Voorbeelden: man – mannetje of manneke, bak – bakje of bakske, broer – broertje, zus – zusje, boom – boompje, woning – woninkje.
Woorden die eindigen op -ing
Voorbeelden: beloninkje, bestellinkje, buiginkje, campinkje, harinkje, kettinkje, koninkje, meninkje, ontploffinkje, ontstekinkje, puddinkje, sluitinkje, verfrissinkje, vertellinkje, woninkje.
Woorden die eindigen op een lange klank krijgen twee klinkers in een verkleinde vorm: la – laatje. auto – autootje.
De correct gespelde vorm voor het verkleinwoord is radiootje.
De leerlingen noemen het verkleinwoord van het woord pudding (pudding - puddinkje).
tiramisu'tje - WikiWoordenboek.
Als een verkleinwoord wordt afgebroken aan het eind van een regel, vervalt een van de twee dubbele klinkers of de apostrof: baby'tje - baby-tje, vlaatje - vla-tje, parapluutje - paraplu-tje.
Het meervoud van pyjama is pyjama's, en het verkleinwoord is pyjamaatje.
De correct gespelde vorm voor het verkleinwoord is cafeetje.
De e wordt verdubbeld en het daardoor overbodig geworden accentteken valt weg.
De correcte spelling is A4'tje, met een apostrof.
A4'tje is een afleiding: het achtervoegsel -tje wordt in dit geval gebruikt om van A4 een verkleinwoord af te leiden. In afleidingen waarin het grondwoord een combinatie van cijfers en letters is, komt er een apostrof.
De correcte verkleinvorm is tekeningetje. Vergelijkbare voorbeelden zijn: dingetje, eerstelingetje, kringetje, leerlingetje, vergaderingetje, wandelingetje. Woorden op -ing hebben alleen een verkleinwoord op -kje als de lettergreep vóór -ing beklemtoond is en het niet om een persoonsnaam op -ling gaat.
Drie bekende verkleinwoorden zijn: poffertje, sprookje en akkefietje.
Schrijf het verkleinwoord van de volgende woorden op. Als de laatste klank klinkt als: k, f, g, p, s of t voeg je -je toe aan het woord. Als de laatste klank niet klinkt als: k, f, g, p, s of t voeg je vaak -tje toe aan het woord. Als de laatste klank klinkt als: k, f, g, p, s of t voeg je -je toe aan het woord.
De meeste verkleinwoorden zijn eenvoudig te maken. Meestal voeg je je of tje toe aan het woord. Woorden die eindigen op m, krijgen meestal pje erbij. Woorden met een korte klinker, krijgen vaak een dubbele medeklinker.
A. Van veel zelfstandige naamwoorden kunnen we een verkleinwoord* maken met een achtervoegsel* -je, -tje, -etje of -pje. Dat schrijven we vast aan het grondwoord*. Als het grondwoord eindigt op de klank /ng/, geschreven als -ng, eindigt het verkleinwoord op -kje of -etje.