Fundamentele niveaus en streefniveaus onderwijs Het fundamentele niveau (1F-niveau) is de basis die zo veel mogelijk leerlingen moeten beheersen. Het streefniveau (1S-niveau) heeft iedereen nodig om in de maatschappij mee te kunnen doen.
Voor taal staat 1S gelijk aan de tweede stap in het basisniveau: 2F. Bij taal op niveau 1F moet je denken aan teksten met een eenvoudige structuur en met vaak gebruikte woorden. Bij 2F zijn de teksten iets ingewikkelder. Bij rekenen wordt op niveau 1F met eenvoudige getallen gerekend.
niveau 1F: fundamenteel niveau. Dit moeten alle leerlingen in ieder geval aan het einde van het (speciaal) basisonderwijs op 12-jarige leeftijd beheersen. Uitstroomniveau voor leerlingen die het onderwijs vervolgen op vmbo-bb/bk.
Leerlingen die onder het 1F niveau zitten stromen door naar het vmbo. In het eerste jaar van het vmbo ligt de focus op het 1F niveau. Een leerling groeit vervolgens door en zit aan het eind van klas 4 op het 2F niveau en soms 2S.
Nieuwsbegrip in het voortgezet onderwijs
Nieuwsbegrip sluit onder andere aan bij de referentieniveaus voor het lezen van zakelijke teksten. Niveau B kan gezien worden als 1F, niveau C als 2F en niveau D tussen 2F en 3F.
Er zijn dus verschillen tussen de aanduidingen in taalniveaus. Het verschil komt doordat de tekst bedoeld is voor een Nederlandstalige of anderstalige. Het niveau 1F is niet hetzelfde als het niveau A2. En zo is het niveau 2F ook niet hetzelfde als het niveau B1.
havo: rekenen 3F en taal 3F; vwo: rekenen 3F en taal 4F; mbo niveau 1/entreeopleiding, mbo niveau 2 en niveau 3: taal 2F (het onderdeel fictionele, narratieve en literaire teksten uitgezonderd) en rekenen 2F; Let op: Het is de entreeopleidingen ook toegestaan om onder niveau 2F te examineren.
In de wet vallen vmbo basis en vmbo kader samen onder het vbo: voorbereidend beroepsonderwijs. Het vmbo-t valt hier niet onder. In Amsterdam en een paar andere gemeenten kunnen leerlingen het advies 'kopklas' krijgen.
Met het diploma van de kaderberoepsgerichte leerweg of de gemengde leerweg kun je doorstromen naar MBO niveau 3 of 4. Binnen het VMBO is de theoretische leerweg het hoogste niveau. Hiermee kun je ook doorstromen naar MBO niveau 3 of 4.
Het laagste niveau van het voortgezet onderwijs is het praktijkonderwijs. Dit onderwijs is speciaal voor jongeren die het moeilijk vinden om een diploma te behalen in het 'reguliere' voortgezet onderwijs. Het halen van een diploma op vmbo niveau is voor veel praktijkonderwijs leerlingen te hoog gegrepen.
In haar verantwoordingsdocument geeft de CED-groep aan dat zij als eerste uitgangspunt hebben gesteld dat niveau 1F zou leiden tot uitstroomniveau vmbo-gl/tl. Niveau 1S leidt naar uitstroomniveau havo/vwo.
Het fundamentele niveau 1F is het niveau dat een leerling aan het einde van de basisschool ten minste zou moeten beheersen. Daarnaast heeft de overheid de ambitie dat een groot deel van de leerlingen op de basisschool een hoger niveau haalt; het streefniveau.
Nederlands referentiekader van taalniveaus
Niveau 1F: "basisgebruiker", basisonderwijs. Niveau 2F: "onafhankelijke gebruiker", VMBO, MBO-1, MBO-2 en MBO-3. Niveau 3F: "onafhankelijke gebruiker", HAVO en MBO-4. Niveau 4F: "vaardige gebruiker", VWO.
Niveau 1F geeft aan dat je op het niveau zit van het eind van het basisonderwijs, 2F is het niveau van het eind van het vmbo en 3F geeft aan dat je het Nederlands beheerst op het niveau van mbo/havo.
De referentieniveaus 2F en 3F onderscheiden zich in de mate van abstractie, nabijheid en complexiteit. Op niveau 2F zijn de onderwerpen concreter en meer vertrouwd dan op niveau 3F. Niveau 3F kent meer complexe teksten, met een hoger abstractieniveau.
Voor alle studenten op niveau 4 geldt dat zij een examen Engels moeten doen op niveau A2/B1. Maar binnen veel andere beroepsgroepen is een goede beheersing van de Engelse taal ook een vereiste. Daarom krijgen veel mbo-studenten op andere niveaus ook Engels.
lager dan 80 LWOO of praktijkonderwijs 80 t/m 90 vmbo bbl of vmbo bbl/kbl 90 t/m 100 vmbo kbl of vmbo kbl/tl 100 t/m 105 vmbo-tl of vmbo-tl/havo 105 t/m 110 vmbo tl/havo 110 t/m 115 havo vanaf 115 havo/vwo vanaf 130 vwo (gymnasium, TTO etc.)
Het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) is het laagste niveau. Een mbo-opleiding leidt mensen op voor een praktisch beroep, zoals kapper, kok of automonteur. De meeste mbo-opleidingen worden aangeboden door Regionale Opleidingscentra (ROC's).
Is havo veel moeilijker dan vmbo? In principe kan een goede, gemotiveerde vmbo-t-leerling de havo halen. In de praktijk betekent dit dat je met een hoog gemiddeld cijfer voor het eindexamen vmbo (hoger dan 7) zonder vertraging het havodiploma moet kunnen halen. Motivatie en inzet zijn heel belangrijk.
Met vmbo-basis kun je naar niveau 2 van het mbo.Met vmbo-kader kun je naar niveau 3 of 4 van het mbo.
Mavo-gt, oftewel vmbo-g of vmbo-gtl, is een gemengde theoretische leerweg. Ook deze richting duurt 4 jaar en bereidt de leerlingen voor op de havo of het mbo. Onze leerlingen volgen in vergelijking met de mavo meestal één algemeen vormend avo-vak minder.
Per 1 augustus 2020 kunnen vmbo'ers en havisten doorstromen naar havo of vwo. Dit is geregeld in een nieuwe wet en een besluit doorstroomrecht. Vmbo'ers die zijn geslaagd voor hun eindexamen vmbo-gl of -tl met een extra vak, moeten worden toegelaten tot de havo.
Vwo-niveau High School Diploma
Met een sterk academisch curriculum bedoelen we een extra uitdagend college preparatory curriculum.
Het vwo bestaat uit twee opleidingen: het gymnasium en het atheneum. Beide opleidingen hebben hetzelfde niveau, duren allebei zes jaar en bereiden je voor op het wetenschappelijk onderwijs (WO), de universiteit. Het belangrijkste verschil tussen de twee opleidingen is dat je op het gymnasium Grieks en Latijn leert.
De MULO werd omgevormd tot de mavo en de HBS werd de Havo. Het gymnasium bleef bestaan, naast het nieuwe Atheneum binnen het VWO. Omdat het voor leerlingen nu mogelijk was om zelf vakken te kiezen ontstond de term 'pretpakket', voor een vakkenpakket zonder exacte vakken.