IJs komt zowel boven land als op zee voor. Landijs komt voor in gletsjers, in de bergen en in ijskappen.Zeeijs is te vinden rond de Noordpool en Antarctica. Een warmer klimaat leidt in het gebied van de Noordpool onherroepelijk tot het smelten van ijs, ook op zee.
Het overwegend met sneeuw bedekte zee-ijs kenmerkt zich door een zeer hoog weerkaatsingsvermogen (albedo) van het zonlicht. Waar door de ijsvrije oceaan een groot deel van de kortegolfstraling wordt geabsorbeerd, reflecteert het zee-ijs deze straling juist.
Volgens een nieuwe studie kan de Noordpool al ijsvrij zijn in de zomer in 2040, sneller dan gedacht. Ook grote delen van de Zuidpool zijn aan het afsmelten, maar veel trager en op een minder regelmatige manier.
De grootste massa's van permanent landijs bevinden zich op Antarctica en Groenland en heten ook wel ijskappen. De ontwikkeling van het landijs is van groot belang voor de verwachte zeespiegelstijging ten gevolge van het versterkte broeikaseffect.
Vrijwel al het landijs op aarde (meer dan 99%) is op Groenland en Antarctica te vinden. Het overgrote deel (meer dan 90%) bevindt zich op Antarctica. Het gaat in totaal om een gebied van circa 16 miljoen vierkante kilometer en een volume van 33 miljoen kubieke kilometers nsidc.org.
Wanneer de gehele Antarctische ijsmassa zou smelten, zal het deel van de ijsmassa dat onder zeeniveau ligt, worden vervangen door zeewater, en dit deel zal niet bijdragen aan zeespiegelstijging.
Alle hoogtes in Nederland worden gemeten ten opzichte van hetzelfde niveau, het Normaal Amsterdams Peil (NAP). Een NAP-hoogte van 0 m is ongeveer gelijk aan het gemiddeld zeeniveau van de Noordzee.
Op de Zuidpool is het nog kouder dan op de Noordpool. Aan de kust van Antarctica is het gemiddeld zo'n 10 graden Celsius onder nul, maar in het binnenland liggen de gemiddelden onder de 50 graden Celsius. Op de Noordpool is het een stuk warmer, en liggen de gemiddelden eerder in de buurt van 20 graden onder nul.
Hoe is landijs ontstaan? op de grond valt, blijft het op de polen in de strenge wintermaanden als sneeuw en/of ijs liggen. Wanneer het in de zomer niet warm genoeg wordt, smelt deze sneeuw niet en blijft ze gewoon liggen onder de vorm van ijs. Jaar na jaar komt er zo een laagje bovenop en breidt het landijs uit.
Antarctica is het continent met de laagste gemiddelde luchtvochtigheid. Van al het ijs op de wereld ligt 90% op Antarctica. De gemiddelde dikte van de ijskap bedraagt 2200 meter en op het dikste punt is het ijs zelfs 4776 meter dik.
NOORDPOOL – “Rond 2050 zal het Noordpoolgebied in de zomer vrijwel geheel ijsvrij zijn. Er zal minder sneeuw vallen en het zal meer regenen. Zee-ijs afhankelijke soorten als de narwal en ijsbeer zullen hier veel minder voorkomen dan nu. De zeespiegel zal wereldwijd al met ongeveer 30 cm zijn gestegen.”
,,Op de zuidpool ligt een enorm potentieel aan zeespiegelstijging.'' De ijskap van Antarctica is gemiddeld 2200 meter dik, op het dikste punt zelfs bijna 5 kilometer. Als die helemaal zou smelten, zou de zeespiegel wereldwijd met 58 meter (!) stijgen.
Wereldwijd is de zeespiegel tussen 1901 en 2010 gestegen met 17 tot 21 centimeter. Het gemiddelde tempo van zeespiegelstijging over die periode bedroeg 1.5 tot 1.9 millimeter per jaar [bron: IPCC 5e Assessment Rapport, 2013].
Deze wordt opgedeeld in twee tijdvakken: Het Pleistoceen en het Holoceen (waarin wij ons momenteel bevinden). De laatste ijstijd, genaamd het Weichseliaan, eindigde ongeveer 10 000 jaar geleden. De zes glacialen zijn van jong naar oud: Weichseliaan, Saaliaan, Elsteriaan, Menapiaan, Eburoniaan en Pretigliaan.
Zeewater kan weldegelijk bevriezen. Maar het vriespunt van zeewater ligt lager: door het zout bevriest het pas op -1,9°C. En water krijgt een grotere dichtheid bij afkoeling. Het koude water zakt dus naar de diepte en het warmere water zal dan naar boven opstijgen en het koude water weer aanvullen.
Water die opgeloste zouten bevat, zoals zeewater, bevriest veel later. Hoe meer zout het water bevat hoe langer het duurt voordat het stolpunt wordt bereikt. Zeewater bevriest pas bij gemiddeld -1.9 graden.
Landijs komt voor in gletsjers, in de bergen en in ijskappen. Zeeijs is te vinden rond de Noordpool en Antarctica. Een warmer klimaat leidt in het gebied van de Noordpool onherroepelijk tot het smelten van ijs, ook op zee. Rond de Zuidpool neemt de hoeveelheid zeeijs echter toe, mogelijk door het smelten van landijs.
Gemiddelde temperatuur
Gemiddeld lag de temperatuur in de Kleine IJstijd in ons land zo'n 1 tot 2 graden onder de temperaturen van tegenwoordig. In de Grote IJstijden lag de jaargemiddelde temperatuur in West-Europa rond minimaal 15 graden.
Tijdens deze ijstijd bereikte het landijs Nederland: het ijs reikte tot de lijn Haarlem-Utrecht-Nijmegen. Langs deze lijn en ook ten noorden vinden we uitgesproken vormen in het landschap die in die periode gevormd zijn. Vormen die door het landijs in het Saalien zijn ontstaan.
Furnace Creek in Death Valley in de Amerikaanse staat Californië is de heetste plek op aarde. Op 10 juli 1913 werd het daar 56,7 graden en dat is officieel de hoogste temperatuur ooit gemeten.
Er leven geen mensen op Antarctica. Er verblijven alleen wetenschappers in speciale onderzoekstations. Bijna alle dieren leven aan de kust van Antarctica. In de rest kunnen alleen speciale bacteriën leven.
Op de maan is het altijd heel erg koud
De maan heeft geen atmosfeer en daarmee ook geen bescherming tegen de straling van de zon. In het zonlicht is het er 120°C boven nul. Zonder atmosfeer kan er op de maan ook geen warmte worden vastgehouden. Aan de nachtzijde is het dan ook meteen ijskoud, 170°C onder nul.
Het gemiddelde zeeniveau wordt 0 meter Normaal Amsterdams Peil (NAP) genoemd en hoogtes in Nederland worden allemaal berekend ten opzichte van 0 meter NAP.
Wilt u weten op welke hoogte het maaiveld van uw postcode ligt? Bezoek dan www.ahn.nl. De waarden zijn ten opzichte van het Normaal Amsterdams Peil (NAP), afgerond op decimeters. De hoogten zijn afkomstig van het Actueel Hoogtebestand Nederland.
De nu in Nederland gebruikte Deltascenario's gaan uit van de KNMI'14 scenario's. Deze gaan er van uit dat de zeespiegel maximaal 0,4 meter is gestegen in 2050 en maximaal 1 meter in 2100 (ten opzichte van 1995).