Met vervlakking van de emoties, van het affect wordt bedoeld dat men het gevoel heeft niets belangrijks, niets van betekenis te ervaren. Ook al gebeuren er belangrijke dingen in je leven, het lijkt net of ze zomaar aan je voorbijgaan en je niet beroeren.
Vervlakte emoties
Je hebt dan minder of geen gevoelens meer. Je wordt bijvoorbeeld nooit meer verdrietig, bang of boos. Het kan zijn dat je niet meer lacht als iemand een goede grap of leuk nieuws vertelt. Het is ook mogelijk dat je emoties er wel zijn, maar je ze niet meer kunt laten zien.
U voelt zich bijvoorbeeld onzekerder dan voorheen en er is een toename van twijfels en besluiteloosheid. Emotionele onevenwichtigheid wordt ook wel gezien als een voorteken. U barst plotseling in huilen uit of reageert anders dan normaal. Soms kan er sprake zijn van emotionele afvlakking.
Alexithymie (uitgesproken als: /ˌalɛksiti'mi/, uit het Griekse ἀ-, λέξις en θυμός, letterlijk zonder woorden voor emoties) is een persoonlijkheidstrek gekenmerkt door moeilijkheden in het beschrijven en onderscheiden van gevoelens, een beperkt fantasieleven en een denken dat voornamelijk gericht is op de buitenwereld ...
Een emotionele blokkade ontstaat door een conflict tussen verstand en gevoel. Wanneer emoties steeds onderdrukt worden, is het op den duur bijna niet meer mogelijk om deze emotie te uiten, dit is een emotionele blokkade.
Groeien doe je door die blokkades te herkennen en overwinnen. Dit is een doorlopend proces dat je leven lang doorgaat. Het accepteren van deze groei als een essentieel onderdeel van jouw individuele leven, is een eerste stap in het oplossen van de blokkades die je hebt opgebouwd door te veel naar anderen te luisteren.
Wat je eronder kunt verstaan
Bij emotionele blokkade kun je denken aan: niet bij je gevoel kunnen, gevoelens niet durven herbeleven, niet open staan voor bepaald gevoel, kortom in je gevoelsleven een probleem hebben.
Slachtoffers van emotionele verwaarlozing en mishandeling hebben meer moeite om veilige, gezonde en liefhebbende relaties met anderen aan te gaan en kampen met een negatiever zelfbeeld. Ze zijn extra gevoelig voor sociale dreiging, uitsluiting en afwijzing.
Mensen met een gebrek aan empathie zijn echt niet geïnteresseerd in anderen. Ze zijn niet in staat om zich in de situatie van een andere persoon te verplaatsen. Ze zullen dus ook niet begrijpen hoe anderen denken en voelen. Bovendien kijken ze niet verder dan hun eigen wereld.
Ervaar je weinig tot geen gevoelens en/of emoties, dan is er in de meeste gevallen sprake van onderdrukking ervan. Dat kan al vanaf heel jong zijn, en is doorgaans totaal onbewust. Vrouwen hebben vaker een probleem met het toelaten van boosheid, mannen met het toelaten van verdriet.
Een emotie zoekt altijd een uitweg, zoals water ook altijd blijft stromen. En desnoods een overstroming veroorzaakt als het niet anders kan. Als jij een emotie onderdrukt, kan deze je lichaam niet verlaten. En zal van zich laten spreken door middel van lichamelijke klachten en in het ergste geval zelfs ziekte.
Bij emotionele verwaarlozing gaat het vaak juist om dingen die ouders níet doen: ze geven een kind geen aandacht, liefde, emotionele steun en bevestiging. Of hun gedrag is heel onvoorspelbaar, het ene moment lief, het andere moment afwijzend, waardoor een kind geen veiligheid voelt.
Bij behandeling van emotionele instabiliteit is het voornamelijk belangrijk dat de oorzaak wordt weggenomen. Is de oorzaak stress, dan is het belangrijk om erachter te komen wat er stress in je leven veroorzaakt. Dit kan met de hulp van een psycholoog.
Niks meer voelen betekent vaak dat je waarschijnlijk denkt dat je leven geen zin meer heeft. Als je dat denkt, is het goed mogelijk dat je ook gaat denken aan zelfdoding. Een afgevlakt gevoel of emotioneel verdoofd zijn, ontnemen iemand doorgaans ook de lust om te leven.
De in 2017 overleden neuropsycholoog Jaak Panksepp onderscheidde in zijn baanbrekend hersenonderzoek zeven emotiesystemen namelijk Zoek, Spel, Lust, Zorg, Paniek/Verdriet, Angst en Woede.
Te empathisch, te inlevend, te invoelend of te begripvol is een valkuil. Je kunt je goed verplaatsen in de ander maar je gaat te ver. Merk je dat je soms té inlevend bent en dat je je teveel verplaatst in de gevoelens van de ander? Dat is een valkuil!
Ondanks het gebrek aan empatisch vermogen, zijn narcisten geen ongevoelige mensen. Integendeel, ze kunnen juist heel gevoelig zijn. Ze kunnen zelfs kenmerken vertonen van HSP'ers, maar hebben duidelijk een gebrek aan emphatie.
Verminderde empathie komt met name voor bij traumatisch hersenletsel ,maar wordt ook gemeld na een beroerte /CVA en na degeneratief letsel, denk bijv. aan Frontotemporaal degeneratie FTD e.a.
Een man die emotioneel onbereikbaar is, zegt snel dingen als “Doe eens rustig”, “Stel je niet zo aan” of “Doe niet zo dramatisch”. Hij kan gewoon niet met jouw emoties en gevoelens omgaan. Het kan ook zijn dat je hem hiermee overweldigt en hij simpelweg afstand neemt of dichtklapt.
Kinderen en volwassenen met sociaal-emotionele ontwikkelingsachterstanden hebben moeite met het herkennen, uiten en reguleren van emoties en ondervinden problemen met sociale vaardigheden. Het sociaal-emotionele ontwikkelingsniveau is sterk van invloed op het alledaags functioneren.
Emotionele verwaarlozing valt onder de categorie vroegkinderlijke trauma's. Dat klinkt heel heftig, en de gevolgen zijn dat ook, toch hoeft het niet altijd als zodanig te zijn ervaren. Sterker nog, in eerste instantie lijkt het alsof er nooit iets is gebeurd. En dat is het nu precies.
Organen, weefsel, huid, spieren en klieren: ze hebben allemaal eiwit-receptoren en hebben toegang tot en de mogelijkheid om emotionele informatie op te slaan.” Ja, dat lees je goed. Je spieren kunnen emoties opslaan.
Een blokkade rondom seksualiteit kan ontstaan bij seks zelf of als iemand te dichtbij komt, maar ook als je iemands opwinding ziet. Je kunt dan lichamelijk reageren: bijvoorbeeld verstijven, terugtrekken, schrikken, blokkeren.
Dankzij ons zenuwstelsel en onze hersenen zijn we in staat om lichamelijke structuren en toestanden 'in kaart te brengen', door het vormen van neurale patronen. Vervolgens zetten we deze patronen, die zelf nog lichamelijk zijn, om in mentale patronen en beelden. Zo ontstaan gevoelens.