Vergeleken met atypisch parkinsonisme verloopt de progressie van de ziekte van Parkinson over het algemeen trager, reageren de symptomen van parkinson in het algemeen beter (en ook langduriger) op de medicatie, en treden veel complicaties (zoals valincidenten) pas later in de ziekte op.
Deze heten parkinsonisme of parkinsonsyndroom: een verzamelnaam voor aandoeningen die lijken op Parkinson. Het verschil ligt in de dopamine: bij Parkinson is de aanmaak van dopamine verstoord, bij parkinsonisme verloopt de opvang van dopamine niet goed, waardoor Parkinson medicijnen niet werken bij parkinsonisme.
Multipele systeem atrofie (MSA)
Bij MSA krijg je meestal ernstige moeite met bewegen, praten, slikken, ademhalen en je evenwicht. Je bloeddruk wordt erg laag waardoor je kunt flauwvallen en de controle over je blaas verliest. Ook kun je stijve spieren en koude, paarse handen krijgen.
De symptomen van parkinsonisme ontstaan doordat bepaalde zenuwen in de hersenen steeds meer beschadigd raken. Deze beschadiging leidt tot verschillende symptomen zoals: Schokken of beven van armen en/of benen, meestal in rust (tremor). Verhoogde spanning in de spieren, wat leidt tot stijfheid in de ledematen en romp.
Zoals verwacht was de levensverwachting voor mensen met de diagnose ziekte van Parkinson korter dan voor de mensen in de bijpassende controlegroepen, gemiddeld 2 à 4 jaar.
Klachten zoals bloeddrukdaling (gedeeltelijk ook door de levodopa medicatie), problemen met plassen en ontlasting, hallucinaties, cognitieve problemen en verslikken kunnen ontstaan na verloop van de tijd. Meestal leidt de ziekte van Parkinson zelf niet tot een opname in een verpleeg- of verzorginghuis.
Parkinsonismen is een verzamelnaam voor ziektebeelden die gekenmerkt worden door bewegingsarmoede in combinatie met balansstoornissen en/of tremoren en/of rigiditeit. De ziekte van Parkinson (niet besproken in deze brochure) is het meest voorkomende parkinsonisme.
De term “parkinsonisme” is een verzamelnaam voor neurologische aandoeningen die erg kunnen lijken op de ziekte van Parkinson, maar het niet zijn. Bij deze ziekten zijn vaak meerdere hersengebieden aangedaan dan bij de ziekte van Parkinson.
'Beweeg regelmatig en eet gezond' is een advies dat iederéén ter harte kan nemen. Voor Parkinsonpatiënten is het echter nóg belangrijker om uitgebalanceerd voedsel te eten. Dus veel fruit, groenten en andere complexe koolhydraten zoals graan en koren en bepaalde proteïnen.
Emoties, aandacht en spanningen verergeren het trillen. Geleidelijk kan het trillen uitbreiden naar uw andere hand, uw armen, benen en soms zelfs naar uw kaak, tong, voorhoofd en oogleden.
Er is GEEN ENKEL BEWIJS dat stress Parkinson veroorzaakt. Wél verergert stress de symptomen van de ziekte. Bijvoorbeeld trillen en pijn. Hier geldt: hoe meer stress, hoe sterker de symptomen worden.
Mensen met de ziekte van Parkinson hebben vaker zicht- en oogproblemen zoals wazig zien, symptomen van droge ogen, moeite met diepte inschatten en dubbelzien, dan mensen van dezelfde leeftijd zonder de aandoening.
Vasculair parkinsonisme is niet erfelijk.
Parkinson is een progressieve, degeneratieve ziekte, dat wil zeggen dat de ziekte in de loop der jaren verergert. Symptomen kunnen soms voor langere tijd stabiel blijven om daarna weer te verergeren.
Een MRI-scan is een soort foto van de binnenkant uw hoofd. De arts ziet dan of er misschien een andere oorzaak van uw klachten is. Bijvoorbeeld een andere ziekte die lijkt op de ziekte van Parkinson of schade in uw hersenen. Dit is te zien op de MRI-scan.
Een van de meest voor de hand liggende oorzaken van vermoeidheid is dat veel activiteiten met parkinson extra moeite en energie kosten. Hiernaast kan gewichtsafname zorgen voor minder energie en meer vermoeidheid. Ook slapen veel mensen met parkinson slecht.
Parkinsonismen veroorzaken vergelijkbare klachten als parkinson. Maar medicijnen die gebruikt worden om de symptomen te onderdrukken werken niet of minder goed bij parkinsonismen. Ook het verloop van de ziekte is anders.
Dit aminozuur wordt weer aangemaakt door, fonyalanine. Als je voedsel eet dat rijk is aan deze aminozuren, stimuleer je de aanmaak van dopamine. Voorbeelden van dit voedsel zijn amandelen, avocado's, bananen, zuivel, peulvruchten, zaden, noten, mager rood vlees, kip, kalkoen, zeevruchten en tofu.
Data toont aan dat alcoholconsumptie geassocieerd is met een lager risico op het ontwikkelen van de ziekte van Parkinson in vergelijking met niet-drinkers en lichte drinkers (tot een half glas per dag). Het laagste risico is aanwezig voor mensen die ongeveer 2,5 tot 3,5 glazen per dag drinken (26-35 gram alcohol).
Heeft je naaste de ziekte van Parkinson, dan is er een aanzienlijke kans dat ze ook dementie krijgt. Dat gebeurt bij 35 tot 55 procent van de mensen met Parkinson. Parkinson-dementie ontstaat in het hersengebied dat door de ziekte van Parkinson is aangetast, en begint meestal 10 tot 15 jaar na het begin van de ziekte.
Door de ziekte van Parkinson gaan bepaalde cellen in je hersenen langzaam kapot: de cellen die het belangrijke stofje dopamine maken. Dit kan voor allerlei klachten zorgen, zoals moeite met bewegen en problemen met denken. Parkinson is vernoemd naar de arts James Parkinson die in 1817 als eerste de ziekte beschreef.
In de stervensfase kunnen patiënten met de ziekte van Parkinson toenemende moeilijkheden ervaren met hoesten door rigiditeit, dystonie en/of extreme flexie van het bovenlichaam (camptocormia). Ook kan door spierzwakte restrictieve longfunctie problemen ontstaan (Group TIPCiPsD, 2016).
Vooral antipsychotica kunnen boosdoeners zijn. Als een patiënt kalmerende middelen neemt tegen hallucinaties en waanideeën, kan hij een dopaminetekort ontwikkelen. Dit hangt ook samen met de dosering. De Parkinsonsymptomen kunnen meteen of na een tijdje ontstaan.