Een long nodule is een relatief afgerond letsel of zone van abnormale weefsel in de long. Longnodules worden het meest ontdekt op een longfoto of ct-scan van de longen. Bij een naaldbiopsie van long nodules worden meestal een CT-san gebruikt om op de juiste plaats het biopt (staalname) te nemen.
Een nodule is een kleine verdichting of een bolletje weefsel in de long. Dit is iets wat we heel vaak zien op een scan. Dit zijn meestal goedaardige afwijkingen en dus geen kanker. Soms is het wel nodig om een nodus te controleren met een scan om uit te sluiten dat dit geen kanker wordt in de toekomst.
Alhoewel het overgrote merendeel van de longnodules van intermediaire grootte gedetecteerd op baseline niet verdwijnt, vonden we dat driekwart van de nodules die wél verdwijnen reeds verdwenen zijn op het moment van de driemaandse herhaalscan na baseline.
Longkanker is een veelvoorkomende vorm van kanker. In Nederland krijgen ruim 14.000 mensen per jaar de diagnose longkanker.
De NRS voor de maligne nodules steeg significant tussen 0 en 3 maanden (gemiddeld 5,22%), 3 en 6 maanden (3,75%), 6 en 12 maanden (7,20%) en tussen 12 en 24 maanden (6,82%). De score voor de benigne tumoren nam tussen 3 en 6 maanden en tussen 12 en 24 maanden iets af (respectievelijk 1,85 en 1,89%).
De grootte van de knobbel wordt meestal handmatig gemeten met behulp van een elektronische schuifmaat , waarbij de lange en loodrechte korte as worden gemeten op tweedimensionale beelden (5).
Klachten die het vaakst voorkomen bij longkanker: een hardnekkige of veranderende hoest. bloed in opgehoest slijm. kortademigheid.
Zelden, in ongeveer vijf procent van de gevallen, worden longnoduli als kankerachtig beschouwd. De resterende 95 procent zijn vaak huidige of vroegere infectieuze laesies of soms een abnormale groei van cellen.
Een vlekje op de longen wijst op een afwijking; deze kan goedaardig of kwaadaardig zijn. Om te kunnen vaststellen wat de oorzaak is van de afwijking, is verder onderzoek nodig.
Biopsieën worden meestal niet aanbevolen wanneer noduli klein zijn, omdat het erg moeilijk is om ze veilig te biopteren. Een biopsie uitvoeren wanneer een nodule klein is, kan schade veroorzaken, zoals ademhalingsproblemen, bloedingen of infecties. Biopsieën worden vaak uitgevoerd voor noduli die 9 mm of groter zijn.
De meeste longnoduli blijven even groot, worden kleiner of verdwijnen zelfs . Als de nodule niet in omvang is toegenomen na meerdere scans, is er geen verdere follow-up nodig. De meeste longnoduli veranderen niet. Het proces van herhaalde scans en het beoordelen van resultaten wordt soms 'nodule surveillance' of actieve monitoring genoemd.
De klachten die uitzaaiingen in de longen geven zijn vaak beperkt en onopvallend, denk aan hoesten en kortademigheid, of het ophoesten van bloed. Hierdoor kan het enige tijd duren voordat de uitzaaiingen worden ontdekt.
De term 'aspecifieke longnoduli' betekent dat deze kleine knobbeltjes te klein zijn om goed te classificeren, maar de kans is het allergrootst dat deze kleine knobbeltjes niet kwaadaardig zijn, maar bijvoorbeeld kleine lymfekliertjes of restafwijkingen.
Een nodus in de schildklier ontstaat door ongeremde deling van schildkliercellen of vochtophoping (cyste). De cellen van een schildkliernodus kunnen goed- of kwaadaardig zijn. Als een schildkliernodus kwaadaardig is, dan is er sprake van schildklierkanker.
Het belangrijkste verschijnsel bij schildklierkanker is een knobbel (nodus) in de hals. Het kan zijn dat u die zelf heeft ontdekt. Soms wordt ook bij toeval (in het kader van een ander onderzoek) een nodus in de schildklier ontdekt.
Longkanker is een kwaadaardig gezwel in de longen, dat zich snel kan verspreiden naar andere lichaamsdelen. Er zijn grosso modo twee grote soorten longkanker, afhankelijk van hoe de cellen er onder de microscoop uitzien: kleincellige en niet-kleincellige.
Een nodule is een kleine verdichting of een bolletje weefsel in de long. Dit is iets wat we heel vaak zien op een scan. Vaak is dit goedaardig. Afhankelijk van de vorm en de plaats is het nodig om deze te controleren.
Het NELSON-onderzoek, een Nederlands-Belgisch bevolkingsonderzoek naar longkanker, heeft aangetoond dat dankzij een CT-scan van de longen, longkanker in een veel gunstiger stadium kan worden ontdekt. Daardoor wordt de kans op overlijden met bijna 26 procent verlaagd.
Als je op middelbare leeftijd een plekje hebt waarop steeds weer een korstje komt, kan dat wijzen op kwaadaardigheid. Huidkanker komt vooral voor op huid die regelmatig in de zon is geweest. Als je op middelbare leeftijd een zweertje hebt dat niet geneest, kan dat wijzen op kwaadaardigheid.
De helft van alle patiënten die behandeld worden voor een kankerachtige longnodule leeft minstens vijf jaar na de diagnose. Maar als de nodule één centimeter of kleiner is, stijgt de overleving na vijf jaar naar 80 procent.
Longnoduli komen vaak voor. Tot 1/3 van de volwassenen die een röntgenfoto of CT-scan van de borstkas krijgen, hebben een nodulus. Kleine, solide noduli in het onderste deel van de longen hebben een grotere kans om goedaardig (niet-kankerachtig) te zijn . Andere tekenen, zoals verkalking of een hoog aantal longnoduli, zijn indicaties dat de nodulus goedaardig is.
Een bericht van de Cleveland Clinic
Het kan moeilijk zijn om je geen zorgen te maken. Maar kleine knobbeltjes bij mensen die geen risicofactoren voor longkanker hebben, zijn bijna altijd niet-kankerachtig . En voor knobbeltjes die behandeld moeten worden, is het het beste om ze op te sporen voordat ze symptomen gaan veroorzaken.
Kortademigheid. Vaak terugkerende longontsteking of een luchtwegontsteking die maar niet overgaat, ook niet na antibioticagebruik. Heesheid die zonder reden ontstaat en dus niet vooraf is gegaan door keelpijn of verkoudheid. Zeurende pijn in je borststreek, rug of in het gebied van je schouders.
Een beklemmend gevoel op de borst, piepende ademhaling of pijn bij het ademhalen komen ook voor. Je benauwd voelen is erg naar en kan eng zijn. Voor sommige mensen voelt het als (bijna) stikken. Als je iets wilt doen terwijl je benauwd bent, is dat vaak lastiger.