Net zoals bij de ploegenachtervolging bestaat een team uit drie schaatsers, anders dan bij de ploegenachtervolging finisht er maar een. Er worden drie rondes gereden en na elke ronde moet één schaatser de baan verlaten. Uiteindelijk wordt er een tijd neergezet als de derde schaatser de derde ronde heeft voltooid.
De ploegenachtervolging is een officiële schaatsafstand bij het langebaanschaatsen. Een team bestaat uit drie personen. De mannen rijden acht ronden (3098,88 meter), de vrouwen zes ronden (2324,16 meter).
Sinds de Olympische Spelen van Turijn staat de ploegenachtervolging op de olympische kalender. Landen leggen in teams van drie gezamenlijk een afstand af. Voor de mannen zijn dit acht rondjes (3098 meter), terwijl de vrouwen zes rondjes (2324 meter) schaatsen.
Binnen het langebaanschaatsen zijn verschillende disciplines met ieder hun eigen afstanden. Op de supersprint worden de 100 en 300 meter gereden, bij de sprint wordt 500 of 1000 meter afgelegd. De middellange afstanden zijn de 1500 en de 3000 meter. Tot de lange afstanden behoren de 5000 en 10.000 meter.
Teamsprint: twee teams van 3 of 4 rijders starten gelijktijdig, elk aan een zijde van de baan op het midden van de rechte einden. Er wordt door het team geschaatst tegen de wijzers van de klok in. Er worden drie rondes gereden en na elke ronde moet één schaatser de baan verlaten.
Als je op vaste schaatsen niet goed zijwaarts afzet, dan ga je krassen in het ijs. Maar met de klapschaats is dat praktisch onmogelijk. Want als je op de klapschaats teveel met je punt afzet, als je teveel voorop hangt, dan klapt de schaats open, verlies je druk en zet je af in het luchtledige en kom je amper vooruit.
Er wordt gestart en gefinisht halverwege een van de rechte einden, dus op de start- of finishlijn van de 1000 meter. Er kan gestart worden met twee teams tegelijk in de baan, hoewel bij de wereldbekerwedstrijd van december 2011 steeds maar één team tegelijk reed.
De 1500 meter begint om 11.30 uur, de dweilpauze volgt na acht van de vijftien ritten.
De olympische massastart begint met een halve finale, waarin twaalf schaatsers starten. De race gaat over zestien rondes, met aan het eind 60 punten voor de winnaar, 40 voor de tweede plaats en 20 voor de derde. Onderweg is er na vier, acht en twaalf rondes een tussensprint, waar 5, 3 en 1 punt te verdienen valt.
Een ander verschil is dat bij de massastart de binnenste baan van de piste wordt gebruikt, waardoor een rondje geen 400 meter is maar slechts 387,36 meter. De mannen en de vrouwen schaatsen exact dezelfde afstand, namelijk 16 rondjes ofwel net geen 6,2 kilometer.
Antoinette de Jong 1.000m, 1.500m, 3.000m, ploegenachtervolging. Ireen Wüst 1.000m, 1.500m, ploegenachtervolging. Marijke Groenewoud 1.500m, massastart. Irene Schouten 3.000m, 5.000m, massastart, ploegenachtervolging.
De massastart is een wedstrijdvorm die is overgewaaid uit het marathonschaatsen. Alle deelnemers zijn op hetzelfde moment in de baan en wie als eerste over de streep komt is de winnaar. De mannen rijden twintig rondjes en de vrouwen rijden er vijftien.
De ploegenachtervolging komt in meerdere sporten voor: Voor de ploegenachtervolging in de wielersport, zie Ploegenachtervolging (wielrennen) Voor de ploegenachtervolging bij het schaatsen, zie Ploegenachtervolging (schaatsen)
De afstand is veel korter dan bij een gemiddelde marathonwedstrijd, er worden met ingang van het seizoen 2014/2015 namelijk 16 ronden van 387,36 meter gereden met een totale afstand van 6.197,76 meter. Bij de vrouwen was het eerder 15 of 25 en de mannen reden eerder 20, 25 of 35 ronden.
Behalve de 1.500 meter rijdt Wüst in Peking ook nog de 1.000 meter en de ploegenachtervolging, met Antoinette de Jong en Irene Schouten.
Als een brutaal kuikentje dat de donsveertjes nog van zich afschudt, snelt ze de seniorencategorie binnen. Wüst? De naam zal niemand meer vergeten. Winnares van drie afstanden: 1500 meter, 3.000 meter en de kilometer.
Op de 1000 meter voor mannen behoren Thomas Krol en Kai Verbij, allebei uitkomend voor Jumbo-Visma, tot de titelkandidaten. Hein Otterspeer is de derde Nederlandse deelnemer. Titelhouder Kjeld Nuis ontbreekt. Hij greep op het olympisch kwalificatietoernooi naast een ticket op deze afstand.
Algemeen. Tijdens een sprintkampioenschap worden er vier afstanden gereden, tweemaal een 500 meter en tweemaal een 1000 meter. De schaatser met de minste totaalpunten is de winnaar van het kampioenschap. Tot en met 1986 gold de regel dat diegene die drie van de vier afstanden wist te winnen de wereldkampioen was.
Een allroundtoernooi is bij het langebaanschaatsen de benaming voor een competitie waarbij de deelnemers meerdere afstanden afleggen, in diverse disciplines (sprint, middellange afstand, lange afstand). Uit de tijden die per afstand worden gereden wordt een klassement opgemaakt.
Onder recreatieve schaatsers is de combinoor (Noren met een soort ijshockeyschoen) al jaren populair. Logisch, want deze schaats maakt schaatsen op noren voor een groot publiek toegankelijk.
Koop gerenommeerde schaatsmerken als EVO, Viking of Raps en niet bijvoorbeeld Nijdam. Geen combinoren, maar leren schoenen, met voldoende steun en goed passend (en sterke veters). Koop schaatsen dus nooit te groot. Goede schaatsen kun je kopen bij Edward Hagen Sport of Bosch Sport.
Combinoren zijn ideaal voor beginners. Ze hebben een harde schoen en ijzers die op gewone noren-ijzers lijken. Zo kun jij toch comfortabel lange afstanden gaan schaatsen, zonder dat je op echte noren moet leren schaatsen. Na het schaatsen op combinoren is het echter erg lastig om over te stappen naar klassieke noren.
Voor de loting van de startvolgorde kan op basis van de resultaten van de selectiewedstrijden het deelnemersveld door het sectiebestuur in groepen worden verdeeld. Indien er een groepsindeling is, zal de groep met de beste rijders het laatst rijden.