Leerstrategieën zijn concrete manieren van leren die leerlingen be- wust kunnen inzetten om het leren zo soepel mogelijk te laten ver- lopen – ze leren daardoor 'hoe' ze moeten en kunnen leren. Deze strategieën helpen leerlingen zelfstandig te leren, nu en in de toe- komst, en het beste uit zichzelf te halen.
Een leerstrategie is de manier waarop een leerling het leren aanpakt. Daarbij horen de stappen die hij zet om het leerdoel te bereiken, zoals: Het onderscheiden van hoofd- en bijzaken, Verbanden leggen tussen bestaande en nieuwe kennis.
Actief ophalen – genereer de stof zelf
Om te voorkomen dat een leerling voor zichzelf de illusie creëert dat de stof er wel goed in zit, is 'actief ophalen' een goede leerstrategie. Actief ophalen betekent in feite dat je de leerstof opnieuw weet te produceren zonder het zien van het lesboek of gemaakte aantekeningen.
Effectieve leerstrategieën zijn altijd actief: je bent op een actieve manier met de leerstof bezig en je gebruikt daarbij verschillende activiteiten. Deze leerstrategieën lijken veel tijd te kosten, maar in de praktijk valt dat mee.
Waarnemen en overdenken (reflecteren op de ervaring)Abstracte begripsvorming (leren van de ervaring)Actief experimenteren (uitproberen wat je hebt geleerd)
De meest effectieve leertechniek is het maken van oefentoetsen en gespreid oefenen. Ook effectief is het overlappend oefenen, zelf uitleggen en uiteenzettend ondervraagd worden.
Uit vele onderzoeken blijkt dat, naarmate leerlingen leerstrategieën effectiever weten in te zetten en dus beter zelfregulerend leren, ze beter presteren en meer gemotiveerd zijn om te leren (zie bijvoorbeeld Donker et al., 2014).
Een leesstrategie is een hulpmiddel om iets in een tekst beter te begrijpen. Een leesstrategie is dus geen leesdoel. Het doel van lezen is immers om iets in de tekst beter te begrijpen. Tekstkenmerken zoals kopjes, alinea's, en dergelijke zijn ook geen leesstrategieën.
Cognitieve leerstrategieën gaan over informatieverwerking waarbij nieuwe informatie wordt gekoppeld aan bestaande kennis. Hierbij valt te denken aan: herhalen, relateren, concretiseren, toepassen, analyseren, structureren en selecteren.
Coöperatieve Leerstrategieën bevorderen de schoolprestaties, met name voor leerlingen uit minderheidsgroeperingen en zwakke leerlingen, waarmee de kloof tussen goed en slecht presterende leerlingen kleiner wordt en gelijke kansen in het onderwijs worden bevorderd.
De leerhouding is de aandacht en belangstelling die je kind heeft voor de leerstof. Een goede leerhouding houdt in dat kinderen zich op de leerstof kunnen concentreren en zij hier nieuwsgierig naar zijn. Het stimuleren hiervan betekent dat je je kind motiveert en hierin ondersteunt en aanmoedigt.
Een actieve leerhouding
Sommigen zijn er niet bij met hun gedachten als ze een tekst lezen. Anderen lezen de tekst wel, maar vragen zich niet af wat er nou echt staat. Actief leren houdt in dat je kritische vragen stelt over de tekst. Door oefenopgaven te maken ben je ook actief bezig met de leerstof.
Leeropbrengsten zijn de vertaling van het kwalificatiedossier of eindkwalificaties in wat de student moet laten zien in gedrag binnen welke context. Deze leeropbrengsten heb je vooraf geformuleerd. Het inzicht in de ontwikkeling van de student ontstaat door een mix aan verschillende datapunten.
Met behulp van deze video leer je alles over vijf verschillende leesstrategieën: oriënterend lezen, globaal lezen, studerend lezen, zoekend lezen en kritisch lezen. We vertellen je waarom je deze strategieën moet begrijpen en hoe je het zelf kunt toepassen.
Meer inzicht in de resultaten van de school en betere data waarop zij hun beslissingen kunnen baseren. Minder absentie, meer betrokkenheid, beter onthouden, vooruitgang en hogere leerresultaten. Schoolleiders en leraren werken samen om hun impact te evalueren. Ze stimuleren een klimaat van vertrouwen.
Als kinderen leren lezen, leren ze dat bij elke letter een klank hoort. In het begin lezen kinderen letter voor letter. Door de letters hardop te zeggen, horen ze welk woord er staat. Dit werkt vooral bij woorden waarbij de klanken van de verschillende letters samen hetzelfde klinken als het hele woord.
Wanneer je iets wilt hebben in een onderhandeling dat de ander niet wil geven, probeer het dan niet in een keer te grijpen maar beetje bij beetje. Dit heet de salami-techniek.
Bestuderen is meer dan 'alleen lezen', het is ook reflecteren, controleren en stampen. Na het lezen van een afgerond gedeelte van de tekst (paragraaf, hoofdstuk) en de tussentijdse reflecties over de stof, volgt de controle. Door aan de hand van vragen na te gaan of je de stof begrepen hebt, controleer je jezelf.
Er is ook onderzoek gedaan naar het perfecte tijdstip om te studeren. Daaruit blijkt dat je het beste kunt studeren tussen 11:00 's ochtends en 21:30 's avonds. Dat is niet geheel verrassend. 's Ochtends heb je namelijk even nodig om op te starten. Vanaf een uur of 11 ben je wakker genoeg om een goede start te maken.