Als een verkleinwoord wordt afgebroken aan het eind van een regel, vervalt een van de twee dubbele klinkers of de apostrof: baby'tje - baby-tje, vlaatje - vla-tje, parapluutje - paraplu-tje.
Verkleinwoorden worden gevormd met -tje, -je, -etje, -pje of -kje. De vorm van het achtervoegsel hangt voornamelijk af van de slotklank van het basiswoord, en soms ook van klemtoon of woordlengte. De verkleinwoorden zijn in grote lijnen in te delen in categorieën op basis van de vorm en klemtoon van het grondwoord.
Het woord paraplu komt van het Franse parapluie, dat zoveel betekent als 'afweer tegen regen'. Het is gevormd naar het oudere 'parasol', beschermmiddel tegen zonneschijn.
De correct gespelde vorm voor het verkleinwoord is radiootje.
Als een verkleinwoord wordt afgebroken aan het eind van een regel, vervalt een van de twee dubbele klinkers of de apostrof: baby'tje - baby-tje, vlaatje - vla-tje, parapluutje - paraplu-tje.
Helikopter, computer, punaise, paraplu, maar ook letter, slagroom en post – al deze woorden zijn voorbeelden van zogenoemde leenwoorden die in het woordenboek zijn opgenomen en door iedereen in het dagelijks leven wel eens in de mond genomen worden.
Chocolade en chocola zijn vormvarianten. De verkleinvorm van beide woorden is chocolaatje.
De leerlingen noemen het verkleinwoord van het woord pudding (pudding - puddinkje).
De correct gespelde vorm voor het verkleinwoord is baby'tje.
Woorden die eindigen op een lange klank krijgen twee klinkers in een verkleinde vorm: la – laatje. auto – autootje.
De correct gespelde meervoudsvorm van café is cafés, zonder apostrof. Als een zelfstandig naamwoord eindigt op é, schrijven we de meervoudsuitgang eraan vast. Een apostrof is niet nodig omdat de combinatie niet verkeerd kan worden uitgesproken: logés, attachés, coupés, prostitués.