De ruggenprik is de meest veilige vorm van verdoving en heeft de minste risico's. Je kunt je baby snel na de geboorte vasthouden en voeding geven. Uiteraard geldt dit alleen als alles goed is met jou en je baby. De meeste vrouwen zijn minder misselijk na een ruggenprik.
Aan beide vormen van anesthesie zitten voor- en nadelen. Evident voordeel van de ruggenprik is dat je met de arts kunt communiceren en zo goed geïnformeerd bent wat hij/zij doet. Een nadeel kan zijn dat de ruggenprik niet helemaal goed werkt en je alsnog onder volledige narcose moet worden gebracht.
Je kunt jeuk krijgen. Het persen duurt gemiddeld 15 minuten langer dan bij een bevalling zonder ruggenprik. De kans op een bevalling met een zuignap (vacuümpomp) is iets groter dan bij een bevalling zonder ruggenprik. De arts zet dan een zuignap op het hoofdje van je baby.
Afhankelijk van het gebruikte medicijn zal het 1,5 tot 5 uur duren voordat de verdoving is uitgewerkt. De eerste tekenen dat de verdoving aan het uitwerken is, zijn bijvoorbeeld tintelingen of het terugkomen van de kracht in uw onderlichaam. Ook kan pijn optreden.
In Nederland is het niet gebruikelijk om standaard een ruggenprik te geven. Maar op eigen verzoek, of op medische indicatie, kan een ruggenprik in bijna ieder ziekenhuis dag en nacht gegeven worden. De ruggenprik moet gegeven worden door een anesthesist.
Na de ruggenprik kan er ook rugpijn voorkomen ter hoogte van de plek waar geprikt is. Dit gaat, net zoals normale rugpijn, na een aantal dagen vanzelf over. Neemt u contact op met de afdeling Anesthesiologie als de pijn erger wordt of als u koorts krijgt.
Meestal neemt de pijn toe naarmate de ontsluiting vordert. De pijn zit vooral onder in de buik en wordt soms als rugpijn gevoeld. Ook de pijn tijdens het persen verschilt: soms is het een opluchting om mee te mogen persen, soms doet persen juist het meeste pijn.
Sommige mensen krijgen hoofdpijn na een ruggenprik. De hoofdpijn kan direct na de punctie ontstaan, maar ook nog tot ongeveer 3 dagen erna. De pijn is soms hevig en wordt erger als de patiënt rechtop gaat zitten. De patiënt kan daarbij ook last hebben van oorsuizen.
Na een ruggenprik voel je minder aan de onderkant van je rug, billen en benen. Gemiddeld duurt het 5 tot 15 minuten voordat je het effect echt merkt.
Door verwijding van de interne sluitspier en prostaat kan een van tevoren al minder functionerende sluitspier in de problemen komen en urine doorlaten. Ook kan de sluitspier beschadigd raken. U kunt in de eerste fase na de operatie een verhoogde aandrang voelen.
Sedatie (roesje)
Sedatie betekent 'verlaging van het bewustzijn'. Als u hiervoor in aanmerking komt, kunnen we u, bij operaties waarbij u verdoofd bent door een ruggenprik, een roesje geven. U maakt de operatie minder bewust mee en bent meer ontspannen. Het blijft mogelijk om u tijdens de operatie te wekken.
Meestal verloopt een ruggenprik zonder complicaties. Wel kan de arts tijdens de punctie in de buurt komen van een zenuw. U voelt dan een soort elektrische schok of pijnscheut in uw been. Dit is even pijnlijk maar niet gevaarlijk.
Een ruggenprik kan gegeven worden vanaf 2 of 3 centimeter ontsluiting en werkt door tot aan de persfase.
Daarna dient de dokter via dezelfde holle naald het medicijn nusinersen (Spinraza) toe aan het hersenvocht. De ruggenprik zelf duurt minimaal 10 minuten. Hoe lang het precies duurt is bij iedereen anders. Dat hangt af van hoe snel het vocht uit je rug druppelt.
Nuchter zijn (niet eten en drinken)
Vanaf 0.00 uur 's nachts niets meer eten. U mag tot 6.00 uur nog wel water of heldere limonade drinken. Na 6.00 uur 's morgens niets meer eten en drinken. Voor de verdoving is het belangrijk dat u nuchter bent.
Persen (de uitdrijving)
Dit kan liggend (op je zij of rug) op bed, maar ook op een baarkruk, handen en kniën, staand of in een bevallingsbad. Bij een eerste kindje duurt het persen gemiddeld een uur en mag maximaal 2 uur duren. Bij een volgend kindje gaat dit meestal een stuk sneller en mag dit maximaal 1 uur duren.
Een anesthesioloog voert de ruggenprik uit. U komt op de rand van het bed zitten in licht voorovergebogen houding. Doordat u de rug bol maakt, ontstaat er meer ruimte tussen de ruggenwervels, waardoor het prikken van de injectie gemakkelijker verloopt.
Wanneer u een ruggenprik hebt gehad, is uw onderste lichaamshelft verdoofd geweest. Het plassen kan na de ingreep dan soms moeilijk gaan of langer op zich laten wachten. Heel soms gebeurt het dat iemand urine verliest zonder het te merken. Dat gaat meestal vanzelf weer over.
Bijwerkingen van epidurale anesthesie
Door de bloeddrukdaling kan eventueel de hartslag van uw baby ook veranderen. Dit wordt zichtbaar op het hartfilmpje (CTG-bewaking). Door de verdoving van het onderlichaam kunt u bij epidurale pijnbestrijding moeilijk voelen of uw blaas vol is. Ook plassen kan moeilijk zijn.
Bij vrouwen die hun eerste kind kregen steeg het percentage ruggenprikken van 7,7% naar 21,9%. Voor vrouwen die hun tweede of volgende bevalling doormaakten steeg het van 2,4% naar 6,8%. De percentages bevallingen met een vacuümpomp of een keizersnede groeiden niet of nauwelijks.
Hoofdpijn ten gevolge van een ruggenprik voel je meestal vooraan in je hoofd of achteraan in je nek. Wanneer je rechtstaat of zit verergert die pijn en wanneer je neerligt zal de pijn minder zijn. Soms voel je je misselijk en verdraag je geen fel licht of geluid. De spieren van je hals en nek zijn stijf en gevoelig.
Op de plaats waar wordt geprikt, is geen ruggenmerg meer aanwezig. Er passeren nog wel zenuwbundels, maar slechts weinig zodat er relatief veel ruimte is voor de speciale naald. Een verlamming door een ruggenprik is dan ook bijna onmogelijk.
Als u een roesje heeft gehad, duurt het nog enige tijd voordat de medicijnen zijn uitgewerkt. Daarom blijft u na het onderzoek nog 1 tot 2 uur uur in uw bed op de uitslaapkamer totdat u weer goed wakker bent. Gedurende deze tijd worden uw hartslag en zuurstofgehalte bewaakt.