Met een koppelteken verbind je een woord, een letter of een getal met een andere woord. Dit doe je om het woord makkelijker te kunnen lezen. Kijk bijvoorbeeld naar het volgende woord: stage-uren. Zonder een koppelteken moet je drie keer kijken wat er nou eigenlijk staat: stageuren.
Het koppelteken (-) is het korte liggend streepje dat gebruikt wordt om de delen van sommige samenstellingen, afleidingen en samenkoppelingen te verbinden. Hetzelfde liggend streepje wordt gebruikt als weglatingsstreepje in een samentrekking, om aan te geven op welke plaats een woorddeel is weggelaten.
De officiële regel voor de tussen-n is: als het eerste deel alleen een meervoud heeft op -en en niet (ook) een meervoud op -es, schrijf je een tussen-n in de samenstellingen met dat eerste deel. Het is volgens deze regel zielenpoot (ziel heeft alleen het meervoud zielen).
Het koppelteken wordt ingezet om (1) de scheiding aan te duiden van samenstellingen die moeilijk te herkennen zijn, (2) de scheiding van een buitenlands en Nederlands woord aan te duiden, (3) de gelijkwaardigheid van een samenstelling te laten zien en (4) om te laten zien dat een uitdrukking één geheel is.
In de Nederlandse spelling hebben verschillende leestekens de vorm van een liggend streepje. Het korte liggende streepje (-) wordt onder andere gebruikt als koppelteken (man-vrouwverhouding), als afbreekteken (wa-ter) en als weglatingsstreepje (chocolade- en vanillepudding).
Met een koppelteken verbind je een woord, een letter of een getal met een andere woord. Dit doe je om het woord makkelijker te kunnen lezen. Kijk bijvoorbeeld naar het volgende woord: stage-uren. Zonder een koppelteken moet je drie keer kijken wat er nou eigenlijk staat: stageuren.
Tussen gelijkwaardige elementen die naast elkaar worden geplaatst in een samenstelling, gebruiken we een koppelteken. Het gaat om combinaties van twee of meer elementen die in de samenstelling in principe met elkaar verwisseld kunnen worden. Zo zouden we een dichter-botanicus ook een botanicus-dichter kunnen noemen.
Een koppelteken is een streepje.
Het liggend streepje is een leesteken. Verschillende tekens kunnen hieronder worden verstaan, zoals de divisie (-, een kort liggend streepje), de underscore (_, een laag liggend streepje) en het kastlijntje (– of —, een iets langer liggend streepje).
De correcte spelling is grenzeloos. In afleidingen met het achtervoegsel -loos schrijven we geen tussen-n tussen het grondwoord en het achtervoegsel: besluiteloos, ideeëloos, kosteloos, zorgeloos enzovoort.
Samenstellingen met groente moeten in de officiële spelling altijd zonder tussen-n geschreven worden, omdat groente niet alleen een meervoud op -n maar ook een meervoud op -s heeft. Officieel zijn dus alleen bijvoorbeeld groenteassortiment, groentepakket en groentesoep juist.
Soms schrijven we niet -en maar -e, bijvoorbeeld in ziektekiem, secondewijzer, zonneschijn. Dat hangt af van de kenmerken van het linkerdeel van de samenstelling, in de voorbeelden dus de kenmerken van de woorden ziekte, seconde en zon.
Klinkerbotsing
Klinkers botsen met elkaar als ze samen een klank vormen die anders wordt uitgesproken dan bedoeld. Daardoor kan verwarring ontstaan. Voorbeelden zijn geupload (eu), beinvloed (ei), skiervaring (ie). Bestaat het woord uit twee losse woorden die een samenstelling vormen, dan schrijf je een koppelteken.
Samenstellingen met een naam als tweede deel krijgen een koppelteken. Zet in samenstellingen geen koppelteken tussen de delen van een meerdelige naam. Soms is een koppelteken tussen de naam en het grondwoord wenselijk voor de leesbaarheid, maar het is niet verplicht.
Het halflange liggend streepje of het halve kastlijntje (−) wordt onder andere gebruikt als gedachtestreepje, om een zin te onderbreken met een korte zin of een deel ervan.
De officiële benaming van het teken is 'ampersand'. Dat is waarschijnlijk een samentrekking van het Latijn/Engels 'et, per se and', hetgeen staat voor 'et betekent and' ('et betekent en').
Samenstellingen met gelijkwaardige delen
Een samenstelling waarvan de eerste twee of drie delen gelijkwaardig zijn, krijgt een koppelteken tussen die delen.
Het eerste lidwoord of voorzetsel van de achternaam krijgt een hoofdletter als er geen voornaam, voorletter(s) of deel van de achternaam aan voorafgaan: meneer Op de Beek, mevrouw Van Dijk enzovoort.
In Nederland worden deze woorden klein geschreven wanneer de voornaam of de voorletters voorafgaan: de heer Jan van den Berg en mevrouw M. de Vries, maar met een hoofdletter als voornaam of voorletters ontbreken: de heer Van den Berg en mevrouw De Vries.
Door het trouwen op zich verandert er niets aan uw achternaam. Maar huwelijkspartners hebben het recht om na het sluiten van het huwelijk elkaar achternaam (geslachtsnaam) te voeren. Dit geldt ook voor geregistreerde partners. Ook mag men beide achternamen voeren in een volgorde die men wenst.
'24-uurs' kan ook gezien worden als een bijvoeglijk naamwoord. Deze spellingen zijn daarom ook goed: 24-uurs economie, 24-uurseconomie. 24-uurs staking, 24-uursstaking.
Wanneer gebruik je een trema? Een trema gebruik je als er meerdere klinkers naast elkaar staan die samen één klank kunnen zijn, terwijl ze juist niet bedoeld zijn als één klank. Als je in bijvoorbeeld ruine geen trema schrijft, staat er een ui, zoals in ruit.
Volgens het Groene Boekje (Het woordenboek waar wij in Wikipedia in eerste instantie vanuit gaan) moet je 'grand prix' met kleine letters schrijven en het meervoud is 'grands prix'. Dit geldt ook voor 'formule 1'. Als het inderdaad een eigen naam is spelt men het met hoofletters; bijv.