? Als je doorklikt zie je wat je voor Nederlands moet kunnen aan het eind van de havo, het mbo of klas 4 vwo.
Verschillen in taalniveaus
Het niveau 1F is niet hetzelfde als het niveau A2. En zo is het niveau 2F ook niet hetzelfde als het niveau B1. Dit komt omdat de taalgebruiker met het niveau 1F of 2F is opgegroeid met de Nederlandse taal. Hierdoor heeft hij in zijn opvoeding al veel woorden geleerd.
3F Luisteren
De tekst heeft een complex onderwerp (met een hoger abstractieniveau) met meerdere dilemma's en meningen. De tekst bevat concreet taalgebruik, met een enkel 'moeilijk' woord dat wordt uitgelegd of uit de tekst te herleiden is.
niveau 3F: niveau dat leerlingen na afronding van HAVO of MBO-4 bereikt moeten hebben. niveau 3S: niveau voor vwo-leerlingen die bij rekenen meer aankunnen dan 3F. niveau 4F: niveau dat leerlingen na afronding van het VWO bereikt moeten hebben. niveau 4S: niveau voor vwo-leerlingen die bij taal meer aankunnen dan 4F.
Je zou kunnen zeggen dat het niveau 2F nodig is om je in de wereld te kunnen redden. Daar bedoelen we mee: wat je moet kunnen om bijvoorbeeld zelf goed boodschappen te kunnen doen, om zelf de weg te kunnen vinden en dingen te kunnen uitrekenen.
Niveau 1S / 2F (streefniveau)
Kan teksten lezen over alledaagse onder- werpen, onderwerpen die aansluiten bij de leefwereld van de lezer en over onder- werpen die verder van de lezer afstaan.