In een ruimtevaartuig buiten de dampkring heerst gewichtloosheid wanneer er geen raketmotor aan staat. Voorwerpen en astronauten ondervinden dezelfde versnelling als het ruimtevaartuig, waardoor ze niet tegen de vloer of de wand gedrukt worden.
De enige reden waarom de astronauten in hun ruimtestation vrij kunnen rondzweven is dat ze samen met hun voertuig om de aarde bewegen (of eigenlijk: vallen en stapjes opzij doen, net als de maan). De astronauten zijn dus niet gewichtloos – dat kan helemaal niet – maar bewegen in vrije val.
Volgens meteorologen begint de ruimte overigens pas op 10.000 kilometer: daar eindigt namelijk de atmosfeer. Volgens sommige natuurkundigen begint de ruimte op 20 miljoen kilometer afstand: vanaf daar heeft de zwaartekracht van de aarde niet meer de overhand.
Nu weegt de aarde ongeveer 5.974.200.000.000.000.000.000.000 kg. De verhouding gewicht mensen / gewicht aarde bedraagt dus 1/5.970.200.000.000. We vergelijken dit met een mug die op een mens komt zitten. Een mug weegt ongeveer 10 mg (milligram).
In ons land reikt de laag tot zo'n tien kilometer hoogte en bij de evenaar tot achttien kilometer hoogte. In de troposfeer neemt de temperatuur af met de hoogte, gemiddeld tussen ongeveer 0,6 en 1,0 graden per honderd meter stijging.
Omdat er in de ruimte geen zwaartekracht is, ga je zweven. In de ruimte weegt een astronaut nul kg. Alles is gewichtloos omdat er geen aantrekkingskracht van de aarde is. Met de zero gravity vliegtuigen wordt het gevoel van gewichtsloosheid nagemaakt.
De Ruimte begint bij 100 km boven de aarde, de Kármánlijn.
Deze lijn wordt beschouwd als het “begin” van de ruimte, maar eigenlijk heeft de aardatmosfeer geen scherpe begrenzing. De grens is gedefinieerd door een team op initiatief van de Hongaars- Amerikaanse natuurkundige Theodore von Kármán (1881-1963).
In totaal gaat het om zo'n 7,5 miljoen kilo materiaal. Veel satellieten en oude raketonderdelen die in een baan rond de aarde cirkelen, vallen in de loop van de tijd vanzelf terug richting aarde en verbranden in de dampkring. Toch blijven er ook allerlei stukken schroot achter in de ruimte.
Na ongeveer 15 seconden is de voorraad zuurstof in je lichaam geconsumeerd; het zuurstofloos bloed vloeit naar de hersenen en je verliest het bewustzijn. En de dood volgt na een paar minuten. In deze korte tijdspanne heb je kans om iemand levend uit de situatie te redden.
Ook de maan heeft zwaartekracht, maar de maan is kleiner en lichter dan de aarde en als we ons op de maan zouden kunnen wegen, zouden we maar ongeveer één-zesde wegen van ons gewicht op aarde.
Op dit moment kost het 20.000 tot 25.000 euro om 1 kilo lading naar het ISS te brengen, aldus Glazener. 'Die kosten moeten dalen naar een tiende daarvan om fabricage in de ruimte interessant te maken. ' Tot die tijd moeten we het doen met een oud ruimtevaartgrapje.
Als je op Aarde een massa hebt van 80kg, is je gewicht dus 80 x 9,8 = 784N. Op de Maan is je massa ook 80kg, maar je gewicht is 80 x 1,6 = 128N, ongeveer een zesde deel van je gewicht op Aarde. Toch is het feit dat een personenweegschaal een resultaat in kilogrammen geeft niet helemaal fout.
Als je evenveel weegt op de noordpool als op de evenaar dan heeft de middelpuntvliegende kracht geen invloed in de ruimte en moet je ook niet verder zoeken naar donkere materie.
Sprongen kunnen zeer hoog zijn en duren ook zeer lang. Als je op aarde 1,25 m hoog kunt springen ben je na één seconde weer op de grond. Op de maan spring je dan 6*1,25 = 7,5 m hoog en daar doe je zes seconden over. Op de maan is het niet echt moeilijk om over een huis te springen.
De zwaartekracht is goed meetbaar met zwaartekrachtmeters. Moderne zwaartekrachtmeters kunnen zwaartekrachtveranderingen meten die negen ordes van grootte kleiner zijn dan de zwaartekracht zelf.
Het absolute nulpunt of nul Kelvin, is min 273 graden Celsius, de temperatuur waarop atomen in theorie volledig zouden moeten stoppen met bewegen. Met een temperatuur van 100 nanoKelvin zijn de BEC's in het ISS kouder dan de gemiddelde temperatuur in de ruimte, waar het zo'n 3 Kelvin is of -270 graden.
Dat komt doordat de maan bijna geen atmosfeer heeft die de warmte van de zon kan vasthouden. Als de zon op de maan schijnt kan het er boven de 100 °C zijn, maar als de zon onder is dan kan het juist -200 °C worden.
Gemiddeld daalt de temperatuur in de troposfeer met 0,65°C per 100 m. De temperatuur aan het aardoppervlak schommelt globaal rond 15°C en de top van de troposfeer, waar de tropopauze begint, is gemiddeld -56°C koud.
Omdat zonlicht waarschijnlijk slechts een heel klein deel van de vetcellen beïnvloedt en de warmte van de zon er mogelijk zelfs voor zorgt dat je iets minder vet verbrandt, is het niet waarschijnlijk dat de zon je echt gaat helpen met afvallen.
Wanneer je terugrekent in de tijd blijkt het heelal 13,8 miljard jaar oud, met een Big Bang ontstaan en sindsdien extreem uitgedijd.