Bij het serotoninesyndroom is er sprake van sterk verhoogde serotonineconcentraties in het brein. Xtc bevordert de afgifte van serotonine door zenuwcellen en zorgt ook dat serotonine niet teruggaat naar de zenuwcel. Hierdoor kan de hoeveelheid serotonine toenemen.
Een ernstig serotoninesyndroom wordt bijna altijd veroorzaakt door geneesmiddeleninteracties waarbij twee of meer serotonerge middelen zijn betrokken, waarvan er gewoonlijk minstens één een selectieve serotonine-heropnameremmer of een mono-amino-oxidaseremmer is.
Zodra het serotoninesyndroom is gediagnosticeerd moet de serotonerge medicatie verminderd of gestaakt worden. Dat helpt in het algemeen binnen 24 uur. In ernstige gevallen kunnen benzodiazepines voorgeschreven worden. Of cyproheptadine, een 5-HT2a-receptorantagonist dat ook als anti-allergiemiddel gebruikt wordt.
Het serotonerg syndroom is een medicatie-geïnduceerd, klinisch syndroom dat veroorzaakt wordt door verhoogde serotonineconcentraties in het centraal en perifeer zenuwstelsel.
Serotonine beïnvloedt je humeur, eetlust, seksuele drift en sociaal gedrag. Ontstaat er echter een disbalans – de signalen worden onderweg verstoord – dan heeft dat een ontzettend grote invloed op je dagelijks functioneren. Zo zorgt een teveel aan serotonine voor verhoogde hartslag en in extreme gevallen tot de dood.
Uit eerder SFK-onderzoek is bekend dat vrouwen meer antidepressiva enerzijds en middelen tegen migraine en pijn anderzijds gebruiken dan mannen. Binnen deze geneesmiddelgroepen is er een aantal middelen die de serotoninespiegel verhogen en in combinatie het risico op het serotoninesyndroom doen toenemen.
Angst en paniekaanvallen: Serotonine draagt bij aan het reguleren van de stemming. Een verlaagde hoeveelheid aan serotonine kan niet alleen leiden tot depressieve gevoelens, maar kan ook een verhoogde mate van paniek en angst veroorzaken. Bovendien kan dit gepaard gaan met fobieën en obsessieve gedachten.
Het serotoninesyndroom is een vergiftiging met serotonine door gebruik van medicijnen die de serotonine-spiegel verhogen. Het syndroom wordt meestal veroorzaakt door minimaal twee geneesmiddelen die de serotonine-spiegel verhogen, waarvan minimaal één SSRI of MAO-remmer.
De middelen amitriptyline, escitalopram, mirtazapine, paroxetine, venlafaxine en vortioxetine zijn het meest effectief. Fluoxetine, fluvoxamine, reboxetine, en trazodon scoorden het laagst op effectiviteit. De meerderheid van de meest effectieve antidepressiva zijn niet meer onder patent en generiek verkrijgbaar.
Met betrekking tot mogelijke bijwerkingen op de langere termijn is bekend dat citalopram aanleiding kan geven tot het optreden van oorsuizen. Dit geldt in het bijzonder voor de zogenaamde tricyclische anti-depressiva, maar ook voor citalopram.
Sertraline behoort tot de serotonineheropnameremmers, ofwel SSRI's. Het regelt in de hersenen de hoeveelheid serotonine. Deze lichaamseigen stof speelt een rol bij emoties en stemmingen. SSRI's verbeteren de stemming en verminderen angsten.
3-mmc verhoogt de hoeveelheid beschikbare noradrenaline en dopamine in het zenuwstelsel. Daarnaast heeft het ook een klein effect op de serotonine. De serotonine die wordt aangesproken is minder hoog dan wanneer je XTC neemt. Er wordt echter wel gebruik van gemaakt.
Cocaïne kan tot hersenbeschadiging en hersenbloedingen leiden; heroïne tot minder goed groeien, slechtere motorische ontwikkeling (je goed kunnen bewegen) en problemen met leren en gedrag. Ook xtc-gebruik kan effect hebben op leer- en geheugenproblemen bij het kind.
Nadat serotonine is vrijgekomen wordt het heropgenomen door de zenuwcel waaruit de stof afkomstig is. Een SSRI remt deze heropname. Hierdoor is serotonine langer aanwezig buiten de cel en daar werkzaam. We veronderstellen dat hierdoor de klachten die bij een depressie horen, verminderen.
De rol van vitamine B6. Vitamine B6 speelt een belangrijke rol bij de aanmaak van verschillende neurotransmitters, waaronder serotonine, norepinefrine en dopamine en is daarmee een onmisbare vitamine voor het functioneren van het centrale zenuwstelsel.
Het duurt bijna twee maanden voordat de serotonine-emmer weer helemaal is aangevuld.
Neurotransmitters. Bepaalde stoffen in de hersenen maken een mens kwetsbaar voor depressie. Dat zijn de zogenaamde neurotransmitters, die zorgen voor emoties, eetlust en concentratievermogen. Enkele van deze neurotransmitters, namelijk serotonine en noradrenaline, werken in op de stemming.
Serotonine en drugs
Zo ontstaat er een serotonine tekort en voel je je slecht wanneer je stopt, waardoor je weer wilt gebruiken. Door deze neerwaartse spiraal kun je makkelijk verslaafd raken.
Deze neurotransmitters hebben allemaal andere informatie en doen dus andere dingen in de hersenen. Serotonine wordt bijvoorbeeld door de hersenen gebruikt voor stemming, eetlust, geheugen, slaap of lichaamstemperatuur. De neurotransmitter dopamine is erg belangrijk bij beloning, plezier en beweging.
Verschillende soorten antidepressiva
Omdat SSRI's over het algemeen de minste bijwerkingen opleveren zijn deze meestal eerste keus. SNRI's zoals Cymbalta en Efexor zijn vaak tweede keuze.
Selectieve serotonine heropname remmers (SSRI)
SSRI's zorgen ervoor dat serotonine niet meer terug de hersencel in kan. Hierdoor wordt de hoeveelheid serotonine in de hersenen hoger. Het verschil tussen SSRI's en andere antidepressiva is dat SSRI's alleen de hoeveelheid van serotonine hogen maken.