Als je op het VWO zit, dan slaag je wanneer je aan de volgende voorwaarden voldoet: Het gemiddelde van al je cijfers op het centraal examen is een 5,5 of hoger (voldoende). Je voldoet aan de kernvakkenregel. Dit houdt in dat je maximaal één 5 als eindcijfer mag staan voor de kernvakken Nederlands, Engels of Wiskunde.
Op het vwo waren de verschillen het grootst. Het gemiddelde eindcijfer bedroeg daar in 2019/'20 6,87 tegen 6,73 een jaar eerder. Het gemiddelde eindcijfer steeg het laatste jaar sterker bij meisjes dan bij jongens; het nam bij meisjes toe van 6,76 naar 6,97, bij jongens van 6,70 naar 6,77.
Je slaagt voor het eindexamen vwo wanneer je gemiddeld een voldoende haalt voor alle vakken van het centraal examen. Ook mag je maximaal één 5 als eindcijfer halen voor één van de kernvakken. Daarnaast mag je voor hooguit 2 vakken een onvoldoende als eindcijfer hebben.
Conclusie. De kernregel eist dat je voor Nederlands, Engels en Wiskunde ten minste een: 4,5 – 5,5 – 5,5 haalt op je diploma. Deze drie cijfers worden immers naar boven afgerond en daarmee komen je gemiddelde eindcijfers dan uit op een: 5 – 6 – 6.
Nee, je mag maximaal 2 vijven OF 1 vijf en 1 vier OF 1 vier hebben op je eindlijst. Met 1 vier en 2 vijven ben je gezakt. M.
Voldoende wil zeggen: 5,5 of hoger.
Samengevat zijn de opties als volgt: Het hele jaar overdoen: alle vakken opnieuw volgen en het examen opnieuw maken. Dit kan op een middelbare school, bij het vavo of op een privéschool. Deelcertificaten halen: het examen opnieuw maken voor de vakken die je onvoldoende hebt afgesloten.
Overgangsnormen havo 4 / vwo 4 en 5
er zijn maximaal 3 tekortpunten toegestaan. maximaal eenmaal het cijfer 5 in de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde. alle tekortpunten dienen te worden gecompenseerd. het vak lichamelijke opvoeding moet voldoende zijn afgesloten.
Veel havo- en vwo-scholieren kiezen wiskunde A, B of C en dit vak hoort altijd bij de kernvakken. Sommige scholieren hebben echter ook wiskunde D. Wiskunde D is altijd een keuzevak en hoort daarom NIET bij de kernvakken. Op de havo is wiskunde geen verplicht vak wanneer je het profiel C&M kiest.
Zogenoemde 'compensatiepunten' kunnen er namelijk voor zorgen dat je gemiddelde toch minstens een 6,0 is, waarmee je voldoet aan de slagingseisen. Elke extra voldoende punt die je hebt is er één, die compenseert dus een onvoldoende punt: Eén 5 compenseer je dus met minimaal één 7.
De afkorting havo staat voor Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs en duurt 5 jaar. Qua niveau kun je deze middelbare opleiding zien als op één na hoogste. Daarmee bevindt de havo zich net onder het vwo. Feitelijk gezien kun je dus stellen dat havo makkelijker is dan vwo.
Kort door de bocht: hoe moeilijker je examen, hoe hoger de N-term en hoe minder vragen je goed hoeft te hebben voor een voldoende. In het geval van de vwo-examens Nederlands lag de N-term de afgelopen vijf jaar gemiddeld rond de 1. De N-term voor vmbo-kb en -bb was een stuk lager, gemiddeld 0,5.
Het gemiddelde van al je cijfers op het centraal examen is een 5,5 of hoger (voldoende). Je voldoet aan de kernvakkenregel. Dit houdt in dat je maximaal één 5 als eindcijfer mag staan voor de kernvakken Nederlands, Engels of Wiskunde. Het gemiddelde van al je eindcijfers is een 6 of hoger (voldoende).
Ook het vijfde jaar (pre examenjaar) wordt genoemd als zwaar jaar. Maar als je het vierde jaar goed doorkomt zal het vijfde ook wel lukken.
Voor het VWO adviseert CITO, de organisatie die de eindtoets maakt, een score van minstens 545. Bij een iets lagere score wordt de havo aanbevolen (zolang de score wel minstens 537 is). Bij een score van 536 of lager past dan weer één van de vmbo-leerwegen.
In het kort: Met een vwo-advies kan je zowel naar het atheneum als het gymnasium. Het niveau is op het atheneum en gymnasium gelijk. Het enige verschil is dat je op het gymnasium ook de vakken Latijn, Grieks en klassieke culturele vorming krijgt. Ook krijg je een gelijke diploma als je na klas 6 geslaagd bent.
Waarom zou je eigenlijk vwo gaan doen? De meest voorkomende reden om vwo te gaan doen is dat je daarna naar de universiteit kan. Zo wilde Jaimie bijvoorbeeld Sterrenkunde studeren en was Wouts voorkeur Biologie. Er zijn ook leerlingen die het nog niet weten en vwo doen om straks meer keuze te hebben.
Aangezien er nog geen wettelijk doorstroomrecht is, kunnen scholen zelf bepalen welke eisen zij stellen voor toelating van havo-gediplomeerden tot het vwo. Bijna alle scholen met een vwo-afdeling stellen dergelijke eisen.
Daarbij geldt de regel: 5,5 en alles wat daarboven ligt is voldoende; alles onder 5,5 is onvoldoende.
Een leerling gaat over als wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: Hij/zij heeft geen tekorten bij de kernvakken en maximaal 3 tekorten bij de andere vakken. Het gemiddelde over alle vakken is 6,0 of hoger. Hij/zij heeft 1 tekort bij de kernvakken en maximaal 2 tekorten bij de andere vakken.
Op de meeste scholen is het niet mogelijk om af te stromen van 4 vwo naar 5 havo of van 3 havo naar 4 vmbo-t. Dit komt omdat leerlingen in 4 havo en 3 vmbo-t al examenonderdelen van het schoolexamen hebben afgerond. Sommige scholen bieden wel deze mogelijkheid.
Nee, dat kan niet. Bij wet zijn er toelatingseisen; ofwel een MBO niveau 4 diploma, ofwel havo of vwo diploma. Overgang van 5 naar 6 vwo is niet voldoende, een toelatingstest kan pas op je 21e.
Ben je bijvoorbeeld voor je vwo gezakt? Dan hoef je het jaar daarna maar te slagen voor 1 of meer vakken van de havo via het staatsexamen en krijg je je staatsdiploma havo. Zo kan je als havist ook je vmbo-diploma halen.
Als je zakt voor het havo-eindexamen of het vwo-eindexamen, dan kun je niet alsnog een diploma voor een lager niveau krijgen. Je kunt bijvoorbeeld geen havo-diploma krijgen als je bent gezakt voor het vwo-examen. Wat wel mogelijk is, is om in het volgende schooljaar een diploma te halen voor een lager niveau.