Nitraat is in de scheikunde de algemene naam van een polyatomisch anion (NO3−) of functionele groep (R-O-NO2) die één stikstofatoom (N) en drie zuurstofatomen (O) bevat. In nitraten heeft stikstof formeel een oxidatietoestand van +5. Chemisch gezien is salpeterzuur (HNO3) de stamverbinding van de nitraatgroep.
Nitraat is een van de vormen waarin stikstof voorkomt in de bodem. Voor gewassen is nitraat een belangrijke voedingsstof om te kunnen groeien. Nitraat dat niet door planten wordt opgenomen wordt door bacteriën in de bodem afgebroken, spoelt uit naar het grondwater of belandt direct in het oppervlaktewater.
Nitraat (NO3-) is een stikstofverbindng en een essentiële voedingsstof voor planten. De stof wordt opgenomen via de wortels uit de bodem. Nitraten worden gevormd doordat bacteriën ammonium (NH4+) tot nitriet (NO2-) en vervolgens tot nitraat omzetten. De vorming van nitraat uit ammonium wordt nitrificatie genoemd.
Nitraat komt daarnaast ook rechtstreeks in de bodem via kunstmest. Gewassen nemen zowel ammonium als nitraat op. Op plekken waar weinig of geen zuurstof is kunnen bacteriën nitraat afbreken en omzetten in stikstofgas en andere vluchtige stikstofverbindingen. Dat is emissie naar de lucht.
Nitraat is voor planten het belangrijkste voedsel dat ze opnemen uit de bodem om te groeien. De plant zet het nitraat om in eiwitten. Mensen en dieren moeten dan weer eiwitten eten om te groeien. En de mest van de dieren wordt door de bodembacteriën omgezet in nitraat, zodat de cirkel rond is.
Vlinderbloemige planten, zoals klaver, bonen, erwten, luzerne en lathyrus, kunnen stikstof uit de lucht halen. Daardoor kunnen ze goed groeien waar andere planten een tekort aan stikstof hebben. In je moestuin hoef je peulvruchten geen stikstofrijke bemesting te geven – geen stalmest, wel bv. wat compost.
In de natuur breken bacterieën nitriet en nitraat af tot stikstof (N2), het onschadelijke gas waar lucht voor 80% uit bestaat. Dit is een gecompliceerd proces, waar een aaneenschakeling van enzymen aan te pas komt. Rioolwaterzuiveringsinstallaties gebruiken bassins met bacterieën om nitraat en nitriet af te breken.
In Nederland stoot de landbouw volgens het RIVM al decennia de meeste stikstof uit, gevolgd door industrie en verkeer.
Stikstofoxiden komen vooral in de lucht terecht door verbranding van fossiele brandstoffen, zoals de uitlaatgassen van het verkeer en de uitstoot van de industrie. Ammoniak komt voornamelijk vrij in de landbouw door verdamping uit mest. De uitstoot van stikstof in Nederland behoort tot de hoogste van de wereld.
Nitraat kan in het lichaam van de mens worden omgezet in nitriet. Ook door het bewaren, bereiden of het eten van groente wordt nitraat gedeeltelijk omgezet in nitriet. Nitriet kan samen met eiwitten in het lichaam mogelijk kankerverwekkende N-nitrosoverbindingen zoals nitrosamines vormen.
Groente is de grootste bron van nitraat. Het gaat vooral om bladgroente zoals sla en spinazie. Het nitraatgehalte in groente wordt mede bepaald door het ras en kan stijgen door gebruik van een (kunst)mest of weinig zonlicht tijdens de groei. Zomergroenten bevatten minder nitraat dan wintergroenten.
In een biologische waterzuivering volgt deze stap meestal op nitrificatie. Hierbij wordt nitraat (NO3) en nitriet (NO2) naar gasvormig stikstof (N2) omgezet. Het stikstofgas ontsnapt uit het water naar de lucht.
Hoge nitraatgehaltes in water kunnen wijzen op biologisch afval in de laatste stappen van stabilisering of in de afvloeiing van sterk bemeste velden. Nitraatrijke effluenten die in ontvangend water worden geloosd, kunnen de waterkwaliteit aantasten door de overmatige groei van algen te stimuleren.
Stikstofoxiden (NOx) komen vooral in de lucht terecht door uitlaatgassen van het verkeer en de uitstoot van industrie. Ammoniak (NH3) komt met name van dieren in de veeteelt. Een klein deel komt uit overige bronnen zoals industrie, de bouw en het verkeer.
Ammoniak (NH3) komt vooral vrij uit de mest en urine van dieren. Stikstofoxiden (NOx) komen vooral in de lucht door het verkeer (uitlaatgassen) en de industrie. Veel mensen gebruiken kortweg het woord 'stikstof' als het over deze verbindingen gaat. Soms wordt het 'reactief stikstof' genoemd.
Zijn landgenoot Jean-Antoine Chaptal, eveneens natuurwetenschapper, legde rond 1790 de basis voor de wetenschappelijke naam van dit element (nitrogenium) toen hij het Franse woord nitrogène samenstelde van nitre (salpeter) en het achtervoegsel -gène (voortbrengend).
Heeft alleen Nederland een stikstofprobleem? Nee, de Habitatrichtlijn van de EU verlangt van iedere lidstaat dat die zijn biodiversiteit beschermt. De uitspraak van het Europees Hof over de Nederlandse aanpak geldt voor alle EU-landen.
Stikstof (N2) is een gas zonder kleur en geur dat overal in de lucht zit. Ongeveer 78% van alle lucht bestaat uit stikstof. Van zichzelf is stikstof niet schadelijk voor mens en milieu.
De uitstoot van stikstof in Nederland behoort tot de hoogste van de wereld. Dat komt doordat we een dichtbevolkt land zijn, met veel verkeer en veel intensieve landbouw. In Europa is Nederland de grootste uitstoter van stikstof (per hectare). Wij stoten gemiddeld 4 keer zoveel uit als andere Europese landen.
De meest vervuilende industrieën, gemeten naar de impact op klimaatverandering, zijn de chemische en petrochemische industrie, ijzer en staal, cement, pulp en papier, en aluminium.
China droeg in 2022 met 29% het meeste bij. Daarna volgen de Verenigde Staten (11%), India (7,3%), EU (6,7%), Rusland (4,8%), Brazilië (2,4%), Indonesië (2,3%) en Japan (2,2%). Samen zijn deze landen goed voor 66% van alle uitstoot van broeikasgassen.
1. Tata Steel. Staalbedrijf Tata Steel in IJmuiden heeft de twijfelachtige eer om Neerlands grootste vervuiler te zijn, blijkt uit cijfers van de Nederlandse Emissieautoriteit. Vorig jaar stootte het bedrijf ruim 5,7 miljoen ton CO2 uit.
Het element stikstof komt in allerlei vormen voor. Niet-schadelijke vormen, zoals de gasvormige stikstof in de lucht en stikstof in de vorm van eiwit. Deze zijn zelfs heel belangrijk voor de mens.
Door een teveel aan nitraat kan grondwater onbruikbaar worden als bron voor drinkwater. Daarnaast kan er, door een overvloed van voedingstoffen in het water, eutrofiëring plaatsvinden. Bij eutrofiëring vindt er sterke algengroei plaats.
Als bepaalde onkruidsoorten overheersen betekent dit dat uw bodem over de ideale groeicondities beschikt voor deze planten. Sommige soorten groeien vooral op een zure bodem, andere hebben een alkalische grond nodig of hebben behoefte aan voldoende vruchtbare grond, of houden van een bodem met een goede structuur.