Bij de onvoltooid verleden tijd gaat het over een handeling die op een exact moment in het verleden plaatsvond. Bij de voltooid verleden tijd gaat het om een afgeronde handeling ergens in het verleden. In een zin die in de onvoltooid verleden tijd staat, komt geen hulpwerkwoord voor.
Een onvoltooid deelwoord wordt gebruikt om aan te geven dat je iets doet, terwijl je ook iets anders doet. Een voltooid deelwoord wordt gemaakt door een –d of –de achter het hele werkwoord te plakken. Bijvoorbeeld: 'Lachend fietsten wij naar school'.
Noteer de werkwoorden tussen haakjes in de goede vorm (OD = onvoltooid deelwoord; VD = voltooid deelwoord).
De belangrijkste tegenwoordige tijden zijn de onvoltooid tegenwoordige tijd (o.t.t. of presens) en de voltooid tegenwoordige tijd (v.t.t. of perfectum). ik werk (o.t.t.) - ik heb gewerkt (v.t.t.) ik kom (o.t.t.) - ik ben gekomen (v.t.t.)
Een onvoltooid deelwoord is een werkwoordsvorm die bestaat uit het hele werkwoord met d of de erachter. Bijvoorbeeld: Fluitend fietste hij voorbij. Je gebruikt deze vorm als je wilt aangeven dat je iets aan het doen bent, terwijl je ook iets anders doet. Deze vorm wordt ook wel tegenwoordig deelwoord genoemd.
Een voltooid deelwoord begint vaak met ge-, maar kan ook beginnen met be-, -her, ver- of ont-. Met een voltooid deelwoord wordt aangegeven dat iets al gebeurd is. Het is belangrijk om te weten dat iets is afgerond wanneer er een voltooid deelwoord gebruikt wordt.
Er zijn drie soorten deelwoorden in het Engels: tegenwoordig deelwoord, voltooid deelwoord en voltooid deelwoord . De eerste twee ken je waarschijnlijk van bepaalde tijden en adjectiefvormen.
onvoltooid tegenwoordige tijd, o.t.t. (taalkundige term) De onvoltooid tegenwoordige tijd wordt gevormd door aan de stam van het werkwoord een uitgang toe te voegen. Voorbeelden van de onvoltooid tegenwoordige tijd (o.t.t.) zijn: ik werk, jij denkt, hij gaat, wij wandelen, jullie eten, zij dromen.
Dat er geen verleden tijd weesde in gebruik is geweest, heeft daar eveneens aan bijgedragen. De verleden tijd was namelijk vroeger hij waart en is nu hij was.
De infinitief (of: onbepaalde wijs) is een vormcategorie van het werkwoord. De infinitief wordt ook wel 'het hele werkwoord' genoemd en het is in deze 'standaardvorm' dat werkwoorden in woordenboeken zijn opgenomen. De vorm van de infinitief is onbepaald wat persoon, getal, tijd en wijs betreft.
Hoe werkt het kofschip? Om te bepalen of het voltooid deelwoord of de persoonsvorm verleden tijd een d of t krijgt, neemt je kind eerst de stam (= hele werkwoord -en) van het werkwoord. Als deze op een medeklinker uit 't kofschip eindigt, krijgt het woord een -t.
b. Werkwoorden met een sterke vervoeging die archaïsch, verouderd of zeer formeel overkomt: lachen, dunken.
Een infinitief heeft géén onderwerp bij zich en kan niet van tijd veranderen.
wijs (bn): sapiens.
Bij de onvoltooid verleden tijd gaat het over een handeling die op een exact moment in het verleden plaatsvond. Bij de voltooid verleden tijd gaat het om een afgeronde handeling ergens in het verleden. In een zin die in de onvoltooid verleden tijd staat, komt geen hulpwerkwoord voor.
De correcte spelling is mocht.
Vervoeging van het werkwoord mogen: ik mag, jij mag, wij mogen. ik mocht, wij mochten. ik heb gemogen.
Betekenis van 'voltooid deelwoord'
De term 'voltooid deelwoord' bestaat uit twee delen: 'voltooid' en 'deelwoord'. De betekenis van het eerste deel is het belangrijkste. 'Voltooid' betekent dat iets al gebeurd is in het verleden en dat de activiteit nu klaar is. Ik heb vorige week gevoetbald.
Het actieve deelwoord heeft een tegenwoordige tijd betekenis: Actief: De man zag het rennende paard / Vir equum currentem vidit.Het passieve deelwoord heeft een verleden tijd betekenis: Passief : De man zag de gevangen slaaf / Vir virum captum vidit.
Een deelwoord is een werkwoord, of een woord gebaseerd op een werkwoord dat een staat van zijn uitdrukt, eindigend op -ing (tegenwoordige tijd) of -ed, -en, -d, -t, -n of -ne (verleden tijd) dat functioneert als een bijvoeglijk naamwoord . Dit betekent dat het een zelfstandig naamwoord of een voornaamwoord moet wijzigen (of beschrijven).