De kostprijs is wat het product je daadwerkelijk kost. Dus de inkoopprijs plus bijvoorbeeld een toeslag voor handlingskosten. Deze prijs voeg je zelf toe, bijvoorbeeld op artikelniveau. De inkoopprijs is de prijs waarvoor je het product koopt.
De kostprijs van een product zijn de totale kosten die je moet maken om een product of dienst te produceren. Per product of dienst zal een kostprijs bepaald moeten worden. De kostprijs wordt veelal gebruikt om de verkoopprijs van het product te bepalen of om investeringsanalyses uit te voeren.
De waarde van je inkoop
Je koopt als ondernemer een product in voor een bepaald bedrag en vervolgens verkoop je dat product weer voor een ander (hoger) bedrag. Het bedrag dat je betaalt voor het product dat je inkoopt zijn de inkoopkosten.
Inkoopprijs berekenen: Inkoopprijs = verkoopprijs * (1 – winstmarge)
Kostprijs + marge = verkoopprijs
Eén van de manieren om je productprijzen te berekenen is onderstaande berekening. Hierbij zet je je kosten onder elkaar en kun je zien welke prijs je product moet hebben zodat je er voldoende aan verdient. Al je verkopen bij elkaar zullen dus hoger moeten zijn dan je kosten.
Definitie. De kostprijs bestaat uit variabele loon- en materiaalkosten en een opslag voor constante kosten. Het zijn de toegestane- of standaardkosten voor de productie en verkoop van een product of dienst.
De kostprijs bestaat uit alle kosten die je per product maakt voor het produceren of voor het leveren van die product of dienst. Dat zijn directe kosten (zoals materialen of ingrediënten) en indirecte kosten (zoals loonkosten of gebruik van machines).
Met een kostprijsberekening weet je precies hoeveel kosten je gaat maken. Met behulp van de berekening kun je een goede prijs hanteren voor je producten, die al je kosten dekt en je producten ook niet uit de markt prijst.
Het belang om er weer eens naar te kijken. Hernieuwd inzicht. Het opnieuw berekenen van je Kostprijs geeft je (weer eens) inzicht in hoe de totale kosten zich verhouden tot het product dat je levert of verkoopt, of de dienst die je aanbiedt.
Netto inkoopprijs berekenen
De netto inkoopprijs is de prijs exclusief btw.
De inkoopkosten is dat wat het jou als bedrijf kost om een product te bestellen , laten leveren etc.. De inkoopprijs dat wat je per stuk als inkoopprijs moet betalen. De inkopen die je verkoopt en daar de inkoopwaarde van is de inkoopwaarde van de omzet.
Kostprijs van de omzet is hier breder gedefinieerd dan alleen de inkoopwaarde van de omzet. Deze laatste zien we als alleen betaalde kosten voor inkoop (van bijvoorbeeld handelsartikelen) en eventuele inkoopkosten. Hiernaast zijn er dan nog de overige kosten, zols voor personeel en kosten uitbesteed werk.
Dit is de meest gebruikte vorm. Staan er in het Groene Boekje twee varianten, dan zijn die allebei goed.
De meest gebruikte manieren zijn de integrale kostprijscalculatie, de kostenplaats-berekening en Activity Based Costing (ABC). De makkelijkste methode is de integrale kostprijscalculatie. Bij deze methode worden de directe kosten en de indirecte kosten bij elkaar de kostprijs.
Bij het bepalen van de omzetcijfers houdt je dus nog geen rekening met de daadwerkelijke ontvangsten, de zogenoemde debiteuren en liquide middelen. Bij het bepalen en berekenen hiervan, moet je altijd rekening houden met de volgende aspecten: omzet = verkoopprijs x hoeveelheid.
Bij deze methode calculeert u de verkoopprijs op basis van de kostprijs vermeerderd met opslagen en toeslagen. De wijze waarop Prodin de kostprijs van artikelen bepaalt, is afhankelijk van de calculatiewijze van de betreffende calculatieregel: VVP. Inkoopprijs (bij de voorkeursleverancier)
De commerciële kostprijs (CKP) van een artikel is de waarderingsprijs van het artikel vermeerderd met de commerciële opslagen en additionele inkoopkosten. De CKP wordt bijvoorbeeld gebruikt voor de journalisering van de kostprijs verkopen en de marge-overzichten binnen de commerciële modules.
Dit zijn de kosten voor de inkoop van het product. Door deze inkoopkosten af te trekken van de bruto omzet bereken je eenvoudig de netto omzet. De formule luidt: Netto omzet = bruto omzet -/- kostprijs / inkoopprijs.
Indirecte kosten zijn alle kosten die niet onder de directe kosten vallen.Directe kosten zijn kosten die vrij gemakkelijk (direct) zijn toe te wijzen aan een product, dienst of project. Dit zijn kosten voor bijvoorbeeld materiaal, grondstoffen en uren van direct personeel.
De integrale kostprijs bevat alle kosten van een organisatie, doorbelast in de verschillende kostprijzen. De Amerikanen spreken ook wel van 'absorption costing', omdat de kostprijs alle kosten heeft geabsorbeerd.
Een kostprijs bestaat uit verschillende componenten: variabele kosten, vaste kosten en investering.
Een kostprijsanalyse zet u op weg naar een juiste prijszetting voor uw product, dienst, prestatie of klantengroep. Onze analyse geeft u inzicht in uw kosten, klantenportefeuille, winstgevende of verlieslatende producten, en in uw verkoopstrategie.
De winstmarge is de verhouding tussen de omzet en de winst, anders gezegd: hoeveel procent van de omzet overblijft als winst voor de onderneming.
De inkoopwaarde van de omzet staat gelijk aan de inkooprijs van alle verkochte producten. Als onderneming koop je bijvoorbeeld 100 broeken voor €50 per broek. Je verkoopt die broeken vervolgens voor €100 per broek. De inkoopwaarde van de omzet is dan €5.000.