Turnen is een sport waarbij oefeningen worden gedaan die kracht, lenigheid, evenwicht en coördinatie nodig hebben. Het kan gaan om rennen, springen, salto's maken en balanceren. Bij het damesturnen zijn er vier toestellen: vloer, ongelijk brug, evenwichtsbalk en de Pegasus.
Bij de turnsport zijn de fysieke voorwaarden: coördinatie, lenigheid, uithoudingsvermogen, snelheid en kracht heel erg belangrijk. Als het je lukt om deze dingen te verbeteren kan het niet anders dan dat je extra snel vooruit gaat met turnen! Hoe meer aandacht je hieraan besteedt hoe beter je zal leren turnen.
Toestelturnen of kortweg turnen is een individuele sport die wordt uitgevoerd met behulp van toestellen. Het is een onderdeel van de Olympische Spelen, en is ontstaan in de zogenaamde Duitse school uit de 19e eeuw. Het (toestel)turnen is een onderdeel van de gymnastieksport.
Turnen is een inspannende sport, maar zorgt bij kinderen voor veel plezier. Het mooie aan turnen is, dat deze sport voor elke leeftijd, onafhankelijk van de conditie, geschikt is. Al wanneer jouw kindje nog maar 1,5 jaar oud is en pas net kan lopen, kunnen jullie al samen naar ouder-kind-gymlessen gaan.
Om te kunnen turnen heb je toestellen nodig. Op en aan deze toestellen doe je namelijk de oefeningen. Jongens oefenen vaak op het paard, de brug, aan de ringen en de rekstok. Meisjes oefenen vaak op de evenwichtsbalk en ook op de brug.
Flexibiliteit, ook wel lenigheid, kan de kans op blessures verminderen. Kracht maakt veel elementen makkelijker. Ook oefeningen zijn dan minder moeilijk, turnen is een erg intensieve sport: een krachtsexplosie en daarna weer uitrusten. Na een korte oefening is een deelnemer meestal al erg moe.
Tijdsbesteding & Kosten
Naarmate je kind ouder wordt of serieuzer wilt gaan turnen, zal er ook vaker worden getraind. De gemiddelde contributie voor een jeugdlid bij een turnvereniging ligt tussen €100 en de €200. De meeste verenigingen hebben een clubtenue. Deze kun je bestellen vanaf €30.
Als je begint met turnen krijg je het laagste niveau dat is zeventien. Als je dat beheerst doe je een wedstrijd en dan ga je een niveau hoger zestien, als je dat ook beheerst ga je weer een niveau hoger vijftien, enz.
Bij de selectie word er gewerkt met het NTS, Nationaal Turn Systeem. Dit NTS bestaat uit verschillende niveaus: N1, N2, N3, D1, D2 en D3 waarbij N1 het hoogst is. De N staat voor Nationaal en D staat voor District. De niveaus zijn gekoppeld aan de leeftijd van de turnster waardoor er verschillende categorieën ontstaan.
Op alle niveaus hebben de evenwichtsbalk en de vloer een tijdslimiet. Overschrijding van de tijdslimiet leidt tot een aftrek. Na een val heeft een turnster 30 seconden de tijd om de oefening voort te zetten. Technische fouten zoals gebogen knieën of een slechte lichaamshouding krijgen een aftrek van 0,1 tot 0,2.
Niveaus, categorieën en divisies
Dit NTS bestaat uit verschillende niveaus: N1, N2, N3, D1, D2 en D3 waarbij N1 het hoogst is. De N staat voor Nationaal en D staat voor District. De niveaus zijn gekoppeld aan het geboortejaar/leeftijd van de turnster, zo ontstaan er verschillende categorieën.
Vaak wordt gedacht dat gymnastiek en turnen hetzelfde zijn, maar dat is niet zo. Onder gymnastiek op school vallen veel sporten, waaronder ook turnonderdelen. Gymnastiek bij de Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie omvat turnen maar ook trampolinespringen, aerobic en ritmische gymnastiek.
Met het turnen train je de spierkracht in het hele lichaam. In de trainingen wordt veel aandacht besteed aan de beenspieren, stabiliteitsspieren en armspieren. Dit voorkomt blessures en de oefeningen kunne beter uitgevoerd worden.
Turnen is een sport waarmee je op jonge leeftijd al kan beginnen, maar je zou ook op oudere leeftijd nog kunnen starten met turnen. Dan is er wel een kans dat je iets minder dingen leert, maar het plezier van het turnen wordt zeker niet minder.
Dit kan een trampoline, een minitramp, een plank of een plankoline zijn. Er zijn zelfs mensen die de salto gewoon met afzet vanaf de grond kunnen! Vervolgens spring je omhoog, waarbij je je armen mee omhoog zwaait. Tegelijkertijd maak je je zo klein als een bolletje, en houd je je kin op je borst.
Ontleend aan Duits turnen 'gymnastische oefeningen doen als tak van sport' [1811; Kluge21], eerder al (reeds lang verouderd) 'wenden, draaien', ontleend aan Latijn tornāre 'draaien'. De Pruisische gymnastiekleraar Friedrich Ludwig Jahn (1778-1852) is de grondlegger van het moderne turnen.
"Op de balk zijn vooral evenwicht, lenigheid en elegantie belangrijk. Daarom turnen mannen dus niet op de balk", concludeert Derwael.
Sinds de Olympische Spelen zijn steeds meer kinderen gaan turnen. Eerst waren er zo'n 23.000 turners in Nederland, nu doen ruim 30.000 kinderen het. De meeste turners zijn meisjes, maar ook bij jongens wordt de sport steeds populairder.
Mannen dragen ook een pak, dat lijkt een beetje op een badpak. Daarover wordt een korte of een lange broek gedragen. Erg belangrijk is het dat turnkleding strak zit, zodat die niet in de weg kan zitten tijdens het turnen.
Het kan gaan om rennen, springen, salto's maken en balanceren. Bij het damesturnen zijn er vier toestellen: vloer, ongelijk brug, evenwichtsbalk en de Pegasus. Bij mannen turnen zijn er zes toestellen: vloer, gelijke brug, rekstok, voltige, Pegasus en ringen. Gymnastiek begon als een sport in het oude Griekenland.
In China en India werden in verschillende beschavingen al oefeningen gedaan om lenig en fit te blijven. Toen de Grieken zich er vervolgens in gingen verdiepen en wedstrijden wilden houden, moesten er regels komen om de sport professioneler aan te pakken. Zo ontstond de eerste vorm van turnen.
De duurste sporten volgens onderstaand overzicht zijn Wielrennen, BMX'en, Paardrijden en Golf. De eerste kan oplopen tot meer dan 2000 euro per jaar!
Voetbal is de populairste sport en tegenwoordig beoefenen steeds meer vrouwen dit ook. Bij de meeste clubs betaal je 50 tot 150 euro per jaar, dit precieze bedrag hangt af van de leeftijd en van de club.
Volgens eerder onderzoek van het Mulier Instituut blijkt dat gezinnen gemiddeld 316 euro per jaar uitgeven aan sportlidmaatschappen voor de kinderen. Sommige ouders hebben het niet zo breed en kunnen hun kind niet op een sportclub doen. Voor die gezinnen is er het Jeugdfonds Sport & Cultuur.