5: hoger beroepsonderwijs, gegradueerde (voorheen HBO5) 6: hoger onderwijs, niveau Bachelor. 7: hoger onderwijs, niveau Master. 8: Doctor.
NLQF staat voor bewijs van niveau
Werkgevers kunnen zo de juiste mensen aannemen en de juiste scholing aanbieden aan werknemers. Werknemers kunnen aantonen wat zij waard zijn.
Dit is opgedeeld in 3 niveaus: ASO (algemeen secundair onderwijs), TSO (technisch secundair onderwijs) of KSO (kunst secundair onderwijs) en BSO (beroeps secundair onderwijs).
Het voortgezet onderwijs kent vier niveaus: vmbo, havo, vwo en praktijkonderwijs. Leerlingen worden in het voortgezet onderwijs voorbereid op het middelbaar beroepsonderwijs (mbo), het hoger beroepsonderwijs (hbo) of het wetenschappelijk onderwijs (wo).
De mavo bereidt op het mbo (middelbaar beroepsonderwijs) of de havo (hoger algemeen voortgezet onderwijs) voor en omvat mede algemene vorming. De opleiding heeft een onderbouw en een bovenbouw.
Algemeen Secundair Onderwijs (ASO); Kunst Secundair Onderwijs (KSO); Technisch Secundair Onderwijs (TSO); Beroepssecundair Onderwijs (BSO).
Het laagste niveau is praktijkonderwijs. Dit is bedoeld voor kinderen met een IQ onder de 80. Er staat voor dit onderwijs niet een bepaald aantal jaren. Je kan dit onderwijs volgen tot je achttiende jaar.
In het kort: Met een vwo-advies kan je zowel naar het atheneum als het gymnasium. Het niveau is op het atheneum en gymnasium gelijk. Het enige verschil is dat je op het gymnasium ook de vakken Latijn, Grieks en klassieke culturele vorming krijgt. Ook krijg je een gelijke diploma als je na klas 6 geslaagd bent.
Verschil tussen atheneum en gymnasium
Er is geen niveauverschil tussen atheneum en gymnasium. Echter, het enige verschil is dat je op het gymnasium extra vakken krijgt: klassieke culturele vorming, Latijn en Grieks. Op het gymnasium moet je ook in een van de twee klassieke talen eindexamen doen.
Het beste antwoord
ASO = algemeen secundair onderwijs TSO = technisch secundair onderwijs BSO = beroeps secundair onderwijs ASO is het hoogste, daarna kun je naar de universiteit. Dan heb je TSO, dat is vergelijkbaar met de Havo. Daarna kun je naar de hogeschool.
Het vwo is zesjarig; na de onderbouw dus nog drie jaar. De leerling kiest een van vier profielen, die deels uit vaste vakken bestaan, ten dele uit profielgerelateerde, en dan nog uit een vrije keuzeruimte. Ieder profiel bereidt vooral voor op (studierichtingen in) het wetenschappelijk onderwijs.
zesde klas: 11-12 jaar (groep 8)
NLQF Niveau 6
In de NLQF staat niveau 6 voor een bachelor oftewel een HBO opleiding.
Dit zijn internationaal erkende titels voor een opleiding aan een hbo of universiteit. Een Associate Degree is een twee-jarige studie in het hbo. Het niveau, niveau 5, ligt tussen mbo niveau 4 en hbo bachelor (niveau 6).
Als je een mbo-opleiding wilt doen, moet je een vmbo-diploma hebben of een overgangsbewijs naar het vierde leerjaar havo of vwo.
Belemmeringen voor de doorstroom havo-vwo
In het havo-profiel cultuur en maatschappij (CM) is wiskunde niet verplicht. Op het vwo maakt wiskunde deel uit van ieder profiel, ook CM. Doorstromers met een CM-profiel zullen dus alsnog examen in wiskunde moeten doen.
Een typische vwo leerling is zeer zelfstandig en vormt graag zijn of haar eigen mening. Daarbij is er altijd de drang naar onderzoek. Een vwo'er is uiteraard slim, beschikt over een uitstekend zelfreflectie en is kritisch. Op zichzelf, maar ook op de directe omgeving.
Ook het vijfde jaar (pre examenjaar) wordt genoemd als zwaar jaar. Maar als je het vierde jaar goed doorkomt zal het vijfde ook wel lukken.
Je kunt al starten met een mbo-opleiding als je een overgangsbewijs van havo 3 naar havo 4 hebt. En je houdt zicht op een hbo-diploma: als je je mbo-diploma hebt gehaald, kun je doorstromen naar het hbo.
Laag: Dit omvat onderwijs op het niveau van basisonderwijs, het vmbo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo of de assistentenopleiding (mbo-1). Middelbaar: Dit omvat de bovenbouw van havo/vwo, de basisberoepsopleiding (mbo-2), de vakopleiding (mbo-3) en de middenkader- en specialistenopleidingen (mbo-4).
MBO4 is de vierjarige Middelbare Beroeps Opleiding met een groot aantal specialisaties voor de verschillende beroepen. Mavo heb je nodig om toegelaten te worden op een MBO-opleiding. Mavo is dus een VOOR-opleiding voor MBO. Na het basisonderwijs heb je dus in totaal 8 jaar nodig voor een MBO-4 diploma.
De logische onderbouw is de richting Humane wetenschappen in de 2de graad ASO.
Naast beperkte algemene vorming leer je vooral een specifiek beroep. Het BSO bereidt niet voor op verder studeren, maar wel om te gaan werken. Verder studeren is wel mogelijk, maar onder voorwaarden. Terwijl het VMBO wél een goede voorbereiding is op verdere studie.
Ja, dat mag. Elke leerling met een diploma secundair onderwijs (aso, bso, kso, tso) mag naar het hoger onderwijs. Let op: als je een richting volgt in het beroepsonderwijs (bso) dan moet je eerst een specialisatiejaar (7e jaar) volgen om je diploma te halen en te kunnen verder studeren.