Het verschil tussen smaad en laster is dus dat het bij laster altijd gaat om beweerde feiten die niet waar zijn. Dus enkel wanneer u iemands goede naam aantast door onware feiten bent u strafbaar op grond van laster. Wanneer u de waarheid vertelt en iemands goede naam aantast, kan dit smaad zijn.
U kunt alleen worden veroordeeld voor smaad en/of laster als met voldoende bewijs kan worden aangetoond dat u opzettelijk de eer of goede naam van een ander aanrandt met het doel daar ruchtbaarheid (bekendheid) aan te geven, zijnde smaad, of het doen van schriftelijke of mondelingen uitlatingen waarbij een ander in ...
Laster is verwant aan het leerstuk van smaad. Waar het bij smaad gaat om het in het openbaar iemand beschuldigen van feiten die waar zijn (met doel om naam en eer aan te tasten), gaat het bij laster om het zwartmaken van iemands reputatie door hem te beschuldigen van zaken die niet waar zijn.
Smaad, smaadschrift en laster, net zoals belediging trouwens, zijn misdrijven. Maar deze worden niet zomaar vervolgd. Het zijn namelijk zogenaamde klachtdelicten. Dat betekent dat je klacht moet doen bij de hulpofficier van justitie.
Als iemand negatieve berichten over u verspreidt, vraag dan of hij hiermee stopt en de berichten verwijdert. Als de persoon weigert, kunt u aangifte doen bij de politie. U kunt de rechter vragen de dader te dwingen de berichten te verwijderen.
er is geen bewijs of onvoldoende bewijs. het belang van de aangifte is te klein. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn bij een gestolen fiets. er is al te veel tijd verstreken sinds het strafbare feit is gepleegd.
Valse beschuldiging melden via Centraal Meldpunt Nederland: Meld.nl. Heeft u te maken met smaad en laster. Als iemand u in een kwaad daglicht wilt zetten of wilt 'zwartmaken', dan is de persoon strafbaar op grond van belediging.
Smaad is het opzettelijk zwartmaken van een ander. Deze persoon wordt in dat geval beschuldigd van strafbare feiten die hij zou hebben gepleegd. Hier is sprake van als iemand opzettelijk 'slechte' of 'nare' dingen zegt over een ander persoon met als doel dat hij of zij in een kwaad daglicht komt te staan.
Smaad wordt omschreven als het zwartmaken van een persoon door het openbaar maken van feiten, met als doel de reputatie van het slachtoffer te ruïneren. Het wetboek van strafrecht ziet smaad als een misdrijf.
Dat kan als het (online) pesten bedreigend of discriminerend wordt. Ook smaad en laster zijn strafbaar. De politie neemt aangiften zeer serieus, omdat je iemand levenslang kunt beschadigen.
Het artikel luidt: “Hij die het misdrijf van smaad of smaadschrift pleegt, wetende dat het te laste gelegde feit in strijd met de waarheid is, wordt, als schuldig aan laster, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.”
Een klacht kan ingediend worden bij de politiediensten, maar ook een klacht met burgerlijke partijstelling voor de onderzoeksrechter of een rechtstreekse dagvaarding kunnen nuttig zijn om de zaak met zekerheid bij het gerecht aanhangig te maken.
Een persoon die publiekelijke beschuldigen uit over een ander (bijvoorbeeld van een strafbaar feit), terwijl deze persoon weet dat die publiekelijke beschuldigen niet waar zijn, maakt zich schuldig aan laster. Volgens het wetboek van strafrecht is er sprake van een misdrijf.
Uit deze uitspraken volgt dat het merendeel van de inbreuken op privacy / aantasting in de persoon (eer en goede naam) leidt tot veelal beperkte schadevergoeding variërend van de € 5.000,00 tot € 15.000,00.
Smaad en laster zijn vormen van belediging en kunnen leiden tot strafvervolging. Als u iemand beledigt, kan dit leiden tot een aangifte door het 'slachtoffer'. Een belediging is in het algemeen te omschrijven als een negatieve uitlating die iemand doet jegens een ander.
Lasterlijke aanklacht
Ook het doen van een valse aangifte (of een valse klacht bij de overheid) terwijl de aangever weet dat het feit niet is gepleegd valt onder laster wanneer daardoor de naam van het slachtoffer wordt 'aangerand'. Dit is een zogenaamde 'lasterlijke aanklacht'.
Opruiing wordt genoemd in artikel 131 van het wetboek van strafrecht. Daar staat: iemand die "het openbaar, mondeling of bij geschrift of afbeelding, tot enig strafbaar feit of tot gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag opruit".
1) Aanfluiting 2) Achterklap 3) Affront 4) Belediging 5) Beschimping 6) Bespotting 7) Bittere spot 8) Eerkrenking 9) Eerroof 10) Gespot 11) Grievende belediging 12) Grove...
De wet heeft het over afdreiging en niet over chantage. In artikel 318 Wetboek van Strafrecht (Sr) staat: “Hij die … wordt als schuldig aan afdreiging gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie”. Dus dat ouderwetse woord afdreiging hebben we te danken aan de wet.
Eenvoudige belediging kan ook gebeuren door middel van geschriften of afbeeldingen. Belediging wordt overigens niet altijd vervolgd: daarvoor moet degene die wordt beledigd meestal eerst aangifte doen. Belediging is een zogenaamd 'klachtdelict'. Vaak zal belediging daardoor niet worden bestraft.
U heeft 3 maanden de tijd voor aangifte van een klachtdelict. In sommige gevallen start deze periode pas als u weet wie de dader is.
Aangifte van bedreiging of intimidatie doe je als iemand je bedreigt met de dood, met ernstig letsel, verkrachting of aanranding. Je kunt op verschillende manieren bedreigd worden. Bijvoorbeeld op werk, op straat of via social media.
Wordt u verdacht van het zwartmaken van iemands reputatie? Of heeft u moedwillig iemand beschuldigd van iets dat onwaar is? U maakt zich dan strafbaar aan smaad of laster. Smaad en laster zijn vormen van belediging en kunnen leiden tot strafvervolging.
Vals aangifte doen is strafbaar
Exacte cijfers met betrekking tot het aantal valse aangiften van zedendelicten zijn niet bekend, maar naar schatting gaat het om zo'n 10 tot 20 procent van alle bij de politie aangebrachte zedenzaken. Het motief komt vaak voort uit wraak.
Eerroof wil zeggen dat iemand bepaalde beschuldigingen van een bepaald feit doet waarvan de wet het bewijs niet toelaat. Laster wil zeggen dat iemand bepaalde beschuldigingen doet van een bepaald feit waarvan de wet het bewijs wel toelaat.