Dit zijn alle maatregelen die de patiënt en zijn omgeving beschermen. Er zijn veel verschillende manieren om een patiënt in zijn vrijheid te beperken. Bijvoorbeeld door het plaatsen van een bedhek, een bewegingsmelder of een kussen met sensor die een alarm geeft als de patiënt opstaat.
Vrijheidsbeperkende maatregelen mogen worden toegepast wanneer hiermee gevaar of letsel voor de patiënt of een ander kan worden voorkomen. Het nemen van vrijheidsbeperkende maatregelen gebeurt conform de WGBO (Wet Geneeskundige Behandel Overeenkomst) waaraan artsen, verpleegkundigen en patiënten zich moeten houden.
Dit betekent bijvoorbeeld dat hulpverleners jou niet mogen vastpakken/vasthouden, afzonderen op je kamer of jouw telefoon mogen controleren. Deze maatregelen zijn alleen toegestaan wanneer er een situatie ontstaat waarin er sprake is van een groot gevaar voor jou of jouw groepsgenoten (noodsituatie).
Vrijheidsbeperkende interventies zijn maatregelen die genomen worden om een patiënt in zijn bewegingsmogelijkheden te beperken. Dit omdat men vreest dat hij zichzelf of anderen in gevaar zou kunnen brengen. Er zijn mildere en zwaardere vormen van vrijheidsbeperkende interventies.
De Wet zorg en dwang geldt sinds 1 januari 2020 en is er om vrijheidsbeperking tegen te gaan. Hierbij is het motto: 'Nee, tenzij', wat betekent dat zorgprofessionals onvrijwillige zorg voor mensen met dementie of een verstandelijke beperking zoveel mogelijk moeten voorkomen.
Soms is er sprake van een noodsituatie waarbij alternatieve maatregelen niet mogelijk zijn. In dat geval mag de verpleegkundige zonder voorafgaande toestemming van een arts vrijheidsbeperkende maatregelen inzetten. Van zo'n noodsituatie is sprake als een patiënt een direct gevaar vormt voor zichzelf of zijn omgeving.
Wilt u geen hulp? Dan kan de gemeente het gesprek met u aangaan, of een gecertificeerde instelling of de Raad voor de kinderbescherming betrekken. Beide kunt u weigeren. Bij ernstige problemen thuis kan de rechter gedwongen zorg opleggen (jeugdbescherming).
Zowel jij als je kind hebben het recht om te weigeren. Vindt de hulpverlener dat hulp toch noodzakelijk is? Dan kan hij de stap zetten naar een gemandateerde voorziening (ondersteuningscentra jeugdzorg en vertrouwenscentra kindermishandeling).
U kunt bij het Jeugdstem/vertrouwenspersonen AKJ terecht voor advies en ondersteuning als u ontevreden bent over jeugdhulp en jeugdbescherming. Bijvoorbeeld over de behandeling of bejegening, of bij vragen over de rechtspositie. Bij het AKJ werken vertrouwenspersonen die de belangen van uw kind voorop zetten.
Onvrijwillige zorg moet in het zorgplan worden opgenomen. In situaties waarin er nog geen zorgplan is of waarin het zorgplan niet voorziet, kan ook onvrijwillige zorg worden verleend maar gelden extra voorwaarden. De onvrijwillige zorg mag dan bijvoorbeeld niet langer duren dan maximaal twee weken.
Hardeman: 'Als een cliënt zijn bed uit wil en over een bedhek probeert te klimmen, is er meer risico op een valpartij met ernstig letsel, dan wanneer de bedhekken omlaag staan. Daarnaast kunnen bedhekken de cliënt een opgesloten gevoel geven en de cliënt is volledig afhankelijk van de zorg om uit bed te komen.
Middelen en maatregelen zijn dwangmaatregelen om een noodsituatie op te lossen. Ze mogen alleen ingezet worden als het echt niet anders kan. Het gaat om separatie, afzondering, fixatie, medicatie, of toediening van vocht/voedsel. In het behandelplan beschrijft de arts welke behandeling en zorg de patiënt krijgt.
Vrijheidsbeperkende maatregelen (interventies) zijn alle maatregelen die de bewegingsvrijheid van een patiënt verminderen. In het ziekenhuis gaat het meestal om het gebruik van bedhekken, een laag-laagbed, een tentbed, een onrustband (band om de taille) of pols- of enkelbanden.
Er is sprake van onvrijwillige zorg wanneer de cliënt of zijn vertegenwoordiger niet instemt met het toedienen van psychofarmaca, of indien de vertegenwoordiger hier mee heeft ingestemd maar de cliënt zich hier tegen verzet.
Iedereen moet in Nederland op goede en veilige zorg en jeugdhulp kunnen vertrouwen. Waar nodig treedt de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) op. Maar toezichthouden is meer dan 'controleren op basis van wetten, regels en normen'.
Het verzoek tot opheffing van de ondertoezichtstelling kan worden gedaan door Bureau Jeugdzorg, door de met het gezag belaste ouder en door een minderjarige die twaalf jaar of ouder is.
Je hulpverlener legt uit welke hulpmogelijkheden er zijn en welke voor- en nadelen die hebben. Samen spreek je af wat er moet veranderen en hoe je dat voor elkaar gaat krijgen. Steeds kijken jullie of de thuissituatie verbetert en of je kind nog veilig is en zich goed ontwikkelt.
U mag ervoor kiezen helemaal niets te doen. Alleen beslist de kinderrechter dan over een OTS zonder te weten wat u vindt. U krijgt de beslissing van de kinderrechter na een aantal weken per post.
Bij een OTS behouden beide ouders het ouderlijk gezag. Zij zijn wel verplicht om de aanwijzingen van de gezinsvoogd op te volgen. De gezinsvoogd krijgt zelf geen gezag over het kind waarop hij toeziet. Daarin verschilt een gezinsvoogd van een voogd.
U kunt niet zelf een verzoek tot eenhoofdig gezag doen bij de rechtbank. Dat moet een advocaat voor u doen. Wordt het verzoek tot eenhoofdig gezag toegewezen? Dan geeft de rechtbank het gezag aan 1 van beide ouders.
Een 'Besluit tot opname en verblijf' is bedoeld voor ouderen die zelf niet meer in staat zijn om te beslissen over een opname in het verpleeghuis, maar zich er ook niet tegen verzetten. Het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) geeft dit besluit af.
Het toepassen van vrijheidsbeperkende maatregelen zoals heupgordels, vanwege valrisico, is nooit een gepaste actie, om de volgende redenen: Het vastbinden van bewoners verhoogt valrisico!