Wat is het verschil tussen de DSM-4 en de DSM-5? De belangrijkste veranderingen in de DSM-5 zijn: Het assenstelsel waarlangs de verschillende diagnoses in DSM-4 werden gerubriceerd, is verdwenen. De DSM-5 kent drie secties.
Ruud Jongedijk was als lid van de DSM-5-expertgroep nauw betrokken bij de totstandkoming van de Nederlandse vertaling van het DSM-5-Handboek. In de DSM-5 valt PTSS niet meer onder de angststoornissen, maar is de stoornis ondergebracht in een nieuwe stoornisgroep: de trauma- en stressorgerelateerde stoornissen.
Van DSM-I naar DSM-5
ARFID vervangt de categorie “Voedingsstoornissen op zuigelingenleeftijd of vroege kinderleeftijd”, een classificatie waarvan slechts zelden gebruik werd gemaakt.
De Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM) is een classificatiesysteem waarin internationale afspraken zijn gemaakt over welke criteria van toepassing zijn op een bepaalde psychische stoornis op basis van (nieuwe) wetenschappelijke inzichten.
angststoornissen (paniek, angst, sociale fobie) bipolaire en overige stemmingsstoornissen. Delirium, dementie en amnestische stoornissen. Depressieve stoornissen.
De DSM-5 kent drie secties. Sectie 1 geeft uitleg over de gebruikte indeling. Sectie 2 omvat twintig hoofdcategorieën met diagnoses, zoals ' Schizofreniespectrum en andere psychotische stoornissen', 'Bipolaire en gerelateerde stoornissen' en 'Depressieve stoornissen', etcetera.
(In de DSM-5 wordt dit de categorie 'disruptieve, impulscontrole- en gedragsstoornissen'.)
DSM is de afkorting van 'Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders'. Dit is het handboek voor de classificatie van psychische stoornissen.
Complexe PTSS heeft dezelfde symptomen als PTSS, maar heeft daarnaast ook nog andere symptomen. Naast vermijding, herbeleving en spanning is er ook sprake van dissociatieve momenten. Dat betekent dat bepaalde gedachten, emoties, waarnemingen of herinneringen buiten het bewustzijn worden geplaatst.
In de DSM-5 wordt meer aandacht besteed aan de gedragsmatige symptomen die met PTSS gepaard gaan en zijn vier in plaats van drie afzonderlijke diagnostische clusters voorgesteld. Die clusters zijn: herbeleving; vermijding; negatieve cognities en stemming; arousal.
De posttraumatische stressstoornis (PTSS) is een psychische aandoening die in het DSM-IV was ingedeeld bij de angststoornissen. In de DSM-5 is de stoornis opgenomen in een nieuw hoofdstuk, Trauma- en stressorgerelateerde stoornissen.
Dankzij de DSM zijn we in staat wereldwijd wetenschappelijk onderzoek te doen naar psychische stoornissen. Waar ook ter wereld, iedereen spreekt dezelfde 'DSM-taal'. Dat onderzoek is hard nodig.
In de psychiatrie wordt gebruik gemaakt van een handboek voor psychische stoornissen: de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders 5, in het kort de DSM-5. In dit handboek zijn alle psychische stoornissen opgenomen die momenteel in de ggz erkend worden.
Een angststoornis wordt in het psychiatrisch handboek DSM-5 als volgt omschreven: A: “Een excessieve angst en bezorgdheid (bange voorgevoelens) die gedurende minstens zes maanden vaker wel dan niet aanwezig zijn en betrekking hebben op een aantal gebeurtenissen of activiteiten.
De specifieke fobie komt het vaakst voor, gevolgd door sociale fobie, de gegeneraliseerde angststoornis en de paniekstoornis. Angststoornissen komen meer voor bij vrouwen dan bij mannen. Angststoornissen komen het meest voor tussen 25 en 44 jaar en in deze periode ontstaan ook de meeste angststoornissen.
De persoonlijkheidsstoornissen die vallen onder cluster C hebben vaak kenmerken die worden omschreven als angstig, gespannen en grote mate van controle. Tot dit cluster behoren 3 typen: de afhankelijke, vermijdende en dwangmatige (obsessief-compulsieve) persoonlijkheidsstoornis.
Er is sprake van een vastgestelde diagnose volgens de DSM-5. In de verwijsbrief moet duidelijk staan wie is verwezen en waarom. Er moet duidelijk aangegeven worden welke soort psychologische zorg nodig is (basis of gespecialiseerde GGZ). Een verwijzing is één jaar geldig.
Volgens DSM-5 is sprake van een verstandelijke beperking op het moment dat iemand globaal 2 of meer standaard deviaties (SD) onder het gemiddelde 100 scoort. Dit komt overeen met een IQ van ongeveer 70 of minder.
Seksuele disfuncties
In de DSM-5 zijn een aantal genderspecifieke disfuncties toegevoegd en, voor vrouwen, zijn de stoornissen in het seksuele verlangen en de seksuele-opwindingsstoornis samengevoegd tot één stoornis: de seksuele-interesse-/opwindingsstoornis bij de vrouw.
De DSM-5, het diagnostisch en statistisch handboek voor psychische stoornissen, spreekt van 10 persoonlijkheidsstoornissen die in 3 types zijn onderverdeeld.
De GAF-score geeft met een score tussen 0 en 100 aan in welke mate een persoon psychisch, sociaal en beroepsmatig functioneert. GAF staat voor Global Assessment of Functioning. De GAF-score was onderdeel van het DSM-systeem, dat gebruikt wordt voor het diagnosticeren van psychiatrische aandoeningen.
Wie gebruiken de DSM 5? De DSM 5 is in de meeste landen hét handboek voor de classificatie van psychische stoornissen. Bijvoorbeeld in Nederland, Duitsland, België en Luxemburg. Psychologen en psychiaters gebruiken het als hulpmiddel om vast te stellen of iemand een psychische stoornis heeft.