Verordeningen maken deel uit van het afgeleid recht van de EU. Ze worden door EU-instellingen aangenomen op grond van de verdragen. Ze moeten voor de uniforme toepassing van EU-wetgeving in de hele EU zorgen. Een verordening kan een wetgevingshandeling, een gedelegeerde handeling of een uitvoeringshandeling zijn.
Een verordening is een overheidsbesluit van algemene strekking. Enkele soorten verordeningen: Europese verordening, een wetgevend instrument van de Europese Unie. Verordening (België), door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest uitgevaardigde wetgevende akte.
De Verordening (Regulation) is de belangrijkste rechtshandeling die rechtstreeks bindend is. Een Verordening 'geldt' en alle nationale regels die daarmee onverenigbaar zijn, gelden niet. De nationale wet speelt zelfs geen rol meer.
Een besluit van algemene strekking is daarentegen een beslissing die niet is gericht op een individu of een concreet geval, maar gevolgen heeft voor een groep gevallen. Voorbeelden van besluiten van algemene strekking zijn een verordening of een bestemmingsplan.
Een “verordening” is een bindende rechtshandeling die in de hele EU van toepassing is.
Een verordening is eigenlijk niets anders dan lokale wetgeving. In de gemeente Landsmeer zijn er momenteel ongeveer tachtig verordeningen van kracht. Een verordening kan betrekking hebben op alle terreinen van gemeentelijk beleid, zoals openbare orde, ruimtelijke ordening, financiën.
Het principe van rechtstreekse werking heeft tevens betrekking op regelgeving uit secundair recht, ofwel regelgeving die is aangenomen door de EU-instellingen, zoals verordeningen, richtlijnen en besluiten, die zijn afgeleid van de in de verdragen uiteengezette principes en doelstellingen.
De Algemene Plaatselijke Verordening (APV) is een belangrijke bron van openbare-ordebevoegdheden. De gemeenteraad stelt de APV vast en belast de burgemeester daarin met een deel van de uitvoering.
Toepassing met terugwerkende kracht
In uitzonderlijke gevallen kan een verordening met terugwerkende kracht van toepassing worden. Het wordt bijvoorbeeld gebruikt voor verordeningen van tariefcontingenten. Dit kan alleen wanneer de rechtszekerheid het toelaat.
Provinciale staten en de gemeenteraad stellen, behoudens bij de wet of door hen krachtens de wet te bepalen uitzonderingen, de provinciale onderscheidenlijk de gemeentelijke verordeningen vast.
Provinciale staten en de gemeenteraad stellen, behoudens bij de wet of door hen krachtens de wet te bepalen uitzonderingen, de provinciale onderscheidenlijk de gemeentelijke verordeningen vast.
Omdat een verordening dus niet door de lidstaten hoeft te worden uitgewerkt, moet een verordening in alle lidstaten van de EU op een zelfde manier worden ingevoerd en overal tot een gelijk resultaat leiden. Lidstaten zijn verplicht om verordeningen uit te voeren.
Een gemeentelijke verordening is een op gemeentelijk niveau vastgesteld algemeen verbindend voorschrift. De Algemene Plaatselijke Verordening (APV) is de meest bekende gemeentelijke verordening.
Een wet in formele zin is een regeling die tot stand gebracht wordt door regering en Staten-Generaal tezamen via de grondwettelijke wetgevingsprocedure. Onder een wet in materiele zin verstaat men iedere algemene, burgers bindende rechtsregel, op overtreding waarvan straf is gesteld.
Verkort verwijzen naar bekende richtlijnen en verordeningen
Als je verwijst naar richtlijnen en verordeningen die zeer bekend zijn en veelvuldig worden aangehaald, mag je ook de korte roepnaam gebruiken. Deze roepnamen licht je dan wel toe in een afkortingenlijst of in de voetnoot.
In de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) staan de gemeentelijke regels op het gebied van openbare orde en veiligheid. Elke gemeente heeft een eigen APV. De APV geldt voor iedereen binnen de gemeente. Uit de regels van de APV blijkt vaak dat ergens een vergunning voor nodig is.
Posterieure verordeningen (art. 121 Gemeentewet) Dit zijn verordeningen die zijn vastgesteld nadat er op gebied van het betreffende onderwerp een hogere regeling in werking is getreden. Als deze posterieure verordening in strijd is met hogere regelingen, is deze niet geldig.
Verordeningen maken deel uit van het afgeleid recht van de EU. Ze worden door EU-instellingen aangenomen op grond van de verdragen. Ze moeten voor de uniforme toepassing van EU-wetgeving in de hele EU zorgen. Een verordening kan een wetgevingshandeling, een gedelegeerde handeling of een uitvoeringshandeling zijn.
De gemeentewet draagt deze taak op aan de gemeenteraad. Voorbeelden zijn: regels voor parkeren, voor het buiten zetten van afval en voor het plakken van affiches. In de APV kunnen bepalingen worden opgenomen over bijvoorbeeld het aantal cafés, de vestigingsvoorwaarden en de sluitingstijden.
Dit zijn bijvoorbeeld de verordeningen en regelingen die door de gemeenteraad worden vastgesteld en die gelden voor alle ingezetenen in de gemeente. De algemene plaatselijke verordening (APV) is een voorbeeld van zo'n besluit en de erfgoed- en legesverordening ook.
Hoe komt een APV tot stand? De gemeenteraad stelt de APV vast.Het is mogelijk dat de APV soms moet worden aangepast omdat de landelijke regelgeving wijzigt of omdat de situatie in de gemeente daarom vraagt.
Uit artikel 93 van de Grondwet volgt dat een ieder verbindende bepalingen van verdragen en besluiten van volkenrechtelijke organisaties verbindende kracht hebben jegens burgers en rechtspersonen nadat ze zijn bekendgemaakt. Deze bekendmaking vindt plaats in het Tractatenblad.
De verordeningsbevoegdheid omvat twee onderdelen: Het stellen van voorwaarden aan het lozen van afvloeiend hemelwater of van grondwater op of in de bodem of in een riool. En het beëindigen van lozingen van afvloeiend hemelwater of van grondwater in een vuilwaterriool (afkoppelen).
De APV is niet onverbindend en kan worden beschouwd als een wettelijk voorschrift als bedoeld in artikel 184 Wetboek van Strafrecht.