De grafomotoriek is de voorloper van de schrijfmotoriek. Er worden schrijfvoorbereidende oefeningen aangeboden met krijt, zand, verf,… Deze bewegingen zijn nog vrij groot en vereisen nog geen kennis van letters en cijfers.
De grafomotoriek wordt gezien als de overgang naar schrijfmotoriek. Hierbij maakt men gebruik van oefeningen waarbij de kennis van cijfers en letters niet vereist is. Grove bewegingen worden aangeleerd door middel van krijt, verf of zand. Als die beheerst worden, kan overgestapt worden naar de fijne bewegingen.
Schrijfmotoriek wordt opgedeeld in 3 delen: het voorbereidend schrijven (grafomotoriek), het aanvankelijk schrijven en het voortgezet schrijven. Bij de grafomotoriek komen oefeningen aan bod waarbij geen kennis van cijfers en letters vereist is.
Iemand met een motorische beperking heeft problemen met bewegen. Je kunt bijvoorbeeld niet lopen of je armen niet goed gebruiken. Dit komt door problemen met je spieren, gewrichten en/of je skelet. Sommige motorische beperkingen zijn goed zichtbaar, omdat iemand in een rolstoel zit.
Schrijfmotoriek is de vaardigheid om met de handen te schrijven en tekenen. Het omvat de fijne motorische vaardigheden en hand-oog coördinatie die nodig zijn om letters en cijfers te schrijven.
De basis motorische vaardigheden van een mens zijn: snelheid, kracht, coördinatie, lenigheid en uithoudingsvermogen. Het zijn de vijf bouwstenen van een gezonde ontwikkeling.
DCD is een specifieke en afzonderlijke stoornis die vaak samen voorkomt met andere ontwikkelingsstoornissen . Van de kinderen met DCD heeft 50% ook ADHD, PDD-NOS, autisme en taalstoornissen zoals dyslexie en andere leerstoornissen.
moeite met het aanleren van kruipen, lopen, zwemmen, fietsen, e.d.moeite met organiseren en ordenen. problemen met de fijne motoriek. problemen met de grove motoriek en het evenwicht.
Kinderen met een ontwikkelingsachterstand ontwikkelen zich (veel) langzamer dan hun leeftijdsgenoten.Ze gaan bijvoorbeeld later rollen, zitten, staan, lopen of praten. Vaak zijn er vanaf de geboorte al (lichamelijke) klachten. Soms wordt een ontwikkelingsachterstand pas later duidelijk.
Knutselen, schilderen, knippen en plakken zijn bezigheden die de fijne motoriek stimuleren.
De oude Perzen, Grieken en Romeinen kenden ook een zogenaamde grafcultuur waarbij de graven gemarkeerd werden met een monument. Grieken en Romeinen plaatsten hun grafmonumenten vooral langs de wegen die van of naar de stad liepen (Athene, Kerameikos; Rome, Via Appia).
De term zerk is wat in onbruik geraakt; meestal wordt nu gesproken over grafsteen of grafmonument. Andere termen voor zerk zijn: dekplaat, deksteen, dekplaat van een graf, grafgesteente, grafplaat, grafsteen, lijksteen, stèle; met dank aan MWB Mijnwoordenboek.
Grafo-cognitief wil zeggen dat de vorm van de letter het uitgangspunt is en niet de route, zoals alle andere handschriftmethodes hanteren. Een route levert niet altijd dezelfde vorm op. Kennis van de vorm van een letter en hoe deze wordt gemaakt levert wel altijd dezelfde letter.
In de loop van de basisschool worden de fijne bewegingen van je kind steeds beter. Je kind leert bijvoorbeeld tekenen, schrijven, en met mes en vork eten.
Laterale vierpuntsgreep: Vier vingers raken het potlood aan, steekt omhoog, kunnen niet bewegen, komt dus uit pols/schouders. h. Vierpuntsgreep: Veel voorkomend. Rust op ringvinger, dus vingers kunnen een beetje sturen, maar weinig stabiliteit op tafel.
Kenmerken van dysfasie zijn: Een kind met dysfasie begrijpt anderen wel, maar praat zelf erg weinig of erg slecht. Het kind moet zoeken naar de juiste woorden en zegt dan net iets anders dan het had bedoeld. Het uitdrukken van gedachten en gevoelens gaat moeizaam.
Helaas kunnen wij de dyspraxie zelf niet behandelen. Dit betekent niet, dat we niets kunnen doen. We kunnen wel helpen om de afwijking in motorische vaardigheden beter onder controle te krijgen.
Kinderen met DCD zijn vaak wat trager in het bereiken van de zogenaamde ontwikkelingsmijlpalen zoals gaan kruipen, zitten, staan en lopen. Kinderen met DCD bewegen minder fraai dan hun leeftijdsgenoten zonder DCD. Hun bewegingen zijn niet soepel, maar eerder houterig.
DD is van Development Disorder.Het is dus een ontwikkelingsstoornis, niet zomaar een verhelpbaar probleem, maar een stoornis. Nos staat voor niet nader omschreven. Die term komt uit de internationale klassificatie en het betekent dat er niet sprake is van écht autisme, maar van een beeld in het autismespectrum: ASS.
Het kind heeft vaak moeite met de fijne motoriek. Veters strikken, knoopjes vastmaken of knippen met een schaar, kost veel moeite en lukt niet goed. Vooral samengestelde motorische taken kosten veel moeite. Het kind heeft soms moeite met motorische taken die ruimtelijk inzicht vergen.
Houterig bewegingspatroon, met daar tegenover opvallende motorische behendigheden. Bijvoorbeeld: kunnen klimmen en klauteren, maar niet kunnen springen. Dit contrast kan ook gelden binnen de fijne motoriek: geen veter kunnen strikken, maar heel vaardig zijn in een zeer creatief lego-bouwwerk.
Je profiel of profielschets is een stukje tekst van maximaal vijf zinnen bovenaan je cv. Het is een soort pitch waarin je jezelf presenteert. Het zegt iets over wie je bent en wat voor werk je zoekt, waar je goed in bent en wat je wensen zijn in een nieuwe baan.
Het niet goed kunnen luisteren naar anderen, dingen snel persoonlijk opvatten, anderen onderbreken, vaak negatief zijn of dominant gedrag vertonen zijn allemaal voorbeelden van blinde vlekken. Ook op de werkvloer komen er allerlei psychologische biases voor die je functioneren beïnvloeden.