Bij het gecontroleerd huilen blijf jij in de buurt van je baby. Je begint met jouw kindje eerst 3 minuten te laten huilen. Daarna kom je de slaapkamer weer in en stel je jouw kindje gerust door te aaien over rug of buikje en een sussend geluid te maken.
Baby's huilen de eerste drie maanden van hun leven het meest. De eerste 6 weken gemiddeld 2 tot 2,5 uur per dag. Daarna neemt het aantal uren dat baby's per dag huilen weer af. Rond de 3 maanden is de huiltijd weer 1 tot 1,5 uur per dag.
Vroeger werd er vaak gezegd dat het beter was om je baby te laten huilen. Zo zou hij leren om zichzelf te troosten en het zou goed zijn voor de ontwikkeling van de longetjes. Toch blijkt dat het beter is om wel even naar je baby toe te gaan.
Cry-it-out methode: vrij vertaald als 'je baby laten uitwenen'. Dit is de snelste methode om je baby te laten stoppen met huilen. Het is wel de meest controversiƫle methode en je hebt er een sterk hart voor nodig. Je laat je kindje huilen tot het stopt en gaat slapen, hoe lang het ook duurt.
Het laten huilen kan nadelige gevolgen hebben voor het stressniveau van de baby en dat kan langdurige schadelijke gevolgen hebben. Alleen huilen geeft je kind veel stress en dat leidt tot aanmaak van het hormoon cortisol.
Vaak herken je of je baby overprikkeld is: hij valt moeilijk in slaap of wordt juist van elk geluid wakker. Is schrikachtig, extreem alert of huilerig. Je baby wil gedragen worden, of juist niet: elke aanraking is een prikkel teveel en veroorzaakt een ontroostbare huilbui.
Om in slaap te komen hebben sommige baby's het soms nodig om 5-20 minuten te huilen/ jengelen om vervolgens van het ene op het andere moment in slaap te vallen. Zet eventueel een kookwekker om het jezelf gemakkelijker te maken om deze huiltijd door te komen. Spreek met jezelf af hoe lang je kind mag huilen.
Kinderen die gaan huilen als ze in bed worden gelegd zijn meestal kinderen die niet gewend zijn om uit zichzelf in slaap te vallen. Het kortdurende huilen hoort voor hen bij het gewennen aan het zelf in slaap vallen.
Huilen kan een van de grootste uitlaatkleppen zijn als je aan emotionele wonden lijdt, of een van de beste uitingen van geluk als je iets te vieren hebt. Het kan ook gepaard gaan met geeuwen, een reactie zijn op lichamelijke pijn, of het gevolg zijn van een lachbui. Je kunt zelfs huilen in je slaap.
Al vanaf 6 maanden kan je baby de eerste tekenen van verlatingsangst en eenkennigheid laten zien. Sommige baby's laten het al wat eerder zien. Je kindje heeft er vaak het meest last van als hij tussen de 8 en 18 maanden is. Meestal zijn de ergste klachten verdwenen als je kind 3 jaar is.
Je kunt je baby een paar minuutjes laten huilen, in de hoop dat de baby zichzelf in slaap 'jengelt', maar als de baby na een paar minuten nog niet slaapt, ga dan naar je baby toe om hem te troosten.
Je kindje is een huilbaby wanneer het aan de volgende kenmerken voldoet: Je baby huilt gedurende drie weken minimaal drie dagen in de week drie uur per dag. Het verschil tussen de huilmomenten is niet meer hoorbaar; het huilen klinkt meer als krijsen, dan als huilen.
Is het alleen wat gepruttel, dan kun je het even aankijken. Als het echt huilen wordt, probeer je baby dan in bed te troosten met wat aaien en door er naast te zitten. Werkt dat niet en gaat je baby harder huilen? Pak je kind dan op om het te troosten en leg het weer neer als het helemaal gekalmeerd is.
De meest opvallende symptomen van het KISS-syndroom bij baby's zijn duidelijke voorkeurshoudingen en een scheve stand van het hoofd. Andere symptomen zijn: Scheef ruggetje. Asymmetrisch bewegen van armen en benen.
Spreek met jezelf (en je partner) af, hoe lang jullie het kind laten huilen. Een richtlijn is minimaal 3 tot maximaal 10/15 minuten.
Kenmerkend voor een nachtangst is dat je kind kort nadat hij in slaap is gevallen gillend rechtop in zijn bed zit. Als je dan naar je kind toegaat, lijkt het alsof je kind wakker is. Maar hij ziet echter niets, herkent je niet en laat zich niet tot rust brengen. Soms kan je kindje je zelfs wegduwen.
Iemand die aan nachtangst lijdt schrikt wakker, heeft een angstig gevoel en maakt een verwarde indruk. Soms gaat het plotseling wakker worden gepaard met een schreeuw. Meestal treden deze aanvallen op tijdens de diepe slaap, in de eerste helft van de nacht. Nachtangst komt meer voor bij kinderen dan bij volwassenen.
Nachtangsten kunnen ontstaan als de overgang van de lichte slaapfase naar een wat diepere slaapfase niet helemaal soepel verloopt. Het kind ontwaakt niet echt, maar slaapt ook niet rustig verder. In die toestand kan het dan een soort paniekaanval krijgen. De rijping van de hersenen lijkt hierbij een rol te spelen.
Ria Blom beschrijft twee methodes in haar boek Regelmaat en Inbakeren. In beide methoden komt dus het aanbrengen van regelmaat naar voren. Regelmaat wil zeggen dat je dingen iedere keer in dezelfde volgorde goed. Daarnaast is eenduidigheid belangrijk: zorg dat je dingen iedere keer op dezelfde plek doet.
Het kan zijn dat je baby een langer slaapje nodig heeft, maar het kan ook goed zijn dat korte slaapjes voor jouw baby voldoende zijn. Hoe weet je dat? Puur door naar je baby te kijken. Als je baby na 30 minuten vrolijk wakker wordt en verder gedurende de dag actief en vrolijk is, dan is er echt niets aan de hand.
Als je kindje oververmoeid is, is het erg onrustig. De eerste stap is dus om je baby te kalmeren. Baker je kindje bijvoorbeeld in, schommel het zachtjes heen en weer of gebruik je zangtalent door een slaapliedje te zingen. Dat biedt de basis om je kindje uiteindelijk weer te kunnen laten slapen.
Eindeloos doorgaan met huilen
Meestal is er geen sprake van een medische reden maar het is wel belangrijk om dit even na te gaan bij de Jeugdgezondheidszorg. Je baby kan bijvoorbeeld oorpijn hebben. Als je vragen hebt over het huilgedrag van je baby, neem dan contact op met de huisarts of de Jeugdgezondheidszorg.
In het kort. Als je baby voortdurend de rugspieren aanspant en het hoofdje achterover drukt, overstrekt de baby zich. Het lijfje is dan voortdurend strak en gespannen, wat een naar gevoel geeft. Daardoor huilt een baby die zich overstrekt vaak meer dan normaal.