Schoonbroer en zwager hebben dezelfde betekenis, namelijk 'de broer van iemands partner' of 'de mannelijke partner van iemands zus of broer'. In ruimere zin hebben schoonbroer en zwager ook de betekenis 'de mannelijke partner van de broer of zus van iemands partner'.
In de middeleeuwen was zwager de gewone Nederlandse benaming. De betekenis van het woord was toen ruimer dan tegenwoordig: men duidde er iedere aangetrouwde verwant mee aan, dus niet alleen een schoonzoon maar ook een schoonbroer en een schoonvader. De vrouwelijke pendant was zwagerin.
Een zwager is dan 'de man van je eigen zus' of 'de man van je eigen broer'. Een schoonbroer is dan 'de broer van je man' of 'de broer van je vrouw', of 'de man van de zus of broer van je man of vrouw'. Maar dit verschil hanteert zeker niet iedereen. De naslagwerken maken er in elk geval geen melding van.
Schoonzus = Een schoonzus (of zwagerin) is een familielid, waarbij de verwantschap is ontstaan door een partnerschap: begint je broer-zus een relatie met een vrouw dan wordt zij je schoonzus.
Een zwager of schoonbroer is een mannelijk aangetrouwd familielid, waarbij de verwantschap dus is ontstaan door een geregistreerd partnerschap of huwelijk.
Schoonbroer en zwager hebben dezelfde betekenis, namelijk 'de broer van iemands partner' of 'de mannelijke partner van iemands zus of broer'.
Dat is niet vreemd want het woord ''stief'' betekent oorspronkelijk 'beroofd van de bloedband/ iets missend'. Dat klinkt niet echt positief, toch is ''stief'' de term die we het meest gebruiken als onze ouder een nieuwe partner krijgt.
Een schoonzus, zwagerin of zwageres is een vrouwelijk aangetrouwd familielid, waarbij de verwantschap dus is ontstaan door een geregistreerd partnerschap of huwelijk.
Antwoord. Ja, beide woorden zijn synoniemen in de standaardtaal, maar schoonbroer wordt hoofdzakelijk in België gebruikt, terwijl zwager vooral in Nederland gangbaar is.
(m.) Uitspraak: [nef] Verbuigingen: neven (meerv.) 1) zoon van een broer of zus van vader of moeder aangetrouwde neef (echtgenoot van een nicht, geen bloedverwant) 2) zoon van broer of zus Voorbeeld: &nbs...
Aangetrouwde familie, of schoonfamilie is: Schoonvader en schoonmoeder (schoonouders) – ouders van de partner. Schoonbroer of zwager en schoonzus – partner van broer of zus.
Het voorvoegsel schoon- komt voor bij woorden die een verwantschap aangeven. Wat het bij al die woorden zegt, is dat de familierelatie door aantrouwen tot stand is gekomen. Zo is een schoonmoeder dus een 'aangetrouwde moeder'.
Wanneer schoonkinderen hun schoonouders met 'u' aanspreken hoort daar een beleefde aanspreekvorm bij: 'meneer, mevrouw'. De combinatie 'u' en 'Hans' bekt niet lekker. Als de schoonkinderen u tutoyeren, dan past 'meneer, mevrouw' daar niet bij. Mensen die elkaar tutoyeren gebruiken doorgaans ook elkaars voornaam.
Een zwager (of schoon- broer) kan bijvoorbeeld zowel de man van iemands zus zijn, als de broer van iemands partner.
Het woord 'zwager' komt uit het Germaans, en had vroeger een veel bredere betekenis. Er kon ieder aangetrouwd mannelijk familielid mee bedoeld worden, dus ook je schoonvader. Daarnaast waren er meer variaties van het woord in omloop. 'Zweer' en 'zweger' bijvoorbeeld.
Bijvoeglijk naamwoord. De aangetrouwde familieleden worden ook wel de koude tak genoemd. De man van mijn zus is een aangetrouwd familielid en wordt wel zwager genoemd.
Schoonouders/schoonvader/schoonmoeder: de ouders van man of vrouw (= aanverwant). Schoonzoon/schoondochter: de man of vrouw van zoon of dochter (= aanverwant).
We zeggen schoonzus/zwager tegen de partner van je broer/zus, maar kun je ook in een woord aangeven dat het om de schoonouders van je broer/zus gaat, of enkel: " dit zijn de schoonouders van ....?
Zwager en schoonzus Een zwager kan de man zijn van iemands zus, maar ook de broer van iemands partner en zelfs de man van de zus van iemands partner.
personen- en familierecht: familieleden van een persoons man of vrouw.
Reacties. Een schoonzus (of zwagerin) is een familielid, waarbij de verwantschap is ontstaan door een partnerschap: begint je broer/zus een relatie met een vrouw dan wordt zij je schoonzus. Een schoonzus is echter ook een zus van je eigen partner. Het mannelijke equivalent is schoonbroer of zwager.
de achternicht zelfst. naamw. (v.) Verbuigingen: achternichtenVerbuigingen: achternichtje de dochter van een neef, nicht, oudoom of oudtante Voorbeeld: `Anna is mijn achternicht.
Oudoom of oudtante: de broer of zus van je opa of oma. Oftewel de oom of tante van je vader of moeder.
Niet als het om de kinderen van je neven/nichten gaat die ook de kinderen van jouw broer/zus zijn. Het blijft ingewikkeld dat wij in Nederland twee soorten neven/nichten hebben. Daarom ben ik wel voor achtertante. Ik ben namelijk tante van de dochters van mijn schoonzus en achtertante van hun zonen.