Bij de mol zit het gat in het midden en is de aarde heel grof omgewoeld.Een woelrat veroorzaakt hopen met gaten aan de zijkant en de aarde eromheen is fijner.
De woelrat heeft een gedrongen bouw met korte poten en een stompe snuit. Zijn staart is voor een woelmuis lang (55-70% van de lichaamslengte) en behaard. De voorvoeten hebben vier tenen, de achterpoten vijf en alle tenen hebben scherpe nagels. De oren zijn klein en in de vacht verborgen en de ogen donker.
Eigenlijk lijkt dit beestje helemaal niet op een rat, het is eigenlijk net een woelmuis, met het enige verschil dat hij groter is dan de woelmuis. Toch wordt de woelrat vaak verward met de bruine rat, misschien wel omdat ze beiden van water houden. De woelrat kan dan ook erg goed zwemmen.
Woelmuizen kenmerken zich door een gedrongen, ietwat lompe bouw en een stompe kop met kleine ogen en oren. De staat is korter dan het lichaam (tot maximaal 80% van kop-romplengte).
Mollen hebben geven de voorkeur aan wat lossere, humeuze grond, die rijk is aan wormen en ander bodemleven. Hoe minder obstakels (boomwortels etc.) zich daarin bevinden, hoe beter. Kortom, de voorkeur gaat dus onmiskenbaar uit naar uw grasveld.
Mollen komen slechts zelden boven de grond, dus de kans dat u er een te zien zult krijgen is klein. Maar wees voorzichtig als u een levende mol vangt, want ze hebben heel scherpe tanden en zullen zeker proberen te bijten.
Mollen houden niet van de geur van de wortels, daarom wordt deze plant ook wel 'mollenkruid' genoemd. Wel opletten met deze plant, want het melksap is giftig. Keizerskroon tegen mollen helpt ook. De mollen houden niet van de geur van de bollen, omdat het ze doet denken aan een geur die door vossen wordt verspreid.
Woelratten bestrijden kun je doen met een speciale woelratklem. De woelrat komt op zijn weg door de gang de klem tegen en loopt erin. Zodra de woelrat de klem raakt, slaat de klem dicht. De woelrat wordt hierbij op slag gedood.
Je kunt, voor de woelrat, giftige planten in je tuin zetten. Denk hierbij aan planten zoals de giftige Scilla maritima en de kruisbladwolfsmelk. Laatst genoemde zou ook voorkomen dat je tuin bezet wordt door mollen. Plaats deze planten langs de tuinafscheiding.
Woelratten kunnen heel goed graven, dit doen ze met hun poten en tanden. Het gangenstelsel van de woelrat kan wel 100 meter lang zijn en tot 1 meter diep liggen.
In grote steden zijn ze er steeds meer klaar mee: de overlast van ratten. En dat kan heel ver gaan, zegt ongediertebestrijder Richard Piké. "Ze kunnen echt uit de wc-pot naar boven komen." "En dan krijg je dus een koud neusje tegen je billen aan.
Voor de bevalling bouwt het vrouwtje een nest. Ongeveer 22 dagen later worden de kleine ratjes geboren, die worden ook wel rittens genoemd. Ze zijn heel klein, kaal en roze en worden met hun ogen dicht geboren en drinken alleen nog maar melk bij hun moeder. Ze wegen gemiddeld vier gram.
Ze hebben een karakteristieke geur – knaagdieren verspreiden een naar muskus een ammonia ruikende geur die vooral sterk is in (half) gesloten ruimtes en bij grote aantallen. Als je eenmaal weet hoe muizen en ratten ruiken, dan ruik je hun aanwezigheid direct. Ze kunnen ziektes zoals salmonella verspreiden.
Een woelrat wordt ook wel waterrat of molmuis genoemd. Zij komen voornamelijk voor in de buurt van stilstaand zoet water, zoals greppels, meren, riviertjes en hebben voorkeur voor gebieden met steile oevers begroeid met gras of riet. Ze kunnen ook voorkomen op akkerland en in boomgaarden.
2. Houd het gras kort, zodat natuurlijke vijanden de mollen en muizen ontdekken, geef katten de vrijheid in de tuin. 3. Plant knoflook of keizerskroon: muizen hebben een enorme hekel aan deze planten.
Sterk ruikende planten als stinkend nieskruid, kruisbladwolfsmelk, wilde knoflook en narcis hebben als voordeel dat ze de mollen mogelijk op een natuurlijke manier afweren en tegelijk de tuin sieren.
De rat is een alleseter (omnivoor). Hij is dol op granen, maar eet ook zaden, slakken, larven, kikkers, vogeleieren of (delen van) dode dieren. Daarnaast knabbelt hij ook op minder voor de hand liggende dingen als zeep of kaarsen.
Veel jonge mollen overleven het eerste jaar niet. Mollen kunnen 6 jaar oud worden, maar dat gebeurt maar zelden. Meestal halen ze de 3 jaar niet.
Een mol hoeft overigens niet bang te zijn voor water: hij kan niet alleen goed graven maar ook goed zwemmen en klimmen. Een mol leeft van de insectenlarven en wormen die hij tijdens het graven tegenkomt. Jonge mollen verplaatsen zich bovengronds en pikken daar hun graantje mee.
Dieper graven van nieuwe gangen levert grond op die ze kwijt moeten. Wanneer het weer warmer wordt, kruipen de regenwormen weer richting aardoppervlak. De mol gaat er ook dan weer achteraan, graaft nieuwe gangen en werpt dus extra hopen op.
Wanneer je een nieuwe molshoop ziet in je tuin, verspreid je de aarde in het gras eromheen. Zo ontstaan er geen kale plekken in het gras. En na de eerste regenbui zie je nog weinig van de molshoop. Je kan mollen altijd verjagen met toestellen die geluid of trillingen veroorzaken.
Mollen graven gangen tot zo'n 120 centimeter diep, dit zijn de diepgelegen gangen. Deze gangen zijn ongeveer 5 centimeter breed. De mol graaft soms ook gangen die meer aan de oppervlakte liggen. De ondergrondse gangen zijn soms wel 200 meter lang.
De mol heeft kleine, slecht ontwikkelde ogen, maar hij is niet blind. Hij heeft een spitse, slurfvormige roze snuit met gevoelige snorharen en tastzenuwen en een klein staartje. Hij heeft geen uitwendige oren en ook zijn nek is niet te zien doordat die zo gespierd is.
Stilzitten is er niet bij; een mol graaft zo'n 4 meter tunnel per uur. Ze eten wormen, emelten, engerlingen en andere insecten die in de bodem leven. Mollen zijn solistische dieren en behalve in het paarseizoen (van februari tot april) leven ze alleen.
Het plan: je maakt reepjes van oude stof, bijvoorbeeld katoen. Week de reepjes in azijn en leg ze dan in een mollengang. De mol zit niet te wachten op sterke geuren. Als deze theorie klopt, dan kom je dankzij de azijn wel van het beestje of de beestjes af.