De onderzoekers stellen vast dat de feedback dan krachtig is wanneer het proces van feedback geven een cyclus is waarin telkens weer de doelen met heldere succescriteria worden vastgesteld en er na feedback wordt gekeken of het leerdoel is behaald of wat nog nodig is om dat leerdoel te bereiken.
Wat is feedback? Feedback is terugkoppeling aan iemand over het effect van zijn of haar gedrag of prestaties. Dit is waardevol om te ontvangen als je jezelf of je product wilt verbeteren. Feedback kun je positief of opbouwend formuleren.
Naast verschillende methoden bestaan er ook verschillende soorten feedback. Een aantal voorbeelden zijn evaluerende, corrigerende, activerende en motiverende feedback. Het is niet de bedoeling om hiertussen te kiezen, maar om het te combineren en af te wisselen.
Feedback op de taakuitvoering, bedoeld om duidelijk te krijgen of de opdracht is begrepen en kan worden uitgevoerd. Deze vorm wordt ook wel corrigerende feedback genoemd (Castelijns e.a., 2011). Voorbeelden van feedback op taakniveau: 'je hebt acht fouten' of, positiever gesteld, 'je hebt 12 van de 20 opgaven goed. '
Procesgerichte feedback richt zich op het proces, bijvoorbeeld: 'je hebt de woorden goed zingend gelezen! ' Procesgerichte feedback helpt een kind verder dan resultaatgerichte feedback. Bij procesgerichte feedback maak je een kind bewust van wat hij of zij zelf heeft gedaan om het resultaat te bereiken.
Door feed-up is het duidelijk waar je naartoe wil en daardoor kan je ook gerichter focussen met meer kans op slagen als resultaat. Effectieve feedback gaat over het punt waar je nu staat in het proces. Feedback werkt vooral als die taak- en procesgericht is.
Effectieve feedback heeft betrekking op de taak zelf, op het onderliggende proces of op de manier waarop de leerling het leren aanpakt (de zelfregulatie). Die feedback vraagt dialoog, motiveert en ondersteunt een leerling om een doel te bereiken, en leidt tot betere leerprestaties.
Door feedback te vragen kun je een helderder beeld krijgen van de dingen waar je goed in bent. Die kun je dan benutten om verder te komen in je carrière en je verder te ontwikkelen. Anderzijds kun je de feedback gebruiken om dingen waar je niet zo goed in bent, te verbeteren.
Het is belangrijk dat je de feedback vanuit jezelf geeft (het is een IK-boodschap – zie kader): het gaat om wat jou opvalt aan het gedrag van de ander en wat dat met je doet. Goede feedback is daarnaast onderbouwd met concrete voorbeelden, zodat de ander weet wat zij een volgende keer anders moet doen.
Richt je vooral op wat echt impact heeft en waar je heel eenvoudig iets mee kunt doen. Pas dat als eerste toe. Bedenk wat je volgende stap wordt, het liefst zo concreet en actiegericht mogelijk. Wat ga je doen, wanneer, met wie en hoe precies?
Waardering kunnen geven en ontvangen. Gevoelens kunnen uiten en gevoelens van de ander kunnen ontvangen. Oog hebben voor eigen behoeften en respect hebben voor behoeften van de ander. Inzicht hebben in het verschil tussen feedback, kritiek en adviseren.
Het 4G feedbackmodel helpt je om feedback op te bouwen in stappen waarbij de feedback steeds zwaarder wordt zonder dat het gesprek escaleert. Je kunt je feedback opbouwen, los per G of gecombineerd met meerdere G's bij elkaar. Dit afhankelijk van de situatie en eerdere ervaringen met die persoon.
G1 – Gedrag: het gedrag dat de ander laat zien en waar jij feedback op wilt geven. G2 – Gevoel: het gevoel dat jij krijgt door het gedrag van de ander. G3 – Gevolg: het effect van het gedrag van de ander (op jou en de omgeving). G4 – Gewenst gedrag: het gedrag dat je wilt zien bij de ander.
Door iemand positieve feedback te geven, zal je zien dat hij/zij enthousiaster wordt. Het geeft meer richting aan wat de verwachtingen zijn. De positieve benadering zal ook de intrinsieke motivatie stimuleren. Wat betekent dat de werknemer gemotiveerd is, omdat hij dat ook echt wil.
Bij feedforward geef je vooraf aan welk gewenst gedrag je van de ander verwacht, gericht op een taak of situatie in de (nabije) toekomst. Daarmee leg je de focus op hoe iemand het in de toekomst gaat doen en niet over hoe het in het verleden is gegaan. De toekomst kun je veranderen, het verleden niet.
Een ander voorbeeld van feedforward geven: Een marketeer wil maximaal bijdragen aan de nieuwe marketingcampagne. Feedforward kan dan zijn: 'Ik waardeer je naar buitengerichte blik, dat je alle trends en ontwikkelingen in de markt herkent en ze meeneemt de organisatie in.