Wat is junkiegedrag? Typische kenmerken van junkiegedrag zijn: manipuleren, liegen en bedriegen, sociale contacten verwaarlozen en weinig oog hebben voor de eigen gezondheid. Ook het ontkennen van de verslaving komt vaak voor. Je kunt dit gedrag ook in een breder verband plaatsen.
Veel tijd, geld en energie steken in het verslavende middel of de verslavende activiteit. Manipuleren (zelf en omgeving) om te kunnen blijven gebruiken. Liegen over het gebruik. Heftig of boos reageren wanneer aangesproken op gebruik.
Nu hun gemiddelde leeftijd rondom de 45 jaar schommelt, verdwijnen de junkies langzamerhand uit het zicht. De levensverwachting van spuiters ligt rond de 55 jaar, rokers worden gemiddeld 10 jaar ouder.
Wat voel je als je drugs gebruikt? Drugs zijn middelen die de hersenen prikkelen. Ze kunnen ontspannen, verdoven, oppeppen en je waarneming veranderen, waardoor je de wereld anders ziet en beleeft. Mensen gebruiken drugs voor hun plezier, om zich beter te voelen of om in een roes te komen.
Cocaïne is erg verslavend. Cocaïne geeft de gebruiker een blij en verliefd gevoel. Iemand die cocaïne heeft gebruikt voelt zich energieker en zelfverzekerder. Maar zodra cocaïne is uitgewerkt kan iemand stemmingswisselingen, onrust en depressieve gevoelens ervaren.
Uiterlijke symptomen van cokegebruik:
Cocaïne stimuleert de bloedsomloop waardoor je ogen er rood en waterig uitzien. Tandenknarsen. 'Strak' gezicht. Ophalen van de neus of vaak de neus vegen.
Na het nemen van bijvoorbeeld cocaïne, hasj/wiet of speed, worden je pupillen aanzienlijk groter (een verschijnsel dat bekend staat als Mydriase), terwijl ze bij gebruik van opiaten als heroïne juist kleiner worden (Miose).
Voorbeelden van neurotransmitters zijn serotonine, dopamine en noradrenaline. Wanneer je te weinig van deze neurotransmitters over hebt, heeft je lichaam even tijd nodig om ze weer aan te maken. Tot die tijd kun je last krijgen van de naweeën van de drugs.
Drugs kunnen stimulerend, verdovend of bewustzijnsveranderend werken. Door stimulerende middelen krijg je veel energie en ben je super alert (vb.: cocaïne/speed/tabak). Van verdovende middelen raak je ontspannen en kalm (vb.: heroïne/alcohol/slaapmiddelen).
Een junk of junkie is iemand die verslaafd is en waar je dat ook aan kunt zien. Zo kunnen ze bijvoorbeeld erg mager zijn of naaldsporen op hun huid hebben. onderneemt.
Behalve verslaving aan drugs is er dus geen harde definitie van wat een junk is. Meestal zijn junks verslaafd aan harddrugs, zoals amfetamine (speed), heroïne en cocaïne. Het gebruik van deze middelen is gevaarlijk voor je gezondheid, zowel lichamelijk als psychisch.
Vooral de stemmingswisselingen zijn een gemeenschappelijk kenmerk van alle drugs. Dan weer is iemand vrolijk, dan weer down. Op het ene moment is hij erbij, het volgende moment is hij sloom of afwezig. Bij voortgezet gebruik presteert de gebruiker steeds minder en gaat het leven steeds meer om drugs draaien.
Een tandarts kan een drugsgebruiker soms snel identificeren. Bijvoorbeeld als een patiënt methamfetamine gebruikt, kan er sprake zijn van tandbederf en tandvleesontsteking. Deze patiënten komen dan ook vaak naar de tandarts voor een cosmetische behandeling.
Mogelijke signalen van druggebruik zijn:er bleek uitzien, vermoeidheid, veranderde eetlust, vermageren, heel kleine pupillen of juist heel wijde, een andere vriendenkring, slechtere schoolresultaten, geen interesse meer in hobby's, werk, gezin of relaties, sterke stemmingswisselingen (agressief, depressief, uitgelaten) ...
vaak aan drugs denken. meerdere malen per week gebruiken. liegen over jouw gebruik, verdoezelen of verzwijgen van gebruik. jouw omgeving vindt dat je teveel gebruikt.
Iedere dag coke snuiven
Cocaïne is lichamelijk niet verslavend, maar wel treedt er heel snel geestelijke verslaving op. Het risico op cocaïneverslaving is vooral groot als de coke wordt gebruikt om meer zelfvertrouwen te krijgen. Is de cocaïne uitgewerkt, dan voelt de verslaafde zich somber en depressief.
De afbraak
Dat gebeurt via ingewikkelde stofwisselingsprocessen. De lever speelt hierbij de belangrijkste rol. Maar ook bloed en lymfevocht kunnen een rol spelen bij de afbraak. De lever breekt met behulp van allerlei enzymen de drugs af in allerlei afbraakproducten.
60% van de gesnoven cocaïne komt via het neusslijmvlies in het bloed terecht. De overige cocaïne, en de versnijdingsmiddelen, worden via de slokdarm afgevoerd naar de maag. Het bloed met de cocaïne gaat richting het hart. Het hart pompt het bloed naar de longen (om zuurstof op te nemen).
cocaïne (coke): Cocaïne is een stimulerend middel en geeft je een opgewekt en vrolijk gevoel. Coke wordt meestal gesnoven, maar kan ook geinjecteerd en gerookt worden.
Cocaïne kan tot hersenbeschadiging en hersenbloedingen leiden; heroïne tot minder goed groeien, slechtere motorische ontwikkeling (je goed kunnen bewegen) en problemen met leren en gedrag. Ook xtc-gebruik kan effect hebben op leer- en geheugenproblemen bij het kind.
Zuivere cocaïne smaakt nogal bitter. Het heeft geen specifieke geur. Reeds in de oude culturen van Midden- en Zuid-Amerika 'gebruikte' men cocabladeren. Archeologische vondsten van bijna 4000 jaar oud bewijzen dat de plant daar toen al werd verbouwd en dat ze als goddelijk werd beschouwd.
Stoppen met coke lukt meestal niet alleen. Een professionele behandeling verhoogt de slagingskans om blijvend af te kicken. Mensen die naar een kliniek gaan om te stoppen met cocaïne vallen na verloop van tijd vaak terug. De geestelijke afhankelijkheid van coke is heel sterk.
De straatwaarde van drugs wordt vaak bepaald door hoe groot de vraag en het aanbod zijn. De prijs van een drug kan op vrij korte tijd stijgen of net dalen, afhankelijk van de beschikbaarheid ervan. Cocaïne werd de voorbije jaren bijvoorbeeld goedkoper omdat er meer van die drug op de illegale markt beschikbaar werd.