Een aantal vrouwelijke woorden is aan de vorm te herkennen: woorden op -de, -te, -heid, -ij, -ing, -ie, -theek, -teit en -nis zijn doorgaans vrouwelijk. Ook de-woorden op -tuur en -schap worden over het algemeen als vrouwelijk beschouwd.
Het woordgeslacht zie je aan een (o), (m) of (v) achter het woord in het woordenboek. Bij onzijdige woorden gebruik je altijd het lidwoord “het” of “een”. Mannelijke en vrouwelijke woorden krijgen altijd “de” of “een” als lidwoord.
We gebruiken het bezittelijk voornaamwoord haar om naar vrouwelijke woorden te verwijzen (de regering en haar standpunt) en het bezittelijk voornaamwoord zijn om naar mannelijke en onzijdige woorden te verwijzen (de koning en zijn besluit, het comité en zijn rapport).
Vrouwelijk kan verwijzen naar: Vrouwelijk (biologie): een biologische geslachtelijke status bij veel meercellige organismen. Vrouw: specifiek een mens van het vrouwelijke geslacht. Vrouwelijkheid, een aantal eigenschappen, gedragingen en rollen die geassocieerd worden met vrouwen in een bepaalde cultuur.
bijvoeglijk naamwoord . betrekking hebbend op of betrekking hebbend op een vrouw of meisje: vrouwelijke schoonheid; vrouwelijke kleding.
Een aantal vrouwelijke woorden is aan de vorm te herkennen: woorden op -de, -te, -heid, -ij, -ing, -ie, -theek, -teit en -nis zijn doorgaans vrouwelijk. Ook de-woorden op -tuur en -schap worden over het algemeen als vrouwelijk beschouwd.
Namen van steden, gemeenten, landen, regio's en werelddelen zijn doorgaans onzijdig. Als we een lidwoord toevoegen, gebruiken we het onzijdige lidwoord het. Als we met een betrekkelijk voornaamwoord naar de naam verwijzen, gebruiken we dat.
In het Nederlands hebben alle woorden een geslacht. Het-woorden zoals het huis, het licht en het kantoor zijn allemaal onzijdig.
Gebruik van er
Dit kan zijn als verwijswoord of als onderwerp. Eigenlijk betekent 'er' hetzelfde als 'daar'. Het is eigenlijk een verzwakte vorm van dit woord. Wanneer 'er' als plaatsaanduiding wordt gebruikt, verwijst het naar een plaats waarvan je weet over welke plaats het gaat.
Een ander veelvoorkomend woord dat eindigt op -a maar dat mannelijk is, is het woord el día (dag). Het tegenovergestelde tijdstip van de dag, la noche (nacht), is vrouwelijk, dus je kunt ze als een paar beschouwen. Zelfstandige naamwoorden die eindigen op -a in het Spaans zijn meestal vrouwelijk, maar het woord voor dag is een uitzondering.
De woorden hond, buizerd en karper, bijvoorbeeld, zijn mannelijk; de woorden kat, muis en eend zijn lang beschouwd als vrouwelijk. Zo is dat ook genoteerd, bijvoorbeeld in de Woordenlijst Nederlandse Taal.
in de meeste gevallen wanneer het woord eindigt op: -heid, -nis, -ing, -schap, -de, -te, -ij, -st. De onderneming en haar personeel. Een paar uitzonderingen zijn: het schilderij, het waterschap, het gezelschap, het burgerschap.
Een groot aantal de-woorden kan zowel mannelijk als vrouwelijk zijn. Dat geldt bijvoorbeeld voor stad, vaas, school, deur, taal, groep en jas. De naslagwerken vermelden bij die woorden doorgaans alleen dat het de-woorden zijn, zonder verdere specificatie. Dat is ook het geval in het Groene Boekje.
Masculiniteit en vrouwelijkheid verwijzen naar het geslacht van een individu in termen van respectievelijk mannelijkheid en vrouwelijkheid . Geslachtsrollen zijn die sociaal toegeschreven normatieve gedragingen met betrekking tot een bepaald geslacht. Biologisch geslacht verwijst naar de voortplantingsorganen van een individu als zijnde mannelijk of vrouwelijk.
Woorden die eindigen op -schap zijn bijvoorbeeld vaak vrouwelijk, zoals vriendschap. Maar het is wel degelijk 'het waterschap'.
Zelfstandig naamwoorden met het lidwoord 'het' zijn altijd onzijdig. Hiernaar verwijs je met 'het' en 'zijn'. De-woorden zijn daarentegen mannelijk of vrouwelijk. Hiernaar verwijs je respectievelijk met 'hij' en 'hem' en met 'zij' en 'haar'.
Huizen hebben geen speciaal geslacht, ze zijn onzijdig .
De woorden stad, gemeente, dorp, land
Dorp en land zijn onzijdig; dan blijven de verwijswoorden dus het en zijn.
Technisch gezien zijn “kingdom”, “state” en “city” allemaal neutraal van geslacht in het Engels, wat het geslacht aan relatief weinig woorden toeschrijft.
Bank, bloem, kin, stad en taal zijn voorbeelden van woorden die zowel mannelijk als vrouwelijk zijn en waar dus alleen de achter staat. Veel van deze woorden zijn van oorsprong vrouwelijk, maar werden in de loop der tijd steeds meer als mannelijk ervaren. In het Groene Boekje van 1954 stond bij deze woorden nog “v.
Bijvoorbeeld, “vrouw”, “meisje”, “zus”, “actrice”, “leeuwin” of “koningin” zijn voorbeelden van vrouwelijke zelfstandige naamwoorden die worden gebruikt om vrouwelijke entiteiten te beschrijven of te identificeren.
Bedrijf is een onzijdig woord. Naar onzijdige woorden verwijzen we in de regel met zijn.
Naast man en vrouw waren er volgens haar nog drie intersekse geslachten, waarbij uitwendige organen en geslachtskenmerken – zoals borsten, beharing en stemhoogte – niet overeenkomen met de seksechromosomen. Zo kan iemand met XX-chromosomen, eierstokken en een baarmoeder óók geboren zijn met een piemel.