Bij het ophalen van de melk van de boerderij wordt een monster genomen dat in een laboratorium wordt gecontroleerd op het kiemgetal. Een kiemgetal lager dan 20, dat wil zeggen minder dan 20.000 bacteriekiemen per milliliter melk, is goed.
Een goed kiemgetal is niet hoger dan 10.000 kve/mL.
Het kiemgetal is een maat voor de hoeveelheid micro-organismen per eenheid zoals ml of gram. Dit wordt weergegeven als kolonievormende eenheid per ml of gram (kve/ml of kve/gram).
Zit de plaat echt stampvol (boven de duizend kolonies) dan kan men op elke plaat twee keer het aantal kolonies op 1 cm2 tellen. Het gemiddelde hiervan bij een standaard petrischaal (diameter 9 cm) wordt vermenigvuldigd met een factor 100 en de verdunningsfactor en de uitkomst hiervan is het kiemgetal.
Een verhoogd kiemgetal betekent dat er teveel bacteriën in de melk aanwezig zijn. Dit te grote aantal kan ontstaan doordat er in beginsel teveel bacteriën worden uitgescheiden zoals bijvoorbeeld in het geval van een uierontsteking.
Kiemgetal = Het kiemgetal of kolonievormende eenheden (kve) is het aantal bacteriekiemen dat zich in of op een product bevindt.
Het aeroob kiemgetal meet de hoeveelheid micro-organisme in het monster. Een aerobe bacterie is simpelweg een organisme dat zuurstof nodig heeft voor zijn stofwisseling. Een te hoge hoeveelheid van aerobe bacteriën in uw eindproducten of grondstoffen kan slecht zijn voor de gezondheid van mens en dier.
Vraag 1: Uit hoeveel bacteriën ontstaat elke kolonie? Antwoord: Elke kolonie ontstaat uit een enkele bacterie, die zich steeds weer in tweeën deelt.
Bij plantaardige weefselkweek bestaat een voedingsbodem meestal uit de volgende onderdelen: Water: hierin worden alle andere stoffen opgelost. Voedingszouten: dit zijn stoffen zoals stikstof (als nitraat), fosfor (als fosfaat) en metalen zoals natrium, calcium, kalium, ijzer; kortom allemaal mineralen.
Eenheid waarmee het aantal levende bacteriën wordt bepaald. Ze komt overeen met een kolonie. Na de bacteriële deling vertegenwoordigt elke eenheid een geheel van 106 tot 107 identieke bacteriën op het oppervlak van een kweekmedium.
Reincultuur. Vaak worden micro-organismen gekweekt als reincultuur. Dit betekent dat er microben worden gekweekt die van maar één enkele cel afstammen. Op deze manier bevatten alle cellen dezelfde genetische informatie en zijn het dus allemaal klonen van elkaar.
In de microbiologie wordt de term anders gebruikt: daar is een kolonie een populatie van cellen die is ontstaan door celdeling van een enkele voorouder. De cellengroep die door deze wijze van vermenigvuldiging ontstaat heet in de microbiologie een kolonie en het proces noemt men kolonisatie.
Een monster, en/of verdunningen ervan worden rechtstreeks via de gietplaatmethode (inoculatie van het monster in een specifiek groeimedium in petriplaten) geanalyseerd. De platen worden geïncubeerd bij 22°C en bij 36°C. Het aantal kve worden per ml bij een welbepaalde temperatuur bepaald.
Als er grote hoeveelheden maaginhoud in de longen terechtkomen, kan de gasuitwisseling dusdanig verslechteren dat de patiënt hieraan overlijdt. Ook als de intubatie niet lukt en de patiënt daardoor niet beademd kan worden kan dit leiden tot zuurstofgebrek en zelfs overlijden.
Meestal gaat het dan over een groep microben met een enkele oorsprong, of een groep van samenlevende microben van dezelfde soort. Een kolonie van bacteriën komt voort uit een enkele bacterie. Als deze bijvoorbeeld op een voedingsbodem terecht komt, kan hij beginnen met delen.
Boven de maximumtemperatuur is het riskanter, hier gaan eiwitten kapot en dat is niet terug te draaien. Zijn alle eiwitten kapot dan is het micro-organisme dood.
Van een bacterie kunt u ook ziek worden. Dit gebeurt wanneer een bacterie gaat zitten op een plek waar hij niet hoort. Hier zorgt de bacterie dan voor een infectie. Een bacterie kan in uw lichaam zitten, maar ook in een wond of in de bloedbaan.
Parasitaire schimmels
Ze kunnen een levende boom aantasten en doen wegrotten. Parasitaire schimmels kunnen ook schimmelziekten (ofwel mycosen) bij mensen veroorzaken. Schimmelziekten bij mensen worden onderverdeeld in huidschimmels en invasieve schimmels (ofwel schimmels in het lichaam).
Infecties die worden veroorzaakt door bacteriën, kunnen worden bestreden met antibiotica. Ze doden de bacteriën of remmen hun groei. Als een antibioticum regelmatig tegen een bacterie wordt gebruikt, kan die bacterie resistent worden.
Een temperatuur tussen 10 °C en 40 °C. Onder het vriespunt delen ze zich niet meer, maar blijven ze wel in leven als in een soort winterslaap. Bij temperaturen hoger dan 75 °C, bijvoorbeeld tijdens het koken, gaan bacteriën dood.
Om ziektekiemen te doden of onschadelijk te maken is altijd warmte nodig. Ze zijn niet bestand tegen temperaturen van 70-80°C. Koelen vertraagt de groei van ziektekiemen, warmte maakt ze echt onschadelijk. Maar zelfs bij lage koelkasttemperaturen blijven sommige bacteriën zich vermenigvuldigen.
Aeroob trainen
Het is dus misschien verrassend om te horen dat de betekenis van aeroob simpelweg 'met lucht' betekent. Als het om lichaamsbeweging gaat, verwijst aeroob naar de manier waarop het lichaam energie produceert met behulp van zuurstof.
Agar-agar betekent gelei in het Maleis. Het is een witachtige, smaak- en reukloze stof die wordt verkregen uit de celwanden van bepaalde roodalgen. Als je agar oplost in heet water en daarna afkoelt, wordt het een soort gelei.
Wanneer er op de uitslag “Mengflora” wordt vermeld, betekent dit dat er uit hetzelfde melkmonster 3 of meer verschillende bacteriën zijn geïsoleerd.
Om groei van legionellabacteriën tegen te gaan, is het sterk aan te raden om in periodes dat het drinkwater opwarmt tot boven 25°C dagelijks te spoelen. Op deze wijze koppelt u de uitkomsten van de temperatuurmetingen (temperatuur water boven 25°C) aan directe preventieve maatregelen.