De voorzitter is het gezicht van de vereniging of stichting, naar binnen en buiten. Zijn of haar taken zijn: Leiden van de algemene vergadering en de vergaderingen van het bestuur en leden. Leiden van het bestuur: initiatieven nemen, coördineren en het uitvoeren van bestuurswerkzaamheden.
De voorzitter is verantwoordelijk voor het handhaven van de regels en orde tijdens de vergadering. Hij of zij zorgt ervoor dat iedereen het woord krijgt, en sust de boel als er een verhitte discussie dreigt. Het is dus ook je rol om deelnemers het woord te geven die dat normaalgesproken uit zichzelf niet zo snel doen.
De voorzitter is verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding van de stichting en zal vergaderingen leiden. Ook zal de voorzitter een coördinerende rol hebben met betrekking tot de andere bestuurstaken. De secretaris is als het ware de 'notulist' van het bestuur.
Het bestuur is als enige bevoegd om beleid te formuleren in een rechtspersoon. Het bestuur is belast met het welzijn en de continuïteit van een rechtspersoon en geniet op dit gebied een, behoudens wettelijke voorwaarden, onbegrensde autonomie.
De gemeenteraad bepaalt waar het bestuur zich op hoofdlijnen mee bezighoudt. En controleert het college van burgemeester en wethouders (college van B&W). De raad bestaat uit gekozen volksvertegenwoordigers. Het college van B&W bestuurt de gemeente; de burgemeester is voorzitter van het college.
Alle bestuursleden moeten er voor zorgen dat de organisatie goed functioneert.Zij moeten verantwoording afleggen aan de leden van de club en andere betrokkenen. Hoewel bestuursleden samen verantwoordelijk zijn voor het hele beleid, zijn er binnen het bestuur verschillende taken te verdelen.
Een stichting kan niet zonder bestuur. Bij de oprichting worden één of meerdere personen benoemd. Te zijner tijd zullen er bestuurders vervangen worden. De statuten van de stichting moeten bepalen hoe deze nieuwe of andere bestuurders worden benoemd.
Hoofdstuk 6.6 Schorsing, ontslag en vervangen van de voorzitter. Als de voorzitter van het bestuur niet functioneert, moet de vereniging daar iets aan kunnen doen. Uiteraard is het mogelijk de voorzitter op zijn disfunctioneren aan te spreken.
De rollen in een vergadering
Voorzitter: de persoon die verantwoordelijk is voor het leiden van de vergadering, het bewaken van de agenda en (meestal) het beheren van de tijd. Secretaris of notulist: de persoon die notities maakt van de vergadering, actiepunten vastlegt en de notulen opstelt.
Er is geen wettelijke bepaling over een maximale bestuurstermijn voor het bestuur van een vereniging. Dat betekent dat een secretaris in principe onbeperkt kan aanblijven. In de praktijk zie je dat bij veel verenigingen een statutaire beperking is opgenomen.
Het gemiddelde maandsalaris varieert tussen de € 11.000 en € 18.000 per maand. Ook krijgen voorzitters vaak flinke bonussen bovenop hun salaris. De onkostenvergoeding valt hier niet onder.
Het is gebruikelijk dat een stichting drie bestuurders heeft. Een voorzitter, een secretaris en een penningmeester. Dat is echter niet verplicht. De functies kunnen ook gecombineerd worden.
Een stichting heeft altijd een bestuur maar geen leden. Het bestuur van stichting bestaat mininimaal uit één persoon.Soms is er een Raad van Toezicht (RvT) of een Raad van Commissarissen (RvC), maar dat is niet verplicht.
Aan het begin van een nieuwe parlementaire periode of tussentijds na het ontstaan van een vacature, kiest de Tweede Kamer haar eigen voorzitter. Sinds de Grondwetsherziening van 1983 geldt de verkiezing voor vier jaar en niet meer slechts voor één zittingsjaar.
De voorzitter start de vergadering altijd met de vraag of iedereen het eens is met de agenda. Op dit moment kunnen er punten aan de agenda worden toegevoegd of de volgorde kan worden gewijzigd. Voorafgaand of bij aanvang van de vergadering wordt afgesproken wie de notulen maakt.
Begin daarom de vergadering met een rondje van je af kletsen, een beetje klagen, wat roddelen en meer van die dingen. Zet het gewoon op de agenda. Noem het “heet van de naald” waarmee je alles bedoelt wat er speelt en wat je even van je af wilt praten. We noemen het ook wel 'inchecken'.
De voorzitter sluit het werkoverleg af.
Zo mogelijk geeft hij direct antwoord op de vragen. Hij kan ook afspreken om na het werkoverleg antwoord te geven of zaken uit te zoeken. o Tot slot controleert de voorzitter of iedereen de besluiten en afspraken uit dit werkoverleg gehoord heeft.
Hij/zij moet makkelijk contacten kunnen leggen. Bovendien moet hij/zij oog en oor hebben voor wat er speelt in de organisatie. Een goede voorzitter moet zich op alle niveaus van een organisatie kunnen bewegen. De voorzitter moet de visie van de OR op een heldere en duidelijke manier kunnen uitdragen.
Een bestuur moet volgens de wet bestaan uit minstens een voorzitter, secretaris en een penningmeester, of in de statuten moet anders bepaald zijn. Het hebben van een niet voltallig bestuur hoeft in principe geen probleem te zijn, het heeft geen gevolgen voor de bevoegdheid van het bestuur.
De voorzitter is het gezicht van de vereniging of stichting, naar binnen en buiten. Zijn of haar taken zijn: Leiden van de algemene vergadering en de vergaderingen van het bestuur en leden. Leiden van het bestuur: initiatieven nemen, coördineren en het uitvoeren van bestuurswerkzaamheden.
In boek 2 van het Burgerlijk Wetboek staat dat de bezoldiging (salaris) van bestuurders (of -bij NV's- het beleid hierop) door de. » Meer over algemene vergadering algemene vergadering van aandeelhouders wordt bepaald, tenzij in de.
Een stichting kent geen leden. Voor de dagelijkse gang van zaken en het nemen van beslissingen heeft de stichting een bestuur. Meestal bestaat het bestuur uit een voorzitter, secretaris en penningmeester. Dat hoeven niet altijd verschillende mensen te zijn; een enkel persoon kan ook al deze functies uitvoeren.
Als het om een stichting gaat, is er (meestal) geen ander orgaan dat een bestuurder kan benoemen. In dat geval kan iedere belanghebbende de rechter vragen om iemand tot bestuurder te benoemen om daarmee in de vacature te voorzien. Ook het openbaar ministerie is hiertoe bevoegd.