Met grond bedoelen we het losse materiaal aan de oppervlakte van de aardkorst. Neem je hiervan een hoeveelheid om te onderzoeken, dan spreek je van een grondmonster. De bodem is de wijze waarop de gronddeeltjes in bepaalde patronen zijn neergelegd door de natuur.
Wat is het verschil tussen bodem en ondergrond? We gebruiken de termen bodem en ondergrond vaak samen, de termen worden soms ook door elkaar gehaald. De bodem is de bovenste laag van de aarde, waarin planten groeien en wormen leven. De ondergrond ligt daaronder en bestaat bijvoorbeeld uit zand of klei.
Volgens de Wet bodembescherming (art. 1 Wbb) wordt onder bodem het vaste deel van de aarde met de zich daarin bevindende vloeibare en gasvormige bestanddelen en organismen verstaan.
In de realiteit is het een complexe matrix die wordt gevormd door stukjes rots, korrels van verschillende grootte (zand , leem, klei ), resten van planten en dode dieren. De ruimten tussen deze elementen (poriën) worden gevuld met water en lucht maar ook met talrijke micro-organismen die er leven.
De bodem is letterlijk en figuurlijk een belangrijke onderlegger voor duurzame ruimtelijke ontwikkeling. Daarnaast is de bodem ook de natuurlijke drager van de identiteit van veel gebieden. De bodem biedt daarbij kansen voor ontwikkelingen maar legt ook beperkingen op.
In Nederland liggen allerlei afzettingen aan het oppervlak, zoals zand, klei of veen. Als regen, zonneschijn, vorst, plantenwortels, gravende organismen en chemische processen langdurig op de afzetting inwerken, verandert de toplaag. Geleidelijk ontwikkelt zich een bodem.
Grond bestaat uit een mengsel van drie soorten bodemdeeltjes: zand, leem en klei. De ideale tuingrond heeft van elke fractie ongeveer evenveel. In de praktijk is het meestal anders. Maar dat hoeft geen probleem te zijn: ieder bodemtype heeft zijn voordelen of nadelen.
In Nederland kennen we 4 grondsoorten. Namelijk: klei-, löss-, zand-, en veengrond. De grondsoort bepaald ook wat er op groeit. Op veen en kleigronden groeit gras goed.
De definitie van een gezonde bodem wordt daarin ook verklaard. Een gezonde bodem is de grondlaag in jouw tuin, waarin door het samenspel van allerlei ondergrondse organismen er een constante leef- een groeiomgeving ontstaat voor alle plantaardige en dierlijke leven.
Grond is een mengsel van verweerd vast materiaal (sediment), water en lucht dat aan het aardoppervlak of (vlak) daaronder voorkomt. Het niet verweerde vaste materiaal noemt men gesteente.
Het meervoud van bodem is 'bodems'. Eén bodem, twee bodems.
Een ideale bodem bestaat voor de helft uit poriën en voor de helft uit vaste bodemdeeltjes. De verdeling tussen de bestanddelen in een ideale bodem is globaal weergegeven in volgende figuur. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen minerale delen (klei, zand, silt, etc.), organische stof (os), lucht en water.
Zavelgrond is de meest ideale grond voor tuinplanten. Het is een combinatie van klei- en zandgrond: klei met zestig tot tachtig procent zand. Het is goed te bewerken, goed doorlatend en meestal rijk aan humus.
Definitie: Humus is organisch materiaal waarvan de gemakkelijk verteerbare delen reeds zijn afgebroken. Een humeuze bovenlaag ontstaat wanneer organische stof (afgestorven planten- en dierresten, uitwerpselen) wordt afgebroken door het bodemleven.
Humusrijke grond wordt ook wel 'voedselrijke grond' genoemd. Humus bevat namelijk veel voedingstoffen voor tuinplanten. Veengebieden, kleigronden en lössgrond zijn voorbeelden van vaak 'voedingsrijke gronden'.
Voedingsstoffen komen vanuit de bodem beschikbaar door verwering van minerale bodemdeeltjes, door het geleidelijk oplossen van slecht oplosbare neerslagen, door het in oplossing komen van kationen die gebonden zijn aan het adsorptiecomplex en door afbraak van organische stof door het bodemleven.
Ze zorgen dat de structuur van de bodem verbetert. De bodem wordt beter doorwortelbaar voor planten. De bodemorganismen breken bovendien plantenresten en andere organische stof af tot voedingsstoffen en organische stof voor het gewas. Daarnaast kunnen bodemorganismen het optreden van bodemziekten onderdrukken.
Je kunt eenvoudig testen met welke grondsoort je te maken hebt. Doe hiervoor wat van jouw grond in een glas, vul aan met schoon leidingwater, schud dit even flink en laat het dan ongeveer tien minuten staan. Op basis van wat er in het glas gebeurt, kun je vaststellen met wat voor soort bodem je te maken hebt.
Terra Preta (zwarte bodems in het Portugees) is de verzamelterm voor de donker gekleurde gronden in het stroomgebied van de Amazone die door menselijke bewoning zijn ontstaan. De bodems danken hun naam aan de zwarte kleur, die het gevolg is van de aanwezigheid van stukjes houtskool en ander organisch materiaal.
Zowel tuinaarde onbemest als tuinaarde bemest lenen zich goed als tuingrond voor beplanting. De bemeste tuinaarde is echter voorzien van toegevoegde organische producten, zoals compost en champost (geen kunstmest). Hierdoor bevat deze tuingrond extra voedingswaarde waardoor beplanting een goede start krijgen.
Een rijk bodemleven zorgt ervoor dat bodemprocessen optimaal verlopen. Ze breken organische stof af tot voedingselementen met als restproduct humus, wat de bodemstructuur verbetert.
Zand is zacht, hard, los en korrelig materiaal en een van de meest voorkomende natuurlijke stoffen op aarde. Zand bestaat uit zeer kleine stukjes steen, zandkorrels, die in grootte variëren tussen 63 micrometer en 2 millimeter.
Veengronden laten duidelijk zien hoe belangrijk de kwaliteit van de organische stof is voor een vruchtbare bodem. Aanvoer van organische stof met een hoger percentage aan verteerbaar stikstofrijk organisch materiaal is van groot belang om een veengrond, zowel in akkerbouw als grasland, productief te laten zijn.