Zoet betekent vaak dat er suiker in zit en dus ook calorieën, die ons lichaam nodig heeft. Suiker werkt als brandstof, het is dan ook niet zo gek dat wij als mens hier zo naar verlangen; wij draaien op brandstof.
De meeste receptoren bevinden zich op de tong. Een binding tussen smaakstof en receptor activeert de smaakzenuw, die dan een elektrisch signaaltje naar de hersenen stuurt. Je hersenen vertalen dit als een smaakwaarneming: je proeft iets.
De zoetheid van suiker wordt gevormd door de atomen koolstof, waterstof en zuurstof.
Onze drang naar zoet is aangeboren en universeel. Bovendien is die drang zelfs nuttig! Je hoeft je dus niet schuldig te voelen omdat je van zoet houdt, maar let wel op voor een te hoge suikerconsumptie … Van bij de geboorte voelen alle mensen ter wereld zich aangetrokken tot zoet.
De zoete smaak van suiker vinden we instinctief lekker. Denk aan pasgeboren baby's; zij vinden zoet voedsel (moedermelk is zoet) erg lekker. In zoet en vet eten zit ook veel energie, en daarom is de mens daar zo gek op.
Amerikaanse onderzoekers hebben ontdekt dat de mens naast de basissmaken zoet, zuur, zout , bitter en umami, een zesde smaak kan onderscheiden.
Recent onderzoek aan de Universiteit van Miami wijst uit waarom: naast de vier primaire smaken zoet, zout, zuur en bitter bestaat er nog een vijfde smaak: umami. Wat je ruikt en proeft, bepaalt hoe iets smaakt.
Primaire smaken
Als algemene regel is de smaak een perceptie van de interactie van de fundamentele smaken van zoet, zuur, bitter, zout en umami.
Zoet is een van de vijf basissmaken en het tegenovergestelde van bitter of zuur.
Snelle koolhydraten zorgen in het algemeen voor schommelingen in je bloedsuikerspiegel. Dat betekent dat ze heel snel stijgen na het eten, maar daarna net zo hard weer naar beneden kelderen. En dat is precies het moment dat je zin krijgt in iets lekkers: je lichaam gaat op zoek naar een nieuwe piek.
De smaak zuur is terug te vinden in producten als yoghurt, karnemelk, tomaat, azijn, zuur fruit zoals citroen en bessen. Bij zuur denken wij aan: citroen, limoen, klaverzuring, azijn, yoghurt, zure bom en rolmops.
Overal op je tong proef je zoet, zuur, zout, bitter en umami, sinds enkele jaren de vijfde smaak. Het is dus niet zo dat je zoet op het puntje van je tong proeft en bitter aan de zijkant. Overal op je tong liggen smaakpapillen en die kunnen alle smaken waarnemen, want één papil bevat alle smaakreceptoren.
Eet dan juist extra clean (en zeker niet te weinig, hongeren helpt niet), drink veel water en ga sporten. Je lichaam herstelt zich en je bloedsuikerspiegel wordt weer mooi neutraal. Ik hoop dat ik je hier weer een stukje verder mee heb geholpen en ik ben benieuwd of jij ook last hebt van de “zoete trek” :-).
Zoet is een van de vijf basissmaken, naast zout, zuur, bitter en umami. Vroeger dacht men dat je zoet op het voorste deel van je tong proeft, maar later bleek dat niet zo te zijn. Er zijn verschillende stoffen die een zoete smaak oproepen, waarvan suikers wel de bekendste zijn.
Zout, pittig, zuur, vet, umami, bitter en zoet zijn de zeven smaken die je wilt gebruiken in de keuken.
Umami verhoogt de speekselafscheiding en versterkt de zoute en zoete smaken. Umami komt van nature in veel etenswaren voor die vrij veel glutamaat bevatten, zoals tomaten, champignons, vlees, erwten, belegen kaas en zeewier.
Tijdens het kauwen ga je na ongeveer twintig tot dertig seconden een andere smaak ervaren dan de eerder vernomen zoet en zuur; ietwat hartig. Dat is umami.
Bepaalde bekende smaken, zoals kaneel en menthol, zijn eigenlijk geuren. Je proeft ze dus alleen goed, als ook de neus meedoet.
Proeven doen we via de smaakpapillen, die zich op de bovenkant van de tong bevinden. Op de tong vang je een smaak op: we kennen de basissmaken zoet, zout, bitter, zuur en hartig (umami). In de mondholte worden de temperatuur en de structuur van wat je eet of drinkt opgemerkt.
Als mensen geen brood eten, of biologisch brood of thuisgebakken brood zonder bakkerszout eten, kan dat leiden tot een jodiumtekort. Hierdoor kan krop weer de kop opsteken. Krop zorgt ervoor dat je schildklier trager gaat werken en opzwelt.
Want zoet/suiker geeft snel energie. Het feit dat je zin hebt in zoet, zegt eigenlijk dat je spijsvertering wat verzwakt is. Door dan juist suikers te pakken, verzwak je je spijsvertering verder. Als je toegeeft aan je trek in zoetigheid, kun je door de snelle suikers weer een dip verwachten.
Als je suiker binnenkrijgt komt het stofje dopamine vrij in je hersenen. Dat zorgt voor een lekker gevoel. Je wil daarom vaak nog meer suiker nemen. Veel mensen denken daardoor dat suiker verslavend is, maar daar is geen wetenschappelijk bewijs voor.