Sic is Latijn (volledig: sic erat scriptum) en betekent: zo geschreven, zo; in het middeleeuws Latijn: ja. Het woord wordt regelmatig in gedrukte, letterlijk geciteerde teksten geplaatst om aan te geven dat in dat citaat een fout staat, maar dat deze fout niet is gecorrigeerd.
its {vnw.}
How do you say it?
who is she? Dat meisje, wie is zij? That girl, who is she?
Vertaling van "hond wil slaan" in Engels. Wie een hond wil slaan, vindt altijd wel een stok. Whoever wants to hit a dog always finds a stick.
Wie niet sterk is, moet slim zijn. Those who are not strong, must be smart.
Could laat zich meestal vertalen met: kan/ kunnen, zou(den) kunnen, of kon(den) (mogelijkheid). Als u met het Nederlandse kon(den) een verleden tijd uitdrukt, gebruikt u in het Engels meestal een vorm van was/were able to.
yes {tw.}
Vertaling van "wat zeg je," in Frans. Wat zeg je? Qu'est-ce que tu dis?
How do you say it?
write [wrote|written] {ww.}
Het onbepaald lidwoord een is in het Engels altijd a, tenzij het volgende woord met een klinker begint. Dan is an het onbepaald lidwoord. a of an Het onbepaald lidwoord 'een' is in het Engels bijna altijd a: I have a car. He doesn't live in a house.
Bezitsvorm enkelvoud
Bij een zelfstandig naamwoord in het enkelvoud voeg je 's (apostrof + s) toe aan het einde van het zelfstandig naamwoord om bezit aan te geven.
22:45 = it's quarter to eleven. 15:50 = it's ten to four.
EN: Pretty, pretty, pretty.
De eerste naamval (nominative) ziet u in: I like to read. De tweede naamval (genitive) ziet u in: It is my (Sarah's) turn now. De derde naamval (dative) ziet u in: That red house is ours. De vierde naamval (accusative) ziet u in: She helped him on his way.
'Wat van ver komt, is lekker'. Klopt dat wel? Het oude Nederlands spreekwoord zegt: Als iets van ver komt zal het bijzonder zijn, zal het veel moeite gekost hebben om te verkrijgen en daardoor doet men alsof het heel prettig en goed is.
Literally: “Who does not honour small things, is not worthy of great things.” The word weerd is a southern Dutch variant of waard (“worth”).
Going Dutch: als je met vrienden uitgaat en de rekening verdeeld wordt, zodat iedereen zijn eigen diner of drankjes betaalt.
Het correct gespelde bijvoeglijk naamwoord is – zoals in het Frans – chic: een chic hemd. Bij de verbogen vorm en de vergrotende trap van chic verandert de spelling om een verkeerde uitspraak te voorkomen: een chique jurk, chique hemden, chiquere kleren.