Mocht uw arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd eindigen, dan valt u bij een nieuwe uitzendovereenkomst terug naar het begin van fase B als de onderbreking korter dan 26 weken geduurd heeft. Is de onderbreking 26 weken of langer geweest, dan valt u terug naar fase A.
fase B. Als de uitzendkracht direct na fase A of binnen zes maanden daarna weer uitzendwerk verricht bij hetzelfde uitzendbureau, komt hij in fase B. In fase B wordt gewerkt op basis van een of meer 'gewone' arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd (zonder minimumduur). Fase B duurt maximaal vier jaar.
Wanneer je net start als uitzendkracht krijg je een fase A uitzendovereenkomst. Je zit in fase A als je minder dan 78 weken voor dezelfde uitzendorganisatie hebt gewerkt. Elke week waarin je werkt, telt mee voor de opbouw van fase A. Het aantal uur dat je daarbij werkt is niet van belang.
Fase B of fase 3 duurt maximaal 4 jaar of 6 contracten. Begint u vanaf 3 januari 2022 met werken voor een uitzendbureau? Dan duurt fase B maximaal 3 jaar of 6 contracten. In deze fase heeft u een uitzendcontract voor bepaalde tijd.
Fase A is verkort van 78 gewerkte weken naar 52 gewerkte weken. 2022 is een overgangsjaar. Voor uitzendkrachten die starten op of na 3 januari 2022 geldt direct de termijn van 52 weken.
fase B. Als de uitzendkracht direct na fase A of binnen zes maanden daarna weer uitzendwerk verricht bij hetzelfde uitzendbureau, komt hij in fase B. In fase B wordt gewerkt op basis van een of meer 'gewone' arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd (zonder minimumduur).
Uitzendovereenkomst zonder uitzendbeding
In fase B en C en fase 3 en 4 geldt er nooit een uitzendbeding. Zonder uitzendbeding heb je als uitzendkracht meer rechten. Zo kan het uitzendbureau je niet zomaar ontslaan en krijg je loon bij ziekte en soms ook als er (tijdelijk) geen werk voor je is.
Als u zelf de uitzendovereenkomst wilt beëindigen, kunt u dit in fase A (meestal de eerste 78 weken van de uitzendovereenkomst) met onmiddellijke ingang doen. Wel hoort u dit het uitzendbureau minimaal een (1) werkdag van tevoren te melden zodat zij kunnen proberen om voor vervanging bij de inlener te zorgen.
De eerste dag geldt als wachtdag, je hebt dan dus geen recht op loon. Vanaf de derde dag heb je recht op 90% van het loon. Deze regeling geldt gedurende het eerste ziektejaar. Vanaf het tweede ziektejaar heb je nog recht op 80% van je loon.
Volgens de wet mag je als werknemer maximaal 3 tijdelijke contracten gedurende een maximale periode van 2 jaar krijgen.
U bent als uitzendkracht werkzaam in fase A zolang u nog geen 78 weken voor hetzelfde uitzendbureau gewerkt heeft. Elke week waarin u gewerkt heeft (het aantal gewerkte uren maakt niets uit) telt mee. Als u 26 weken of langer niet voor dit uitzendbureau gewerkt heeft, dan begint de telling van de 78 weken opnieuw.
In het fasensysteem van ABU komen jouw rechten en plichten naar voren. De ABU heeft drie fasen: fase A, B en C. De fase waarin je zit bepaalt jouw rechtspositie. Hoe langer je voor een uitzendbureau werkt, des te meer rechten je hebt.
Een uitzendovereenkomst in fase A kan maximaal 78 gewerkte weken doorlopen. Daarna stopt het óf krijg je een nieuw contract. Je komt dan in fase B (ABU) of fase 3 (NBBU). Ook als je er even tussenuit gaat, maar binnen 26 weken weer wordt ingezet via hetzelfde uitzendbureau.
Jij krijgt telkens een tijdelijk contract als je aan het werk gaat. Het uitzendbureau mag zelf bepalen hoe lang deze contracten duren. Er zit wel een maximum aan: je mag als uitzendkracht in fase B maximaal zes tijdelijke contracten overeenkomen binnen een periode van vier jaar.
Uitzendkrachten met een uitzendbeding verliezen direct hun uitzendbaan als zij ziek worden. Zij hebben dan na 1 of 2 wachtdagen recht op een Ziektewet-uitkering. Uitzendkrachten die zonder uitzendbeding werken hebben bij ziekte vanaf de 2e ziektedag recht op loondoorbetaling.
De eerste 26 gewerkte weken werk je als uitzendkracht in fase 1. Gedurende de tweede periode werkt je als uitzendkracht in fase 2. Alle weken waarin je hebt gewerkt, tellen mee als een gewerkte week, ook als je in die week maar een aantal uur als uitzendkracht hebt gewerkt.
opzeggen uitzendovereenkomst met uitzendbeding
Hij mag de uitzendovereenkomst op elk moment opzeggen. Wel is hij verplicht om het uitzendbureau gedurende de termijn van 52 weken (tot 3 januari 2022 was dit 78 weken) uiterlijk één werkdag van tevoren te waarschuwen, zodat het uitzendbureau voor vervanging kan zorgen.
U ontvangt in het 1e ziektejaar minstens 70% van uw loon en minimaal het minimumloon. U kunt meer loon doorbetaald krijgen als hier afspraken over staan in uw cao of in uw arbeidsovereenkomst. Bent u ziek vanwege orgaandonatie, zwangerschap of bevalling? Dan krijgt u 100% van uw loon.
Bij een uitzendovereenkomst met uitzendbeding betaalt het UWV 70% van het dagloon. Het uitzendbureau vult dit gedurende de eerste 52 weken van ziekte aan tot 90% en gedurende het tweede jaar tot 80% van het dagloon.
Voor fase A (eerste 78 weken) geldt dat er geen opzegtermijn is, maar dat je opzegt met onmiddellijke ingang. Je meldt dit wel minstens 1 dag van tevoren, zodat voor vervanging gezorgd kan worden. In fase B (en C) zijn de opzegtermijnen afhankelijk van het type uitzendovereenkomst.
Voor fase B en C geldt over het algemeen een opzegtermijn van één maand. Dit is zowel voor een uitzendovereenkomst voor bepaalde als voor onbepaalde tijd.
Zodra u weet dat uw uitzendbaan niet wordt verlengd, gaat u direct op zoek naar werk. Zolang u geen nieuw werk heeft gevonden, kunt u misschien een WW-uitkering krijgen. Biedt het uitzendbureau u (weer) een tijdelijk contract aan en weigert u dit? Dan krijgt u geen WW-uitkering.
Uitzendkrachten mogen maximaal 12 maanden tewerkgesteld worden voor hetzelfde motief. Bijvoorbeeld: een medewerker is 12 maanden ziek en wordt vervangen door een uitzendkracht. Als de ziekte na 12 maanden verlengd wordt, is uitzendarbeid voor die vervanging niet langer mogelijk.
Een uitzendkracht is over de periode dat hij werkt, werkzaam op grond van een arbeidsovereenkomst, die de uitzendkracht met het uitzendbureau sluit (art 7:690 BW). Het uitzendbureau is de werkgever, hoewel de uitzendkracht feitelijk werkzaam wordt voor een derde, namelijk de opdrachtgever die de uitzendkracht inleent.